Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Waarover spreke colleg ’ ?
Burn-out voor beginners. Jij kunt het ook! is de titel van het hilarische boek van Arnout Van den Bossche, ooit kantoorslaaf en vandaag comedian. In zijn boek fileert hij genadeloos het bureaubestaan, dat hij overigens jaren zelf heeft ondergaan.
De onderwerpen in het boek zijn divers, leuk beschreven en best herkenbaar: van emailen, en vergaderen tot de collega’s. “Wie gelooft dat collega’s vooral praten over klantenorders of rentabiliteit, heeft waarschijnlijk geen werk. Begin er ook niet over, anders zul je snel alleen eten in de kantine”, schrijft Van den Bossche. Welke onderwerpen moet je dan wel aansnijden?
DE AIRCO
Als algemene regel geldt: mannen hebben het te warm, vrouwen te koud. “Vrouwen voelen meer tocht, mannen maken meer tocht. Zet mannen en vrouwen samen aan een eiland en je krijgt gedonder.”
HET WEEKEND
Altijd een succes. “Wanneer je echt niet weet wat je moet zeggen tegen een collega, is de ideale redding: ‘Zeg, hoe was jouw weekend?’ Dat mag je tot dinsdag vragen. Vanaf woensdag kun je vragen: ‘En, wat ga jij doen dit weekend?’”
DE VAKANTIEPLANNING
Voer voor gesprek én discussie. “Altijd is er wel een collega die al in januari haar vakantie van drie weken heeft ingepland op de topdagen van juli. De anderen moeten zich maar aan haar agenda aanpassen.”
DE KOELKAST
Ook koelkasten beroeren mensen. “90 procent van de ijskast wordt ingenomen door potjes, pakjes en flessen die ooit eens geopend zijn en daarna vergeten werden.”
DE AFWAS
Op kantoor lijkt niemand te weten wat je moet doen met die gootsteen, dat afwasmiddel en het borsteltje. “Ik heb met mijn eigen ogen gezien hoe collega’s groentesoep in een bierglas goten omdat niemand erin slaagde de kommen af te wassen”, herinnert Van den Bossche zich.
TEAMBUILDING
De jaarlijkse teambuildingactiviteit hoort het groepsgevoel te versterken. Maar nog vóór de grote dag er is, begint het geklaag en gezucht al, weet Van den Bossche. “’Hoe komen we daar? Niet iedereen heeft een auto van de zaak’, mopperen sommige collega’s. ‘Moeten het nu echt altijd fysieke opdrachten zijn?’, foetert iemand anders.”
DE COMPUTERS
Naast een auto van de zaak is ook je werk-pc een statussymbool. “Dat nieuwe medewerkers die nog niets bewezen hebben meteen een gloednieuwe pc krijgen, veroorzaakt ongenoegen bij de oude rotten, die het moeten stellen met een trage, ouderwetse rammelkast.”
AFFAIRES
Wie is met wie? De cruciale vraag die iedereen bezighoudt. “De klassieke bronnen van affaires zijn bedrijfsfeestjes en externe opleidingen op hotel. Want waarom had die jonge Kathy van marketing een hotelkamer zo dicht bij die van de baas?”
DE VERHUIZING?
Wanneer je bedrijf zich elders gaat vestigen, dan eist die verhuizing alle aandacht op: van gewenste plek (‘liefst aan het raam’) tot de collega’s in je buurt (‘niet bij dat ellendig mens’). En vooral: zal het er ook zo koud zijn? We zitten er nog niet en ik haat het daar al!”