Gazet van Antwerpen Stad en Rand
ALYSSA GONZALEZ Shopper op de Meir
Duurste winkelstraat van het land trekt nieuwe winkels en meer bezoekers aan
‘‘Ik shop veel liever op de Meir dan bij ons in Rotterdam. Je voelt gewoon dat je hier in een modestad bent.’’
Straks nog wat kerstshoppen op de Meir? Proficiat, dan bent u één van de 16 miljoen mensen die jaarlijks over de Meir loopt, op zoek naar geluk in een winkelzak. De Meir heeft de komst van shoppingcenters overleefd, van ecommerce en van de terreurdreiging. “Want het aantal Meirbezoekers zit vandaag in stijgende lijn”, zegt schepen van Middenstand Koen Kennis (NVA). Wat is het geheim van Vlaanderens mooiste?
Zelf is hij geen fervent shopper. “Toch ken ik de Meir goed, ik laat me geregeld meeslepen door mijn vrouw”, zegt Koen Kennis, die het lintje van de nieuwe Hemaflagshipstore komt doorknippen. Hema, Monki, Weekday, straks Primark… De Meir, ook al is het de duurste straat van het land om een winkelpand te huren, zit in de lift.
De Sint is terug naar Spanje. Dat betekent het startschot voor de kerstshoppers, die cadeautjes en prijskaartjes staan te keuren in de vele winkels op de Meir. Het duurste prijskaartje op de Meir plakt op de tegel onder je voeten: één vierkante meter winkelpand kost 1.950 euro, waardoor de Meir de duurste straat van België is. “Of we daar trots op moeten zijn? Trots is niet het goede woord”, vindt Koen Kennis. “Het duidt wel aan dat de Meir een van de meest gegeerde en populaire winkelstraten is van het land. Ik noem ze altijd de mooiste winkelstraat van de Benelux. Aan Nederlanders die hier komen shoppen is er alvast geen gebrek… En, eerlijk gezegd: met alle prachtige historische panden en paleizen waar de winkels hier in gehuisvest zijn, vind ik de Meir eigenlijk de mooiste winkelstraat ter wereld. Als je hier naar boven kijkt, over de etalages heen, dan zie je hier prachtige gedecoreerde gevels… ja, zo is over de Meir lopen een plezier, ook al ben je niet verzot op shoppen.”
Fuifschepen
Kennis zakte in zijn studentenjaren af naar de Meir om er te gaan fuiven. “In de toenmalige stadsfeestzaal waren er toen cantussen en fuiven. Na de brand is dat gebouw prachtig gerenoveerd tot een shoppingcentrum: ik moet zeggen dat die prachtige trappen en balkons vandaag veel beter tot hun recht komen tussen de winkels dan tussen de studenten.” Van shoppingcentra als Wijnegem werd een tijd gevreesd dat ze de doodsteek zouden worden voor de Meir. “En de Meir heeft zichzelf heruitgevonden, onder meer door zelf overdekte shoppingcentra, zoals de Stadsfeestzaal, uit te bouwen. En door meer in te zetten op beleving, met modeshows en vernieuwende winkelconcepten. Eigenlijk is de Meir één groot openlucht-shoppingcentrum geworden.” Zelfs e-commerce, terreurdreiging en de knip hebben de Meir niet klein gekregen. “Na de aanslagen in Brussel hebben we tijdelijk een dip gezien in het aantal bezoekers, maar in het najaar had die zich al hersteld. We zitten nu al lang terug op het niveau van voor de aanslagen, met 1,4 tot 1,6 miljoen passanten per maand. Dat betekent tot zo’n 80.000 mensen per dag, zeker tijdens piekdagen in de kerstshopperiode. En dat aantal is in stijgende lijn aan het gaan.” En nieuwe winkels als H&M-dochters Weekday en Monki of vernieuwde winkelconcepten, zoals dat van Hema, openen in sneltempo de deuren. “Het idee dat online shoppen het winkelen in de stad vervangt, klopt niet: het is een enenverhaal. Ja, mensen kopen online, maar ze komen ook graag kijken, voelen, passen, kiezen in een winkelstraat. Het beste voorbeeld daarvan zijn onlinewinkels die ook de deuren openen in een winkelstraat, zoals Joe Merino.” Joe wie? “In Haarlem heb ik dat merk leren kennen, ze hebben er een winkel met truien van merinowol, alleen maar dat, in allerlei kleuren en modellen. Die man was online begonnen, en had twee échte winkels geopend, om als merk te kunnen groeien. En nu ook een derde in Antwerpen, waar ik graag langsloop. Een winkel openen in de grote winkelstraten, dat is gewoon reclame voor je merk. 16 miljoen mensen die je zien, dat is niet niks.” Ook de Coolblues van deze wereld openen bakstenen winkels, op de A12 dan. Is dat geen nieuwe concurrent voor de Meir, in tijden van knip en fileleed? Er ging ook net een nieuwe Paris Ici XL en Hema daar open… “Ik ben geen groot voorstander van baanwinkels zoals op de Boomsesteenweg”, zegt Kennis. “Traditionele lintbebouwing met winkels, zie ik liever niet. Baanwinkels zoals in Frankrijk, waarbij je een cluster van winkels naast een baan krijgt, dat is al beter.
