Gazet van Antwerpen Stad en Rand
EXPOLITICUS FRANK VANDENBROUCKE
Professor en expoliticus Frank Vandenbroucke over de Belgische prestaties in Europa
“Geef mensen meer keuzevrijheid over hun pensioenleeftijd”
In een exclusief interview met uw krant breekt professor en voormalig sp.a-kopstuk Frank Vandenbroucke een lans voor meer keuzevrijheid over
pensioenleeftijd. “Mensen moeten vroeger kunnen stoppen. Bijvoorbeeld op hun 62ste, ook al hebben ze de wettelijke loopbaannorm van 42 jaar nog niet bereikt. In ruil voor minder geld welteverstaan.” Voor Vandenbroucke moet de regering ook de mogelijkheid creëren om het pensioen gedeeltelijk op te nemen en daarnaast deeltijds te blijven werken.
Hoe goed of slecht doet België het? Als er iemand is die het weet, dan is het professor en exsp.apoliticus Frank Vandenbroucke (62). “We mogen tegen Europa niet zo hoogmoedig worden als de Nederlanders, want dat is riskant”, waarschuwt hij. Frank Vandenbroucke heeft het druk. De enige mogelijkheid om hem te interviewen is ’s avonds laat bij hem thuis in zijn appartement in Tervuren. We willen het met hem hebben over de prestaties van ons land op het vlak van werk, pensioenen en armoede. Stuk voor stuk domeinen waarin Vdb mag worden beschouwd als een van de meest gezaghebbende deskundigen.
U hebt de verschillen tussen ons land en Nederland bestudeerd. Wie verdeelt de welvaart beter? Het is vervelend om het te moeten zeggen, maar qua armoede zijn onze cijfers minder goed (zie grafiek). Let wel, Nederland is niet perfect. Ook daar neemt de armoede toe en is er vooral veel onzekerheid, zowel over het werk dat mensen hebben als over hun pensioen. Maar terwijl 7% van de Nederlandse bevolking sommige basisbehoeften niet kan bevredigen, gaat het bij ons om 12%. De kloof wordt wel wat kleiner. In beide landen is er een verschuiving van ouderen naar jongeren, die onder meer te maken heeft met de toename van het aantal laag betaalde jobs. De kansarmoede neemt dus toe.
Verliezen we het duel ook op de arbeidsmarkt? Nederland heeft meer ingezet op loonmatiging en op die goedkope, flexibele jobs. Daar werkt nu 18% van de mensen voor een laag loon, bij ons nog geen 4%. Veel mensen werken deeltijds of in tijdelijke jobs. En veel studenten klussen bij. Het aantal zelfstandigen zonder personeel – de ZZP’ers – is enorm gestegen, een deel van die mensen heeft het moeilijk. Maar als je kijkt naar het aantal mensen dat aan het werk is, dan doet Nederland het beter.
Moeten wij dat Nederlandse Poldermodel overnemen? Dat zou ik niet doen, want Nederland is wat te ver doorgeschoten. Door de loonmatiging zijn de bedrijven competitiever geworden, wat heeft geleid tot een exportsucces. Maar het sociaal overleg raakt stilaan de controle kwijt, waardoor de onzekerheid bij de bevolking toeneemt. De ZZP’ers bouwen onvoldoende of geen pensioen op. In die val mogen wij niet trappen.
Wat moeten we dan wel doen? We moeten openstaan voor het idee om meer jongeren aan het werk te helpen die goedkoop zijn voor de werkgevers. De vakbonden staan daar kritisch tegenover, maar het is een deel van de oplossing, zeker voor Brussel en Wallonië. De overheid kan de lasten voor de werkgevers verlagen zonder dat de nettolonen lager worden. In Nederland zijn de minimumlonen te laag geworden, dat mogen wij niet laten gebeuren.
