Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Ik loop, dus ik ben
Filosofe Hanna Vandenbussche buitenbeentje op Europese titelstrijd
Is er een verband tussen filosofie en atletiek? Alleszins wel op de KU Leuven, waar Hanna Vandenbussche (30) haar tijd netjes verdeelt tussen haar voorbereiding op het EK van morgen en een doctoraat over de Franse filosoof René Descartes. Ik loop, dus ik ben, zeg maar.
Hanna Vandenbussche, die wordt getraind door Veerle Dejaeghere, is regerend Belgisch kampioene op de marathon. Als u haar kent, is dat misschien ook omdat ze in 2016 op het nippertje naast de olympische marathon greep. Ze liep de limiet, maar drie landgenotes deden nog beter. “Ik denk er niet vaak meer aan terug. Ik was vooral euforisch toen ik vorige week bericht kreeg dat ik eindelijk naar een internationaal kampioenschap kan.” Dat kampioenschap is het EK veldlopen, dat zondag plaatsvindt in het Slovaakse Samorin. “De selectiecriteria op basis waarvan ik ben aangeduid, zeggen top twintig. Ik zou al heel blij zijn met top dertig”, zegt Vandenbussche, die als doctoraatsstudente aan de KU Leuven alleszins een buitenbeentje is in de atletiekwereld. Zelf houdt ze die twee werelden het liefst gescheiden. “Tegen andere atleten probeer ik niet over filosofie te beginnen zeuren en ook op het werk begin ik niet over de sport. En filosoferen tijdens het lopen lukt al evenmin. Daarvoor ben ik dan te geconcentreerd op die training.” Wel plaatst Vandenbussche haar twee hoofdbezigheden op gelijke hoogte. Maar krijgt ze ook erkenning voor beide? “Sommige professoren zijn alleen geïnteresseerd in mijn sportieve prestaties. Dat vind ik jammer. Ik wil mijn twee passies voluit beoefenen.” Is er dan helemaal geen link tussen topsport en filosofie?
“Mijn doctoraat gaat over de visies van Descartes en Pascal rond het zelf. Descartes beweert dat we onszelf wel altijd min of meer kunnen waarderen, Pascal gelooft dat een zelfbeeld altijd wat illusionair is. Aan die ideeën moet ik denken nu ik wat in de belangstelling sta. Dan vraag ik me af of het beeld dat van mij wordt neergezet wel klopt.” Toen wij Vandenbussche contacteerden, verbleef ze nog in Dijon, de hoofdstad van het departement Côte-d’Or in Midden-Franrijk. Ze brengt er zo’n twee maanden per jaar door. “Eén van mijn promotoren is er prof en ik ga er nu al vijf jaar naartoe. Tegelijk gebruik ik het als een soort trainingsstage. Een dag in Dijon verloopt volgens een vaste structuur. Na het opstaan doe ik stabilisatieoefeningen, dan ga ik drie kilometer loslopen om wakker te worden. Na het ontbijt werk ik tot de middag en na de lunch installeer ik mij in de bibliotheek. In de namiddag volgt de training, om daarna nog een uurtje te lezen en dan te eten. Heel spannend is mijn leven dus niet. Maar ik haal er veel energie uit en ik heb geen afleiding.”
Eén week platte rust
De meeste van haar concurrentes zijn profatleten, maar de filosofe hoor je niet klagen over het combineren van werk en training. “Ik kom wel aan acht uur werk per dag, maar wanneer ik ga lopen kies ik. Dit jaar moet ik ook minder monitoraatsoefeningen geven. Het enige zware vind ik dat ik ook ombudsvrouw ben. Soms moet ik lastige beslissingen nemen, en dat kan vooral mentaal wel eens doorwegen.” Na het BK marathon in oktober stond het veldloopseizoen al meteen voor de deur, dus moest er een snelle switch gemaakt worden. “Na een week platte rust zijn we met het snellere werk begonnen. Ik doe maar 80 kilometer per week, terwijl ik er bij mijn vorige trainer soms 120 liep. Veel concurrentes gaan tot 150 kilometer en meer, maar mijn lichaam is daar niet voor gebouwd.”
Hanna Vandenbussche “Filosoferen tijdens het lopen lukt me niet. Daarvoor ben ik dan te geconcentreerd.”