Rookworst
Tegelijkertijd een nieuwe Hema op de Meir openen en op de Boomsesteenweg, betekent dat dat ze bij Hema bang zijn dat een grote groep mensen door de knip de binnenstad gaat mijden? “Nee, dat speelde geen rol, we hebben altijd ook al baanwinkels in ons aanbod gehad, en er zijn heel wat Hema’s in de Antwerpse randgemeenten. We wilden al lang een Hema langs de Boomsesteenweg, die timing is toeval”, zegt Carla Velghe, countrymanager Benelux bij Hema.
Straattheater
Toen Hema dertig jaar geleden op de Meir neerstreek, was hun concept heel vernieuwend, met die gezellige kantine in het midden van de winkel, waar je een stroopwafel bij de koffie kreeg of een warme kom erwtensoep met rookworst. “We willen vernieuwend blijven, en daarom hebben we nu de hele eerste verdieping omgevormd tot restaurant, met verschillende verstogen waarachter je erwtensoep of stroopwafeltaart elke ochtend ambachtelijk klaargemaakt wordt. Je groentenpizza, of poké bowlslaatje kan je à la minute vers samenstellen. In Nederland, waar dit nieuwe flagshipstoreconcept al een paar maanden is uitgerold, zien we dat we zo ook een jonger publiek bereiken.”
Met typische Belgische gerechten zoals quiche, vol-au-vent en garnaalkroketjes, willen ze ook de Antwerpse shoppers met een hongertje over de drempel halen. “Wie Hema nu binnenloopt, ziet dat de winkel nu in werelden is opgedeeld. Je komt nu binnen in de kerst- en cadeauwereld, daarna loop je door de kinderwereld, enzoverder. Babysokjes, doekjes en rompertjes vind je nu naast elkaar, vroeger lagen die in andere afdelingen. Is jouw maat of kleur van rompertje hier niet? Dan bestellen we hem zo voor je online, thuis of in de winkel geleverd. Het is een en-enverhaal. De Meir en onze website vullen mekaar perfect aan.”
Haar kerstcadeaus koopt Alyssa Gonzalez (22) liever op de Meir dan op sites. “Ik vind hier altijd wel iets leuks of lekkers, Belgische chocolade bijvoorbeeld”, zegt de studente kleinkunst uit Rotterdam die in Antwerpen op kot zit. “Ik shop veel liever op de Meir dan bij ons in Rotterdam. Je voelt gewoon dat je hier in een modestad bent: mensen kleden zich mooi op met een hakje erbij. In Rotterdam loop je in een joggingbroek in de winkelstraat, en heeft iedereen iets zwarts of donkers aan. De mensen op de Meir kleden zich kleuriger, klassevoller, met meer gevoel voor mode. In het begin voelde ik me een beetje minderwaardig als ik in mijn jogging over de Meir liep. Nu draag ik ook een mooie mantel: ik heb me hier beter leren kleden, ja.”
De Meir levert Alyssa zelfs inspiratie op om theaterteksten te schrijven. “Dan observeer ik gewoon mensen die voorbijlopen, stel ik me voor wie ze zijn, waarover ze praten… Ik doe ook comedy, en hoe grappig en sappig het Antwerps is dat ik op de Meir hoor, dat verwerk ik in mijn teksten. Het is verbazend met hoe weinig woorden jullie een gesprek kunnen voeren. ‘Ca va?’ zegt de ene. ‘Jaaoh, allé.’ antwoordt de andere. ‘Salukes, he’ En hup, het gesprek is afgelopen… In Nederland klinkt dat niet zo leuk hoor: dat gaat daar van: ‘Lang geleden, joh, hoe is het met jou’ tot ‘nou druk, druk, druk, je weet wel’.”