En de pensioenen? Onze wettelijke pensioenen zijn maar net hoger dan het OESOgemiddelde. En alweer doet Nederland het beter. Nederland heeft traditioneel een veel beter pensioenstelsel, door de sterke combinatie van de AOW (het wettelijk basispensioen, red.) en de pensioenfondsen, waarin heel veel is geïnvesteerd. Dat kunnen wij niet meer kopiëren. Maar we moeten ons eigen systeem wel hervormen en verbeteren. Hoe kan dat? De Nederlandse regering vraagt aan de sociale partners om een systeem uit te werken. Dat mis ik in België. Bij ons heeft toenmalig minister van Pensioenen Alexander De Croo (Open Vld, red.) in 2013 die opdracht gegeven aan een onafhankelijke commissie, waarvan ik deel uitmaakte. In 2014 hebben wij ons rapport ingediend bij de nieuwe premier Charles Michel. Zijn regeerakkoord verwijst er uitvoerig naar, maar helaas is er sindsdien weinig mee gedaan. Deze regering neemt stap voor stap maatregelen die soms overeenkomstig maar soms ook in strijd zijn met ons rapport. Ik mis een globale visie en overleg. Maar ik blijf de kar duwen en hopen voor de toekomst.
We verlaten nog steeds te vroeg de werkvloer. Uit een enquête van Securex blijkt dat slechts 8% wil werken tot 67 jaar. Ruim 60% wil stoppen op 60 jaar of vroeger. Daarom moet de regering de mensen ervan overtuigen dat langer werken niet alleen noodzakelijk is maar ook betere perspectieven oplevert. Als je grondig wil hervormen, dan moet je eerst de volgende vragen beantwoorden: wat moet een pensioen op lange termijn opleveren? Hoe hoog moet het zijn in verhouding tot de levensstandaard van werkende mensen? Het is perfect mogelijk om het stelsel daarop af te stemmen. Daarnaast moet er ook keuzevrijheid zijn, zodat de mensen vroeger kunnen stoppen dan de wettelijke pensioenleeftijd. In ruil voor minder geld welteverstaan, met een bonus voor wie langer werkt en een malus voor wie vroeger stopt, bijvoorbeeld op zijn 62ste. Zou u de minimale loop baan van 42 jaar afschaffen? Er moet een minimum zijn, om de mensen tegen zichzelf te beschermen. Maar de regering kan ook de mogelijkheid creëren om het pensioen alvast gedeeltelijk op te nemen en daarnaast deeltijds te blijven werken.
U adviseert ook de Europese instanties. Welke rol kan Europa spelen in de sociale hervormingen? Vorige maand is in Göteborg de Europese Pijler van Sociale Rechten afgekondigd. Voorlopig is dat nog een lijst van twintig mooie principes, maar het betekent wel een stap in de goede richting. 2017 kan een keerpunt worden, al ben ik daar nog niet zo gerust in, want de EU-lidstaten moeten willen meewerken.
Europa belooft nieuwe, betere rechten voor de burgers. De EU heeft twintig jaar meer flexibiliteit gepredikt, maar ziet nu in dat dit een eenzijdig verhaal is. De slinger zwaait gelukkig weer naar het midden. Als we evolueren naar meer sociale stabiliteit en meer koopkracht, dan is dat ook goed voor de economie. Dus: een goed minimumloon, zekerheid op de arbeidsmarkt, sociale bescherming, betere toegang tot de gezondheidszorg… Dat is allemaal niet zo evident als het lijkt.
En het is theorie. Zal er ook iets van terechtkomen? Europees commissaris voor Sociale Zaken Marianne Thyssen (CD&V, red.) heeft met haar akkoord over detachering alvast goed werk verricht. Nu moet de Pijler van de EU worden omgezet in concrete maatregelen. Dat kan via drie methodes: Europese wetgeving, financiële ondersteuning en strenge opvolging van wat de lidstaten doen. Ik adviseer onze regering om mee te gaan in dat verhaal en zelfs de rol van voortrekker op te nemen. We mogen niet in het defensief gaan tegen Europa, want dat is een riskante koers. Het is niet goed voor onze economie. Als we voeding geven aan onze frustratie over Europa, dan komt dat als een boemerang in ons gezicht terug.
De NVA, onze grootste regeringspartij, is een koele minnaar van Europa. Net als Nederland, waar het economisch succes heeft geleid tot een zekere hoogmoed. Een zéér grote vergissing. Wij zijn niet hoogmoedig, omdat we het minder goed doen. Maar de N-VA surft wel mee op de trend om kritisch te staan tegenover Europa, zonder daar al te veel bij na te denken. Ondervoorzitter en Europees Parlementslid Sander Loones