Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Oekraïne, mislukte staat
Meer en meer aanslagen op politici en ambtenaren, corruptie die almaar weliger tiert: Oekraïne glijdt verder weg van mogelijke aansluiting bij Europa
Kiev werd alweer opgeschrikt door een bomaanslag. Alhoewel: opschrikken van een ontploffende auto of een vuurgevecht doen de inwoners van de Oekraïense hoofdstad nauwelijks nog. Het hoort stilaan bij het dagelijkse leven.
De aanslag van vorige week kreeg wat meer aandacht: het doelwit was Igor Mosiychuk, een parlementslid voor de extreemrechtse Radicale Partij. Toen hij de kantoren van het tv-station Espresso verliet, ontplofte de bom. Mosiychuk raakte zwaargewond, net als een politiek analist. Twee anderen, onder wie Mosiychuks bodyguard, kwamen om.
Wie verantwoordelijk is voor de aanslag, blijft onduidelijk. De Oekraïense nationale veiligheidsdienst heeft het incident gecatalogeerd als een ‘terroristische aanslag’ en volgt drie sporen: de Russische veiligheidsdiensten, de politieke activiteiten van Mosiychuk en het privéleven van de man.
Mosiychuk is politiek niet onbesproken. Hij onderhoudt nauwe banden met de fascistische Azov-brigade, die blijft vechten tegen de separatisten in het oosten van Oekraïne. In het verleden heeft hij ook Ramzan Kadyrov, de president van Tsjetsjenië en goede vriend van president Poetin, uitgedaagd. Zo postte hij een video waarin hij op een foto van Kadyrov schoot. Die liet daarop weten dat hij dit niet ongestraft zou laten passeren. “En dat hij, indien dat nodig was, raak zou schieten.”
Kadyrov is een man die zijn hand niet omdraait voor een moordopdracht. In september werd in Kiev militieleider Ali Timayev vermoord. Die vocht in Tsjetsjenië tegen Kadyrov en leidde ook een brigade die in de Donbas-regio tegen de Russen vocht. De moord op Timayev is nog niet opgelost, maar ook hier wordt in de eerste plaats gekeken naar de president van Tsjetsjenië.
Maar misschien nog belangrijker dan de vraag of Kadyrov achter deze aanslagen zit, is de vaststelling dat dit een zoveelste signaal is dat de Oekraïense rechtsstaat erg onder druk staat. In juni kwam ook al een hoge officier van de militaire inlichtingendienst om het leven door een autobom.
vergelijkt de huidige situatie met de “wilde en gewelddadige jaren negentig”, onmiddellijk na de onafhankelijkheid. Ook toen zat het land in de wurggreep van geweld. De toestand nu lijkt zelfs nog erger. Kiev moet immers ook afrekenen met de afscheidingsbeweging in de Donbas, want ook daar gaan de gevechten voort.
Maar er zijn niet alleen aanslagen en de
The Kyiv Post aanhoudende gevechten in het oosten. De Oekraïense regering maakt er ook bestuurlijk steeds meer een boeltje van. In Oekraïne is de corruptie endemisch. De opstand van Maidan – bijna vier jaar geleden – was in de eerste plaats een opstand van een volk dat daar zijn buik meer dan vol van had.
Na de vlucht van de pro-Russische president Viktor Janoekovitsj beloofden de nieuwe machthebbers dat ze eindelijk schoon schip zouden maken. Dat was ook de uitdrukkelijke eis van de Europese Unie. Als Oekraïne nauwer wilde aansluiten bij het Westen, moest de regering in Kiev niet alleen de corruptie aanpakken, maar ook de rechtsstaat en het parlementaire systeem versterken.
Op al die vlakken loopt het fout. In hun doorlichting van de staat schrijven onderzoekers van de Britse Chatham Housedenktank dat “de weerstand tegen hervormingen wijdverspreid blijft en dat er recent