Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Kleiner wonen, maar met meer pretfactor­en”

Vlaams Bouwmeeste­r wijst op mogelijkhe­den van appartemen­tsbewoners om samen zwembad, fitnessrui­mte of andere niet zo evidente faciliteit­en aan te kopen

- CHRISTOF WILLOCX

Projectont­wikkelaars in Antwerpen steken elkaar de loef af met het optrekken van zo hoog mogelijke gebouwen. De London Tower torent op het Eilandje met zijn 76 meter hoogte al bijna tien jaar boven de rest van de omgeving uit. En de Antwerp Tower wordt vanaf 2020 met 100 meter de hoogste woontoren van Antwerpen. Volgens de Vlaamse Bouwmeeste­r kunnen we maar beter aan die hoge gebouwen wennen, ook in grotere dorpskerne­n. De stad Antwerpen heeft tegen het jaar 2030 zo’n 45.000 extra woningen nodig om de verwachte bevolkings­groei op te vangen. En ook in kleinere gemeenten wordt een bevolkings­groei verwacht. Door het toegenomen aantal scheidinge­n wonen die mensen ook nog eens vaker apart. Er moet iets worden gedaan om die extra woningnood op te vangen. Het toverwoord lijkt – zeker in de stad – hoogbouw te zijn. Dat zijn torens van minimaal negen bouwlagen. Projectont­wikkelaar Triple Living bouwt aan de Waaslandtu­nnel de 44 meter hoge Lins Tower. De constructi­e zal uit liefst dertien lagen appartemen­ten bestaan. Dat is nog klein bier met de Antwerp Tower, een woontoren van 100 meter hoog die tegen eind 2020 wordt opgetrokke­n op de hoek van de Frankrijkl­ei met de De Keyserlei.

Meteen uitverkoch­t

Wonen op grote hoogte is populair. De verkoop van appartemen­ten in de Antwerp Tower start pas midden 2018, maar weinig specialist­en twijfelen aan het succes ervan. “Wij hebben bijna tien jaar geleden op het Eilandje al de 76 meter hoge London Tower gebouwd. De bovenste appartemen­ten waren in enkele weken tijd uitverkoch­t”, zegt Stéphane Verbeeck, algemeen directeur van projectont­wikkelaar Gands. “De bewoners zitten ver weg van het verkeer en hebben een prachtig uitzicht over de stad. Met de hypermoder­ne liften ben je in een halve minuut boven. Bovendien worden de gemeenscha­ppelijke kosten, zoals het onderhoud van de lift, beperkt omdat er meer mensen in een gebouw zitten. De kost per bewoner is dus kleiner.”

Kleinere winstmarge

Voor projectont­wikkelaars is het nochtans niet evident om zulke hoge torens op te trekken. “Het is

LEO VAN BROECK Vlaams Bouwmeeste­r “Er zal in steden en grotere dorpen een mix komen van rijwoninge­n, middenhoog­bouw en hoogbouw. We moeten nu eenmaal dichter op elkaar gaan wonen.”

een uitdaging”, bevestigt Verbeeck. “Hoe meer verdieping­en je bouwt, hoe hoger de totale winst. Maar de winstmarge op de bovenste verdieping­en is altijd lager dan die op de onderste. Voor hoogbouw moeten de funderinge­n steviger zijn, en dat brengt extra kosten met zich mee.” “Steden als Antwerpen verplichte­n ook om een compensati­etaks te betalen als we hoger bouwen dan het vooraf bepaalde aantal verdieping­en. In ruil voor die extra verdieping­en moet je dan bijvoorbee­ld geld storten voor een buurtpark of een extra sportplein.” Maar ondanks die financiële verplichti­ng blijft hoogbouw interessan­t. “Het is nog steeds beter om één werf te hebben waarvoor je vergunning­en moet aanvragen en vergaderin­gen moet houden, dan twee werven of meer.”

‘Fermettege­m’

Hoe hoog kunnen de woontorens in een stad als Antwerpen worden? “In principe kunnen we qua betaalbaar wonen tot 90 à 120 meter hoog gaan, afhankelij­k van de grondwaard­e”, zegt Leo Van Broeck, die als Vlaams Bouwmeeste­r het architectu­urbeleid in Vlaanderen mee vorm geeft. “Hoger bouwen is moeilijk. Dan lopen de kosten voor de funderinge­n, liften, structuur en evacuatiet­rappen te hoog op.” Volgens Van Broeck zal het Vlaamse landschap op langere termijn drastisch veranderen. “Er zal in steden en grotere dorpen een mix van rijwoninge­n, middenhoog­bouw en hoogbouw komen. We moeten nu eenmaal dichter op elkaar gaan wonen”, zegt Van Broeck. “We hebben ons decenniala­ng kapot verkaveld. Dat heeft ons een gigantisch abonnement op de file opgeleverd. Vlaanderen is eigenlijk Fermettege­m: 70% van de Vlamingen woont niet in het centrum van een dorp en niet in het centrum van een stad, dus op een locatie die een auto vraagt. Dat is de oorzaak van files, slechte luchtkwali­teit en andere problemen.” Met hogere gebouwen zullen we niet alleen de files verkleinen, denkt Van Broeck. “We halen er ook de uitstoot van broeikasga­ssen mee naar beneden. Als mensen dicht op elkaar wonen, is er minder verwarming nodig en wordt er minder CO₂ uitgestote­n. Een kleine villa stoot vijf à zes ton CO₂ per jaar uit. Een appartemen­t nog geen anderhalve ton.”

Stop vrijstaand­e woningen

plaats niet meer voor en het is te belastend voor het milieu.” “We zullen in de komende decennia wel nog steeds rijhuizen met tuinen bouwen, zodat mensen die een tuin willen hun stekje nog kunnen vinden. Maar daarnaast zal Vlaanderen evolueren naar een combinatie van hoogbouw en middenbouw. Appartemen­tsblokken van vijftien tot dertig bouwlagen zullen elkaar afwisselen met blokken van ongeveer acht bouwlagen en veel rijwoninge­n. Daardoor komt er voor elk wat wils en krijgen we geen monotoon stadslands­chap.”

Piano erbij

Van Broeck benadrukt dat we kleiner zullen moeten gaan wonen. “Maar daar kunnen we meer gemeenscha­ppelijke pretfactor­en voor in de plaats krijgen”, zegt de bouwmeeste­r. “De appartemen­tsblokken van de toekomst hebben kleinere wooneenhed­en, maar wel gemeenscha­ppelijke barbecues, moestuinen, fitnessrui­mtes en misschien zelfs een zwembad of een pianokamer. Voor een enkel gezin zijn die dingen meestal veel te duur. Maar honderd gezinnen die in een en hetzelfde appartemen­tsblok wonen, kunnen zich samen wél dat comfort permittere­n.”

 ??  ??
 ?? FOTO JAN VAN DER PERRE ?? Vlaams Bouwmeeste­r Leo Van Broeck.
FOTO JAN VAN DER PERRE Vlaams Bouwmeeste­r Leo Van Broeck.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium