Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De reserven van Cercle
Z ondag bruist DeurneNoord als vanouds, ook al wordt het een belegerde stad. Naast duizenden fanatieke Honden uit de Hel, tekent een reusachtige politiemacht paraat. Of dat nodig is, moet blijken. Wat we wel weten, is dat de rivaliteit tussen stamnummers 1 (rood en wit, voor veel Antwerpenaars uiterst liefdevolle kleuren) en 3 (blauw en zwart, voor die van Cercle Brugge het Belftal van hun geliefde vereniging) groot is en dat het overenweer geroep gepaard zal gaan met een middelvingertje of drie vierhonderdduizend. Nog niet zo gek lang geleden leek wat voor veel Antwerpfanatici dé confrontatie van de eeuw is een verre droom. Onderweg naar godbetert Heist of Tubize praatten vader en zoon, de heimweetranen verbergend, over tijden die nooit meer zouden terugkomen. Gelukkig zijn supportersbussen uitgerust met voldoende bakken Jupiler (of eender welk bier, de Antwerpse voetbalfan heeft al te veel miserie meegemaakt om zich druk te maken in welk merk pils hij zwelgt) om het verdriet te verdrinken. Maar kijk, het verhaal dat begon met een elfmeter tegen Lommel, voortvloeide in een zegemars op Schiervelde en piekte met een vurige optocht naar de Antwerpse binnenstad, krijgt nu weer een (hopelijk prachtig) nieuw hoofdstuk: de thuismatch tegen Club Brugge. Dat Antwerp het goed doet in eerste klasse is even mooi als dat het verwonderlijk is. Wie had gedacht dat de mannen van Wembeleey voor La Gantoise en maar net achter recordkampioen Anderlecht zouden staan. Als nu Beerschot Wilrijk nog wil promoveren, Berchem Sport niet zakt en Racing Mechelen opnieuw ‘onder de mensen’ wil komen spelen, dan kunnen we spreken van een geslaagd voetbaljaar. Te beginnen nu zondag, met een overwinning van Antwerp tegen de reserven van Cercle.