Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Minder klagen en meer genieten van alles wat we hebben”
KAREL VAN EETVELT CEO FEBELFIN ANTWERPEN
Het zijn de laatste dagen van het jaar, ideaal dus om te reflecteren. Enkele weken geleden was ik in Oeganda. Op uitnodiging van Trias, een Vlaamse ngo die in vijftien landen in Azië, Afrika en Latijns-Amerika actief is. De organisatie steunt ruim vier miljoen boeren en kleine ondernemers via allerlei activiteiten en lokale initiatieven. Dit gebeurt via vormingen en overdracht van kennis, soms zelfs van materiaal. Of door het helpen oprichten van coöperatieven die de lokale ondernemers sterker maken. In feite beoogt Trias miniversies van Unizo en de Boerenbond, met het idee de zelfredzaamheid van ondernemers te versterken en hen op die manier ook een stem te geven richting beleid. Het mag dan ook niet verwonderen dat Unizo en de Boerenbond vijftig jaar geleden de grondleggers waren van deze ngo.
Zo’n bezoeken ter plaatse zijn altijd interessant. Vooral als oefening in relativeringsvermogen. Want hoe zeer de situatie hier verschilt met die ginder, je probeert toch overeenkomsten te zien. En die zijn er. Tijdens meetings met ondernemers hoor ik bijvoorbeeld dezelfde klachten als hier. De belastingen zijn te hoog, en er zijn te veel domme regeltjes. Ook de inzet is dezelfde: als ondernemer pak je een risico waarvoor je je hele hebben en houden op het spel zet. Van de andere kant zijn er natuurlijk de grote verschillen. Vooral in het kader waarbinnen het ondernemen plaatsvindt. En dat leer je het best van een concreet voorbeeld, zoals van een kleine ondernemer ter plaatse. De man had zijn eigen bedrijfje uit de grond gestampt, een handel in kruiden die levert aan winkels en restaurants. Wat mij opviel, was dat de definitie van familiezaak bij hem zeer letterlijk te nemen was. Hij had zijn garage omgebouwd tot atelier en een van de slaapkamers opgeofferd als opslagruimte. En zowat alle familieleden speelden hun rol in het geheel. Tijdens mijn bezoek vroeg ik de enthousiaste ondernemer of hij de machines waarmee hij de kruiden maalt eens aan het werk kon laten zien. Helaas, dat was niet mogelijk, er was die dag geen elektriciteit… Voor ons is zoiets totaal ondenkbaar, voor hen is dat normaal. Tegen zo’n situaties kunnen zij zich niet beschermen. Elk juridisch kader ontbreekt. Ook het systeem van sociale rechten en plichten zoals wij dat kennen en waarover vanwege de administratieve rompslomp ook veel wordt geklaagd, is bij hen onbestaande. Dat klagen krijg ik in Oeganda trouwens niet uitgelegd. Net zo min als het waarom van een staking of een betoging wanneer er iets dreigt te veranderen aan een van de vele sociale verworvenheden. Als je van een land als Oeganda komt, kan je niet anders dan minder klagen over wat we niet hebben en meer genieten van alles wat we wel hebben. En de rust en stabiliteit koesteren die er bij ons toch echt wel is.