Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Het geluk van de kampioen
89 minuten overspeeld, 20 achter... en toch verliest Club Brugge niet
Amper een kans bij elkaar gespeeld, 89 minuten lang ondergelegen, in alle opzichten overtroefd geweest door de tegenstander, maar toch graaide Club Brugge een punt mee op de Bosuil. Onverdiend, maar vooral mentaal o zo belangrijk. Club kán gewoon niet meer verliezen. Relaas over het geluk van de kampioen.
De wedstrijd op Zulte Waregem was zo’n moment. Een slapende videoref miste een strafschopovertreding van Mechele op Olayinka, waardoor Club (mede daardoor) drie punten mee graaide aan de Gaverbeek. Essevee woest, Club blij verrast. Zou het dit jaar eens allemaal meezitten? Niet lang daarna volgde de wedstrijd tegen Charleroi. Geen scheidsrechterlijke vergissing, maar een winnende treffer van Limbombe in het absolute slot deed Club ook deze gevaarlijke klip omzeilen. Later deed Limbombe dat kunstje nog eens over in Oostende en thuis tegen Essevee. Ook toen heel laat gescoord, ook toen goed voor drie punten. In Eupen was het dan aan Vormer om in blessuretijd een onverhoopt punt te verzekeren. Iets wat hij gisteren op de Bosuil nog eens overdeed. Het oog van de naald houdt kennelijk van Club Brugge.
Want het seizoen van blauw-zwart is dit jaar ‘anders’. Waar de voorbije jaren graag onverdiende puntenverliezen, foute beslissingen van scheidsrechters en het missen van niet te missen kansen werden aangehaald om de positie in het klassement te verklaren, is het geklaag dit jaar tot een minimum herleid. De reden? Het zit Club mee. Dat blauw-zwart het klassement aanvoert, heeft het uiteraard te danken aan het vlotte en efficiënte voetbal dat Leko met zich meebracht, maar Club kan er niet omheen dat het dit seizoen simpelweg ook het geluk aan zijn zijde heeft. Het geluk van de kampioen. “Ik denk dat we gelukkig zijn”, vindt ook Leko. “Ik bedoel: we hebben geluk, maar ik denk dat als je in al die maanden zoveel hebt gescoord en zoveel punten hebt verzameld, dat alleen over geluk praten niet correct is. Al vind ik wel dat je ook wat geluk nodig hebt om het goed te blijven doen.”
Buitenspelgeurtje
Neem bijvoorbeeld gisteren. Een wedstrijd lang was Club een schim van zichzelf, zorgvuldig gekraakt en vastgezet door Bölöni, overdonderd door Antwerpspelers en Antwerpfans, zelfs wat ongelukkig dat een handsbal van Van Damme in zijn eigen strafschopgebied niet werd opgemerkt. Vlot op weg naar een derde seizoensnederlaag, zeg maar. Tot het tij alsnog keerde. Tot het kampioenengeluk er toch plots weer was. Eerst bij Vossen die - zo leek het althans - onvrijwillig een voorzet van Vormer toucheerde en zo Tomecak op weg zette naar de 2-1. En nadien Vormer zelf die na mistasten van Haroun een balletje kreeg van Clasie en de onverhoopte gelijkmaker binnentikte. Een doelpunt dat evengoed afgekeurd had kunnen worden voor buitenspel. Maar gebeurde dat? Neen. Kampioenengeluk. “Ik heb in mijn carrière nog nooit zo’n comeback meegemaakt”, aldus kapitein Vormer. “Ik hoop dat dit kampioenengeluk is, maar zoiets dwing je wel sowieso af. Het spel en het veld waren niet goed, maar de kopjes gingen geen moment naar beneden. Daarom lukte het nog om terug te keren. Trouwens, we kunnen niet elke wedstrijd spelen zoals tegen Charleroi, dan zouden we lachend kampioen worden.” Neen, je moet - om het met de woorden van Leko te zeggen - af en toe gelukkig zijn. En dat is Club al een seizoen lang.