Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Ook reservisten de straat op
Burgers met fulltime job lopen vanaf april mee in patrouilles op openbare weg
Vanaf april hoopt het leger voor het eerst nieuwe reservisten in te zetten voor Operatie Vigilant Guardian (OVG), zeg maar de straatpatrouilles. Gisteren werden de eersten van die operationele reservisten voorgesteld .
Bijna een kwarteeuw na het opschorten van de verplichte legerdienst heeft het leger nog steeds reservisten ofte gewezen dienstplichtigen. Maar die verdwijnen stilaan. Om daar wat aan te doen, werd al in 2001 een nieuwe reserve gelanceerd: vrijwilligers die via (weekend)cursussen en oefeningen militaire ervaring opbouwen.
Tot dusver is dat een vrij moeizaam proces. De jongste hervormingsnota van het leger wil nu echt werk maken van die nieuwe reserve. Een van de pistes is een
van 600 operationele reservisten die, gespreid over vijf gevechtsbataljons, elk een aparte reservecompagnie zullen vormen. Die reservisten zullen uiteindelijk meedraaien in de straatpatrouilles.
In mei startte een proefproject bij het 12de/13de Liniebataljon in Spa. Gisteren stelde generaalmajoor Marc Thys, commandant van de landcomponent, in het ijzig koude kamp van Elsenborn de eerste resultaten voor. “Onbekend is onbemind”, reageert de generaal op de kritiek dat de
pool nieuwe reserve maar met mondjesmaat groeit. “We moeten meer naar buiten komen. We kregen voor dit pilootproject een zeventigtal kandidaten waarvan er hier veertig aan de oefening deelnemen. Wegens hun burgerberoep kan uiteraard niet iedereen zich vrijmaken.”
“Deze oefening is al hun vierde trainingsperiode. Bedoeling is om hen vanaf april in te zetten in de straatpatrouilles. Wellicht zal het gaan om twee secties van acht man. Telkens voor een korte tijd. Daartoe hebben ze dezelfde opleiding gekregen van veertien weken, zoals elke infanterist.”
“Vorig jaar hebben we honderd reservistenfuncties opengesteld en kregen we 83 kandidaten. Volgend jaar worden er 160 opengesteld. Mensen in openbare dienst kunnen gemakkelijker aan een rappel meedoen. Maar we willen ook de privésector overtuigen.”
Bij de nieuwe reservisten ook de 25-jarige Antwerpenaar Nicolaas Van Uffelen, afgestudeerd aan de KULeuven, financieel auditor in Brussel én ... reserve-onderluitenant. “Mijn vader was reservist en ik voelde me altijd al aangetrokken tot defensie. Maar niet om er mijn beroep van te maken. Toen ik drie jaar geleden las over de nieuwe reserve leek me dat wél iets voor mij. Ik heb me ingeschreven bij het rekruteringskantoor op de Antwerpse Belgiëlei. Intussen ben ik al een tijdlang ingedeeld bij het provinciecommando van Antwerpen. De voorbije twee jaar deed ik telkens een tiental dagen oefeningen, zowel op het terrein als in het kader van rampenbestrijding. Dit jaar kom ik al op zo’n 22 trainingsdagen. Hier in Elsenborn gaat het om het halen van de kwalificatie van infanterist met nachtoefeningen, kaartlezen, schieten en meer.
De Antwerpse provinciecommandant, kolonel Paul Haccuria, volgt met meer dan gewone belangstelling het experiment. Door de haven heeft hij 44 reservisten. Zestien daarvan zijn van de nieuwe reserve. “Toen ik hoorde van het proefproject in Spa heb ik meteen contact gezocht om er ook reservisten van hier bij te betrekken. Na de rampenoefeningen hier is dat voor hen toch een mooie afwisseling met de wat avontuurlijkere kant van het militair zijn.”