Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Beerschot heeft Argentijns bloed”
Hernan Losada (35) rust niet vooraleer hij Beerschot Wilrijk weer in eerste klasse heeft gebracht
Den Beer is echt niet te mennen. Sedert de eerste match in eerste provinciale verloor Beerschot Wilrijk maar veertien keer in 146 wedstrijden, werd er vier keer na elkaar gepromoveerd en werd de Antwerpse fusieclub ook nog eens periodekampioen in de Proximus League. Op 180 minuten van eerste klasse dus. Hernan Losada, de ‘koning van het Kiel’, gidst ons een hele dag door zijn club.
Op 1 september 2013 won Beerschot Wilrijk in eerste provinciale zijn eerste match in zijn bestaan: 1-0 tegen Ternesse. Voor 8.500 man. De spelers van Ternesse kwamen een half uur vroeger het veld op om fotootjes te nemen. Vorige zondag, 5 november 2017, won Beerschot Wilrijk de eerste periodetitel in 1B. Hernan Losada, spelmaker, topscorer en aanvoerder troonde na de match de hele spelersgroep, zo’n zestien man, mee naar zijn flat in Antwerpen voor een feestje met pizza. Meer vriendengroep kan je niet zijn, vindt de Argentijn. “En op zo’n momenten word je kampioen. Dat is dé grote sterkte van de ploeg.”
Hij onderstreept het enkele dagen later bij ons bezoek, we boekten een dagje Beerschot all in. “Ah neen, ik moet toch niet alleen op de foto?” Eén Whatsapp-je en de hele ploeg staat in de kleedkamer. Materiaalmeester Ludo Driessens (66) geniet. Ludo is geboren in het chalet op de terreinen van het Olympisch Stadion en hij woont letterlijk als conciërge in het stadion. Hij maakte 43 jaar lang alle hoogte- en dieptepunten mee, het faillissement voorop. “Het is hier nooit saai. Maar veel maanden niet betaald geweest.” Zoveel trouw wordt beloond. Den Beer is bijna helemaal
back. “Beerschot was een leeuw in een kooi. Als die uitbreekt…”
En de club breekt uit. Met als onvolprezen aanvoerder Hernan Losada, twee jaar geleden voor een derde keer teruggekeerd. “Onze stuurman in alles”, glundert Ludo. “Een voorbeeld voor iedereen.”
Knuffelbeer
In de kleedkamer, onder het bord ‘No
pain, no gain. Shut up and train’, luidt de stuurman alvast de eerste werkdag na de periodetitel in. “Ik denk nu al aan Cercle Brugge, onze match van zondag. Want we willen ook de tweede periodetitel.” Dan zijn de spelers wel allen profs die ontbijten en lunchen in het stadion, voor de training moeten ze in hun auto’s vijf kilometer verderop. “Er moeten nog veel stappen worden gezet”, weet de stuurman.
Er moet vooral gelopen worden vandaag. Geen veldtraining deze morgen, een handvol oudere supporters zakte voor niets af naar de vroegere velden van KFCO Wilrijk. Een apart ras, die Beerschot-familie. Hondstrouw, niet minder dan 6.000 abonnees, steeds jonger. En Losada is opnieuw hun knuffelbeer. Bij zijn terugkeer in 2015 was er nochtans veel scepsis - komt in derde klasse wat uitbollen. “Neen”, weerlegt Losada. “Ik had in het buitenland veel meer kunnen verdienen. Maar het was de keuze van mijn hart. Honderd procent. Ik kwam om het verschil te maken. Al was dat niet evident in derde klasse. Ik werd nogal geviseerd. En die amateuristische kleedkamers, de kleine veldjes… Maar ik kwam naar hier met één missie: Beerschot terug naar eerste klasse brengen. Iedereen noemde mij gek.”
Zo gek bleek het dus niet. Hij is intussen al drie jaar na elkaar topscorer. Dit seizoen maakte hij net als de snelle spits Placca al zeven goals. Dit jaar zijn droom waarmaken en dan stop- pen, dàt zou een afscheid in schoonheid zijn. Coach Marc Brys huivert al: “Ik ga er in elk geval alles aan doen opdat hij er nog een jaartje bijdoet. Natuurlijk kan hij eerste klasse nog aan.”
