Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Binnen vijf jaar ga ik terug naar KV Mechelen”
STEVEN DEFOUR is top bij Burnley en hoopt op nog eens wat speelminuten bij de Rode Duivels
Tegelijk met de terugkeer van Radja Nainggolan is ook Steven Defour klaar om zijn rentree te vieren bij de Rode Duivels. “Het is niet hij of ik. We kunnen samen de overmijnlijkmentaliteit bij de Duivels terugbrengen.”
Dankzij Steven Defour hoeft dit gesprek niet plaats te vinden in Burnley, een NoordEngelse industriestad waar je niet te lang wil zijn tenzij je er geboren bent. De Defours wonen in hartje Manchester, op een halfuur rijden van Burnley. En dus ontmoeten we elkaar in restaurant Wing’s, een bekende ontmoetingsplaats voor voetballers in de stad van United en City. Tegen de muren hangen boodschappen van onder anderen Roy Keane en Louis van Gaal. Op het menu: het betere Aziatische werk. Geen Engelse lekkernijen voor jou? “Ik vrees van niet. Geen bonen in tomatensaus ’s morgens. Geen bruine saus erover. Geen fish and chips. Hog pie (pastei met varkensvlees, red.) heb ik één keer geprobeerd. Daarna nooit meer. Mijn enige Engelse gewoonte is dat ik nu links van de weg rijdt.” Ben je nu terug op je beste niveau? “Ik denk het wel. Ik begin het niveau van het tweede en derde jaar bij Standard te benaderen. Het is nog niet helemaal hetzelfde omdat we als ploeg ook minder de bal hebben. Maar daar maak ik me nu minder druk over. Door de zware voorbereiding bedraagt mijn vetpercentage 7,4%. Ik ben vier kilo kwijtgeraakt en weeg nu 71 à 72 kilo. Dat is al een hele tijd geleden.”
Op het veld lijk je rustiger geworden. “Dat komt omdat ik het voetbal veel meer relativeer dan vroeger. Door alles wat er is gebeurd en ook door de geboorte van mijn dochter. Er zijn altijd ergere dingen dan een wedstrijd verliezen. Wat niet wil zeggen dat ik me niet kwaad meer kan maken als de scheidsrechter een foute beslissing neemt. Maar met Engelse scheidsrechters kun je nog spreken als je het niet eens bent.”
Je leidt hier ook een anoniemer bestaan dan in België. “Ik ben hier gekomen zonder vooroordelen. In de stad of op restaurant word ik niet nagekeken. Ik wilde vooral weg uit België. Het voetbal was ik niet beu, maar wel de toestanden errond. Ik heb geen goesting meer om conflictsituaties te creëren. Ik ben diplomatischer geworden. Al moet ik soms stevig op mijn tong bijten.”
Als je één controverse rond jou uit het verleden kunt wissen, welke zou je dan kiezen? Je transfer van Genk naar Standard, de tifo in Sclessin of de bierdouche in Anderlecht? “(lacht) Alles. Het minst erge was van Genk naar Standard. Die eerste wedstrijd in Genk was wel hevig, maar daarna viel het mee. Er was altijd wel gefluit, maar geen erge dingen. De andere zaken trok ik me wel aan. Ik kon niet begrijpen dat sommige Anderlechtsupporters maar bezig bleven met mijn Standardverleden.” Volg je je oude clubs? “Ik ben vooral bezig met KV Mechelen. Het begint een beetje irritant te worden dat ze altijd maar verliezen. Eupen staat voorlaatste en ook Kortrijk staat laag. Maar Gent en Oostende gaan niet zakken. Antwerp staat vierde, Waasland-Beveren doet het goed, Moeskroen ook. Dan begint het money time te worden.” Als Luciano D’Onofrio je binnen vijf jaar belt voor Antwerp, kan je het als Mechelaar maken om daarop in te gaan? “Moeilijk.” Maar het is Luciano die belt. “Ik heb hem al een hele tijd niet gehoord. Maar binnen vijf jaar? Dan ga ik terug naar KV Mechelen (zijn jeugdploeg, red.).”
Wie vind je in de Premier League de sterkste tegenstander? “Tegen Manchester City had ik het echt moeilijk. Dat was de eerste keer, eigenlijk. City bespeelt de ruimte zo goed... Het is een machine geworden die perfect weet wat Guardiola wil. Ze hebben diepgang met Sane, ze hebben een topscorer met Agüero, ze hebben creativiteit met Kevin (De Bruyne, red.) en Silva en daarachter staat Fernandinho die alle gevaar op zijn eentje oplost. Als je denkt dat alles onder controle is, zijn ze ineens daar. Zag je hun derde goal op Napoli? Dat is gewoon een counter. Rechtdoor, gebruikmaken van de snelheid van Sane en het killer instinct van Agüero.”
