Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Zelfs ongeneeslijk zieken hebben hard gelachen”
Ken (37) uit Brasschaat, verlamd van tenen tot kin Manon (20) uit Hove, lag twee weken in coma
“Ik vind humor heel belangrijk om stoom af te laten”
U
itgerekend een trampoline veranderde het leven van turnleraar Ken Delissen (37). Hij kwam slecht neer en raakte verlamd.
Het drama gebeurde in 2009 in het Kristus Koning Instituut in Sint-Job. “Ik gaf les in het buitengewoon onderwijs”, vertelt Ken. “Bij het voordoen van een oefening op de trampoline kwam ik verkeerd neer, recht op de metalen staaf rondom het toestel. Ik besefte de impact van het ongeval niet direct. Er was sprake van een zwelling in de rug, die op de ruggenwervels drukte. Ik dacht dat ik weer zou kunnen bewegen als die zwelling verdween. Maar al gauw bleek een worstcasescenario in de maak.” “Later kreeg ik een ruggenmergbloeding. Ik kon mijn armen niet meer bewegen en kon ook niet meer zelfstandig ademen. Sindsdien moet ik continu beademd worden via een klein toestel.” Na het ongeval verbleef Ken drie maanden op intensieve zorgen in het Middelheimziekenhuis in Antwerpen, daarna wachtte anderhalf jaar revalidatie in het UZ Gent. “Ik had veel moeite om mijn situatie te aanvaarden. Ik was sportief en bewoog veel. Plots kon ik niet meer bewegen. Ik ging anderhalf jaar naar de psycholoog om te
leren vooruitkijken in het leven. Niet achteruit, want daar werd ik ongelukkig van. Ik moest mezelf opnieuw doelen stellen.”
De Vrije Vlinder
Ook Kens omgeving had het zwaar. “Na het ongeval had ik 24 uur per dag ondersteuning nodig. De zorg viel op de schouders van mijn ouders, die dat niet aankonden. Gelukkig kreeg ik hulp van de leerkrachten op school. Die hadden zich in groepjes ingedeeld en hielpen waar ze konden.” Later kwam Ken terecht in verzorgingstehuis De Vrije Vlinder in Brasschaat. “Waar ik mijn huidige partner heb leren kennen. Zij werkte er als zorgkundige.” Hoe zijn zijn dagen nu gevuld? “Ik wou weer iets om handen hebben, een gevoel creëren dat ik toch nog belangrijk kan zijn. Samen met een ergotherapeute in het ziekenhuis zijn we alle opties nagegaan. Ik was altijd geïnteresseerd in grafische vormgeving, en heb een online cursus gevolgd waar ik me de hele dag mee kan bezighouden. Als ik iets heb gemaakt, kan ik er wel een uur trots naar kijken.”
We zijn inmiddels negen jaar later. “Mijn toestand verergert niet, maar mijn weerstand is zwak. Ik ben gevoelig voor longontstekingen, die nefast kunnen zijn. En ik moet oppassen voor doorligwonden als ik lang in dezelfde houding zit.” “De opnames van Taboe vroegen veel organisatie en planning. Zo heb ik constant thuisverpleging nodig, en een ziekenhuisbed. Achteraf heb ik flink moeten recupereren.” Na de opnames bleef Ken in contact met de makers. “Onlangs mochten we al een ruwe montage zien, en zelfs dan hield men nog rekening met onze opmerkingen.” In het programma valt op dat Ken, ondanks zijn situatie, de glimlach niet verloren is. Geregeld zorgt hij voor een komisch één-tweetje met Geubels. “Ik vind humor heel belangrijk om stoom af te laten. Het doet de pijn even vergeten en maakte de opnames ook draaglijker.”
Lachen met mensen die ongeneeslijk ziek, dik of blind zijn. Of met mensen die arm zijn, een andere huidskleur of een fysieke beperking hebben. Of met holebi’s. Het mag eigenlijk niet, maar in
Taboe doet Philippe Geubels toch een poging. Ken en Manon werkten mee aan de eerste aflevering, en hebben daar geen spijt van. TOM VETS Taboe, zondag, 20.30u, Eén