Muy bueno
Een korte en lange babbel op de Meir, daar houdt Nadia Orban (53) van het wafelkraam ook wel van. “Ik kom elke dag uit Lille in de Kempen naar hier, om wafels te verkopen. Ik ben al van zes uur op vanochtend. Maar ik sta hier met de glimlach, ik werk hier graag. De mensen zijn hier vriendelijk en sociaal, ik had me daar eerlijk gezegd niet aan verwacht zo in het midden van een grootstad. Ik heb hier heel wat vaste klanten die ook graag een babbel komen doen, van de agenten en militairen die voor de veiligheid zorgen tot de scholieren van de Dames wat verderop die graag mijn suikerwafels lusten.” Van Polen tot Spanjaarden die een warme wafel bestellen, Nadia spreekt een mondje mee. “Ik ken een paar woorden Pools, Grieks, Italiaans, Spaans, Arabisch…. Gewoon goedendag, alstublieft en dank je wel. Vaak pik ik die op van de toeristen die hier komen, ik vind het leuk om hun taal een beetje mee te spreken, dan voelen ze zich meteen thuis. Eigenlijk ben ik hier meer thuis dan in Lille, daar woon ik nog maar pas. Hier op de Meir ken ik al veel meer mensen”, glimlacht ze.
Of de Meir in de lift zit, daar heeft Nadia toch haar twijfels bij. “Ik zie minder mensen dan een paar jaar geleden, het is kalmer”, zegt ze, terwijl ze een pollepel warme Belgische chocolade op de suikerwafels van enkele Spanjaarden schept.
Beroemde wafels
Pablo Garcia (32), voor de eerste keer op bezoek in Antwerpen, kan niet wachten om erin te bijten. “Ik ben niet naar Antwerpen gekomen om te shoppen, dat doe ik liever in Spanje, dan moet ik niet met de pakjes sleuren”, zegt hij. “Nee, ik wil hier Belgisch eten proeven, zoals jullie beroemde wafels en chocolade.” En de Meir, maakt die indruk? “Pfff, ik zie geen verschil met een winkelstraat in Spanje. Alle winkelstraten in Europa lijken op elkaar, overal zijn dezelfde winkels, dezelfde ketens. En mooie gebouwen? Ja, die hebben we in de Spaanse winkelstraten ook.” Gelukkig zijn er nog de wafels van Nadia die een uitstekende indruk maken: “Muy bueno”, oordelen Pablo en zijn Spaanse vrienden. “Het zijn dan ook de beste wafels van België”, lacht Nadia trots.
Wonen in paleis
De beste plek in Antwerpen om te wonen? Als je het aan Saskia Aelen (32) vraagt, is dat op de Meir. “Ik heb het plezier gehad om vijf jaar lang boven de Armaniwinkel te wonen, aan het begin van de Meir. Strikt genomen heet dat verbindingsstukje tussen de De Keyserlei en de Meir waar ons paleis stond de Leysstraat, maar iedereen noemt dat eigenlijk toch ook gewoon de Meir.” Goedkoop wonen was het niet boven Armani. “We betaalden zo’n 1.500 euro per maand, maar daarvoor hadden we wel verschillende atelierruimtes, vier badkamers… Ik ben zelf ontwerpster, en we deelden de atelierruimtes met een paar creatievelingen. Ik en mijn vriend woonden er ook. En dat was fantastisch wonen, de enige reden waarom ik verhuisd ben, was omdat we weg moesten. De huisbaas ging renoveren…”
Moet je niet altijd tien minuten parkeerplaats zoeken als je op de Meir woont? “Nee, want het winkelpersoneel van de Meir parkeert hier ook in de straten vlakbij. Als zij ’s avonds naar huis gaan, zijn er plaatsen genoeg vrij. Waar we nu in Berchem wonen, is parkeren minder evident. Het mooiste aan op de Meir wonen, is de stilte, het licht en de ruimte die je er hebt. Er rijden geen auto’s, dus je woont er superrustig. En het prachtige historische gebouw waarin we zaten, maakte dat we ons in een ‘paleis’ waanden. Zo noemden we het ook: ons paleis op de Meir.” Was de shopverleiding niet te groot, met al die winkels elke dag aan je voeten? “Nee, dat valt mee. Ik vond het inspirerend om tussen de winkels te wonen, altijd de nieuwe collecties te zien hangen, dat geeft een goede vibe. En als je als ontwerpster klanten kan ontvangen in een ‘paleis’ aan de Meir, dat maakt echt een supergoede indruk. Nee, mocht ik kunnen, ik zou morgen zo weer naar de Meir verhuizen. Het is een fijne shoppingstraat, maar een super woonstraat.”
KOEN KENNIS Schepen van Middenstand (NVA) ‘‘Na de aanslagen in Brussel hebben we een dip gezien in het aantal bezoekers, maar we zitten nu al lang terug op het niveau van voor de aanslagen, met 1,4 tot 1,6 miljoen passanten per maand.” SASKIA AELEN Exbewoonster ‘‘Ik zou zo weer naar de Meir verhuizen. Het is een fijne shoppingstraat, maar een super woonstraat.” CARLA VELGHE Hema ‘‘Het is een enenverhaal. De Meir en onze website vullen mekaar perfect aan.’’