En wie is individueel de sterkste tegenstander? “Toen ik mijn rechtsback moest helpen tegen Sane, was ik wel onder de indruk. Of Eden (Hazard, red.) en zijn dribbels. Je denkt dat je hem hebt, maar toch niet. En als Kevin gedraaid staat en ruimte krijgt... Tja, dan is het eigenlijk al te laat, dan vertrekt die bal.”
Waar zet jij Kevin bij de Rode Duivels? “Dat hangt van de tegenstander af. Tegen een gesloten ploeg zet je Kevin gewoon op nummer acht en laat je hem die ballen maar leggen. Tegen een fysiek moeilijke tegenstander kan je hem misschien iets hoger zetten, zodat je genoeg duelkracht hebt op het middenveld. Kevin speelt ook vrij laag bij City.”
Is het grootste probleem niet om Kevin en Eden samen te laten spelen? Eden wil de bal in de voet, Kevin in de ruimte. “Dat is een probleem bij alle nationale ploegen. Elke speler speelt bij zijn ploeg anders. Dries speelt als diepe spits in Napoli, daar is alles op hem afgesteld. Bij Chelsea wordt alles gedaan om Eden in een zo goed mogelijke positie te brengen. Idem voor Kevin bij City of Romelu (Lukaku, red.) bij United. Het zijn bepalende spelers bij hun club, maar voetbal draait om automatismen. Bij de nationale ploeg ontstaan er dan misverstanden. Automatismen vergen tijd, maar die is er niet altijd.”
Martinez overweegt de trainingsweken voor het tornooi in te korten. “Dat kan ik dan weer begrijpen, omdat de meeste spelers er een zwaar seizoen hebben opzitten in de Premier League. Hij moet de balans vinden tussen veel rusten en tactisch trainen. Maar tactisch trainen is mentaal vrij zwaar.”
Begrijp jij waarom het bij de Duivels niet altijd draait? “Het is altijd makkelijk om te klagen. Bondscoach zijn is geen dankbare taak. Engeland is ook geplaatst met 25 op 30, maar het voetbal is niet bepaald geweldig. Je moet alles in perspectief plaatsen. We weten dat we beter kunnen en we willen ook beter. Maar we halen wel 28 op 30 en hebben nooit zoveel doelpunten gemaakt. Er is een enorme evolutie tegenover 2002, 2006, 2010 en zelfs 2014. Toen hebben we ook een paar keer geluk gehad in de kwalificatie en niet zo veel gescoord als nu. Ik geef wel toe: nu moeten we het ook op een tornooi laten zien.” Hoe kijk jij naar de zaakRadja? “Ik was er niet bij toen het allemaal is gebeurd. Maar ik heb gelezen dat Martinez
Steven Defour “Op een tornooi slaat de verveling toe. Op wiezen, kingen en golf raak je uitgekeken.” “Het klinkt misschien raar, maar ik mis de Belgische zon.”
nu zegt: Radja speelt op de tien en er is te veel concurrentie met Eden, Kevin en Dries.” Dat is nu zijn uitleg. Die is al een paar keer veranderd. “Ik heb altijd gezegd dat Radja een goeie speler is en bij AS Roma speelt. Daarna is het de keuze aan de trainer. Lig jij in de balans met Radja? “Ik ken Radja al heel lang. Ik heb altijd tegen hem gespeeld in de jeugd. We zijn beiden al opgeroepen geweest. Ik denk niet dat ik het probleem-Radja ben.” Waarom hoort Steven Defour bij de 23? “Ik ga mezelf niet in de ploeg praten. Die keuze is aan de trainer. Ik moet een goed seizoen spelen bij Burnley. De trainer kent mijn kwaliteiten en er zal wel komen wat moet komen.” Een antwoord zou kunnen zijn: een overmijnlijkmentaliteit. “Ik denk niet dat dat het probleem van onze ploeg is. Er zijn een paar spelers die bij wijze van spreken stampen kunnen uitdelen. Jan, Mousa... Het is meer als groep dat we een betere mentaliteit moeten kweken. Zoals de Italianen op het EK. Dat was niet de beste ploeg, maar mentaal wel ijzersterk.” Het is voor sommige spelers het tornooi van de laatste kans. Voor jou ook? “Ik zag toevallig de Belga Sport met Stephane Demol. Op het WK ’86 liep het niet. Er kwam ruzie met René Vandereycken, die naar huis werd gestuurd en ineens werd het weer een groep en wonnen ze. Zo’n klik moeten wij misschien ook maken in een tornooi. Misschien dat we tijdens de rust van een match tegen elkaar zeggen: Kijk jongens, dit is voor veel spelers het laatste moment. Het is erop of eronder. En dat er dan iets gebeurt.” Mis je België? “De vrienden een beetje. En het kan raar klinken, maar ik mis ook de Belgische zon. In Manchester is het warmer, maar regent en waait het meer. Het regent hier eigenlijk elke dag. Op training is het soms afzien. En we mogen geen muts of kraag dragen op training. Vroeger waren zelfs lange broeken uit den boze.”