Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Een sneller en beter gerecht
Vraag: hoelang mag het in dit land duren om vreselijke misdaden op te lossen? Antwoord: minstens dertig jaar. Akkoord, niet alle gruwelijkheden zijn zo ingewikkeld als die van de Bende van Nijvel. Maar toch: dit moet het gerecht beter en sneller kunnen.
De nabestaanden van een van de Bende-slachtoffers hebben een verzoekschrift ingediend om de Nederlandse rechtspsycholoog Peter van Koppen het dossier te laten analyseren. Waarom? Omdat de slachtoffers graag willen dat de daders worden gevonden. Kan een rechtspsycholoog daarvoor zorgen? Na een aarzeling antwoordde Peter van Koppen in Terzake: “Met zes medewerkers en wat gratis studenten kunnen wij de scenario’s toetsen. En dan volgt misschien enige zekerheid. Bij de parachutemoord hebben wij ook al geholpen.”
Dat aanbod stemt ons weinig hoopvol. Want de parachutemoord, dat was andere koffie. En wat moeten we trouwens betalen voor enige zekerheid en enkele studenten? De psycholoog: “Laten we zeggen: 891.000 euro. Maar dat is een voorzichtige raming.” Dat is wel het minste wat je ervan kunt zeggen. Al dat geld kan beter naar pakweg de gezondheidszorg, het onderwijs of de fietsveiligheid gaan.
En dus denken wij: laat maar zitten. Hoe kan een handvol leken onder toezicht van een psycholoog nu even een zaak oplossen die talloze slachtoffers, speurders en magistraten al dertig jaar naar de rand van de waanzin drijft en waarvan het dossier miljoenen pagina’s telt?
Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) wil het voorstel van de slachtoffers toch “met de nodige aandacht” bekijken. In de Wetstraat betekent dat vaak: laat maar zitten. Dat zegt de minister niet, want heel Vlaanderen blijft meeleven met de slachtoffers van de Bende. Wij ook, maar waarom zegt Geens niet gewoon waar het op staat?
We wagen een gokje. Die beminnelijke, bekwame maar altijd te voorzichtige Geens wil geen ruzie met de hoogste magistraten van dit land, die achter de schermen misschien wel aan de touwtjes trekken.
De topmagistraten vinden dat een minister zich niet mag bemoeien met hun job. Strikt genomen hebben ze gelijk, want de scheiding der machten is – terecht – een van de pijlers van onze democratie.
Maar wat mag een minister van Justitie dan wel? Hij kan zo hard op tafel slaan dat iedereen het hoort. Dan ontstaat er tenminste een debat over iets dat essentieel is voor alle Belgen. En dan kan elke kiezer laten merken wat hij ervan vindt, wanneer hij straks zijn stem uitbrengt.
En dan? Misschien verandert er dan niets, maar misschien ook weer wel. Misschien hoeven we dan geen dertig jaar meer te wachten op ons recht en onze veiligheid. Hoop doet leven.