Losada zelf weet het nog niet: “Eerst mijn missie volbrengen.”
Tactische flexibiliteit
Na het looptochtje van een uur volgt nog een uur fitness. Losada is de oudste van de hele groep, maar is steevast bij alle fysieke testen de beste. Een voorbeeld, jawel. “Ik beschouw
dat als mijn verantwoordelijkheid. Eerlijk, ik heb mij eigenlijk nog nooit zo fit gevoeld als op mijn 35e. ”
Na de lunch en de rust - Playstation, biljarten… - wordt ’s namiddags wel op het veld getraind. In het eerste periodekampioenschap bleek Beerschot Wilrijk hoegenaamd niet onder te moeten doen voor Cercle Brugge en OH Leuven, allebei in buitenlandse handen en een budget van rond de zeven miljoen euro, het dubbele van de Antwerpenaars. Brys smeedde sedert vorig seizoen evenwel uit een beperkte kern een evenwichtig en flexibel elftal, met als sterkhouders naast Losada en eerste luitenant Mo Messoudi, Guillaume François, Arjan Swinkels, Tom Van Hyfte en Fessou Placca. “Hij wil tegelijk veel vaste patronen en veel tactische flexibiliteit”, stelt Losada vast. “En we streven altijd verzorgd voetbal na.”
Het verschil met ‘die van boven’, legt Brys zelf fijntjes uit. “Het is gewoon geografisch: in het noorden heb je Antwerp met noest, fysiek voetbal. En Beerschot staat voor meer technisch en zuiders voetbal.”
Met balartiest Losada als exponent. “Hernan is de man die met één flits het verschil kan maken. En de leider. Voetbal is hiërarchie. De meest talentvolle staat bovenaan. En dan is er zijn palmares, zijn charisma, zijn sociaal karakter… Hernan had alles voor de top: techniek, snelheid, loopvermogen, scorend vermogen, intelligentie…”
Beerschotter voor het leven?
Toch is zijn sterspeler tevreden over zijn carrière. “Ik kwam in 2006 uit Argentinië terecht in een totaal vreemd land. En twee jaar later zat ik bij de grootste ploeg van het land. Dan heb je toch iets bereikt? Anderlecht, Heerenveen, Charleroi, Lierse… Ik heb van geen enkele keuze spijt.”
Na de lunch - pasta - poseert de Argentijn in de loges van het stadion. De ‘koning van het Kiel’ mag ook weer, sedert juni heet de club weer officieel Koninklijk FCO Beerschot Wilrijk. Al hielden ze hun eretitel wel al die tijd stiekem aan. Om maar te zeggen: de club heeft weer bijna helemaal zijn grandeur terug, telt intussen ook al zeshonderd jeugdspelers. “Alles samen heb ik al zeven jaar voor deze club gespeeld”, zegt Losada. “Niet veel voetballers kunnen dat zeggen.
(peinzend) Er zit een beetje Argentijns bloed in Beerschot: dezelfde energie, dat flamboyante, volkse ook.” Op een paar jaar na woont hij ook al sedert 2006 in Antwerpen. Met zijn Antwerpse vriendin is het sedert kort uit, maar hij weet niet of hij ooit terugkeert naar Buenos Aires. Misschien blijft hij wel Beerschotter voor het leven? Brys: “Wat mij betreft moeten we Hernan hier na zijn carrière proberen te houden. Al is dat nogal on-Belgisch. Weinig clubs bieden hun ex-spelers een parcours aan.”
Losada zit in zijn laatste jaar trainerscursus UEFA A-diploma. “Ik wil graag in het voetbal blijven, ja. Of dat bij Beerschot kan, zien we wel.”
Maar nu eerst Cercle. En in maart nog die 180 minuten. En dan misschien wel met de Saoedische investeerder waarvan sprake - voorzitter Roef onderhandelt - het budget optrekken en de Kielse Ratten zijn helemaal terug. “Dat ik dat nog mag meemaken”, juicht Ludo.
En de stuurman, die ging gisteravond nog iets eten met een paar ploegmaats. Vriendschap! Want daar word je kampioen van. En verder:
shut up!