Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Goud voor Wout van Aert, Thijs Aerts en Sanne Cant
Wout van Aert wordt in Koksijde na spannend duel met Laurens Sweeck opnieuw Belgisch kampioen
Het wordt een rijtje voor quizzers. Op welke plaatsen werd Van Aert Belgisch kampioen veldrijden? Lille, Oostende en Koksijde. Maar die laatste zal bij Van Aert net wat langer blijven hangen. “Want dit was de moeilijkste van allemaal”, klonk het. “Het leek wel alsof Sweeck het zand niet voelde.”
Hij had het zelf voorspeld: iedereen die zomaar een nieuwe onemanshow verwachtte, kon wel eens bedrogen uitkomen. “Omdat ik weet dat er geen makkelijke kampioenschappen bestaan”, zei de Belgische kampioen. “Het lijkt voor de buitenwereld misschien makkelijk. Maar je ziet, dit was de moeilijkste titel van de drie. Laurens Sweeck is gewoon goed in het zand. Dat weten we al langer. Plus: hij kan zich specifiek voorbereiden op een kampioenschap. Bijvoorbeeld door in de kerstperiode een cross volledig te laten schieten. Vaak is hij op een kampioenschap ook nog net iets beter dan in een andere koers. Dat was bij de jeugd al zo.”
“Ik heb nooit gepanikeerd. Alleen zag ik wel dat Laurens maar geen fout maakte en knal in mijn wiel bleef zitten. Zoals hij op zeker moment door het zand reed, dat was niet normaal. Alsof hij het zand niet voelde. Ik reed bij die ene passage er zelf best goed doorheen en toch lag ik meer dan vijf seconden achter. Maar uiteindelijk bleek ik in de finale dan toch iets meer overschot te hebben.”
“Tijdens de Brabançonne blijf ik het moeilijk krijgen. Dan speelt de hele film van de koers en de voorbereiding weer door je hoofd. Altijd weer kippenvel. Het blijft speciaal. Ook al weet je wat er gaat gebeuren, als je die trui krijgt, is het genieten.”
Wout van Aert trekt straks met het vertrouwen van de vorige jaren naar het WK. “Terwijl het bij Mathieu (van der Poel, red.) toch stilaan door het hoofd moet spoken dat hij bij de vorige twee WK’s vooraf onklopbaar werd geacht en het door omstandigheden telkens liet liggen”, zegt de Kempenaar. “Zeker nu hij deze winter overal gewonnen heeft. Daardoor is het nog meer van moeten voor hem. Ach, we hebben de volgende weken nog tijd genoeg om daar over te zeveren. Nu eerst genieten van mijn titel.”
G oed nieuws voor het veldrijden. De sport kan dan toch nog een beetje verrassen. Lange tijd was het BK veel spannender dan we vooraf ooit hadden durven hopen. Met grote dank aan Laurens Sweeck. Pas na driekwart wedstrijd viel alles in de plooi die iedereen had verwacht. En stond Van Aert als vanouds in de Belgische trui.
Het kan dus toch. Een cross die tot diep in de wedstrijd spannend blijft. De timing kon zelfs niet beter zijn. Na een week waarin het dalletje waarin de sport onmiskenbaar zit, aan de kaak werd gesteld. Met de Belgische dominantie van Van Aert en de daaruit voortvloeiende grote voorspelbaarheid als één van de grote boosdoeners. Net dan kregen we eindelijk weer eens een wedstrijd die je niet toeliet om al na vijf minuten een nieuw pilsje uit de ijskast te halen eindelijk een beetje spanning. Wat de verdienste was van één man. Misschien hadden we het vooraf zelfs moeten weten. Het staat letterlijk op de persoonlijke website van Laurens Sweeck. Dat Koksijde zijn favoriete parcours is. Een zandspecialist dus. En neem je er ook zijn palmares bij, dan zie je meteen dat hij in zijn tienerjaren zelfs heel lang van het niveau Van der Poel en Van Aert was. Een gewezen Belgische kampioen in werkelijk alle jeugdcategorieën. Het is pas de jongste jaren dat hij de rol moest lossen en één van die renners werd van wie we regelmatig dachten: ‘Legt hij zich niet iets te makkelijk neer bij de dominantie van de grote twee?’
Alleen al dat stemt tot optimisme na dit BK. Er zijn dus toch nog renners die af en toe de handschoen durven opnemen tegen Van Aert. Ditmaal legde Laurens Sweeck zich niet neer bij de overmacht van de wereldkampioen. Wat best gekund had. Na letterlijk vier minuten wedstrijd sloeg Van Aert een eerste kloof. Even goed had Laurens Sweeck daar al de hoop laten varen niemand zou het hem kwalijk genomen worden. Maar dat deed hij niet. Hij kwam terug, nestelde zich in het wiel van Van Aert, reed zichtbaar beter door het zand dan de wereldkampioen, viel zelf aan, zette Van Aert onder druk… Eindelijk kregen we weer eens een duel zoals de cross er dit seizoen te weinig heeft gehad. Of juister: een duel zoals de cross, ook op Belgisch niveau, er meer nodig heeft om aantrekkelijk te blijven voor iedereen. Hoopgevend, zonder meer. Het feit dat Sweeck op ruim twee rondes van het einde toch brak, werd er zelfs haast een detail door. We hadden strijd gekregen.
Het geeft zelfs extra cachet aan de Belgische titel van Van Aert. Dit was anders dan vorig jaar geen walkover waar hij puur op fysieke kracht al zijn landgenoten kon declasseren. Technisch moest hij, zoals hij ruiterlijk toegaf, zelfs buigen voor Sweeck. Maar dan zie je weer dat Van Aert nog zoveel andere kwaliteiten heeft. Al lang voorbij zijn de dagen dat we voor een kampioenschap schreven dat Van Aert niet altijd even stressbestendig was. Zelfs toen Sweeck hem op het zand plots uit de wielen reed, bleef de wereldkampioen ijzig kalm, om even later, op ‘zijn’ stroken, en ditmaal wel dankzij zijn conditionele overmacht het verschil te maken. Sterk, hoe dan ook. En het doet geen kwaad aan de sportieve waarde van deze derde opeenvolgende titel. Laat de criticasters maar beweren dat een crosszege zonder Van der Poel aan de start altijd maar een halve zege is. Of dat de nummers twee tot en met vijf allemaal samen welgeteld één klassementscross hebben gewonnen en de tegenstand dus wel heel relatief was. Het is allemaal waar. Maar acht zeges én een derde opeenvolgende Belgische titel in wat al te vaak als een ‘minder’ seizoen wordt bestempeld, het blijven in alle omstandigheden meer dan aardige cijfers. Nog één keer winnen op het BK en Van Aert beent zelfs Erik De Vlaeminck bij qua aantal Belgische titels. Op zijn 23e. Dan ben en blijf je hoe dan ook een veldritfenomeen. En een oververdiende Belgische kampioen.
Wout van Aert (Belgisch kampioen) ‘‘Dit was de moeilijkste titel van de drie. Het leek wel alsof Laurens Sweeck het zand niet voelde.”