Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Nu mogen we geen bepalende spelers meer verliezen”
Hein Vanhaezebrouck start missie om paarswit toch nog titelwaardig te maken
De kloof met Club Brugge is nog elf punten. Anderlecht won in Genk met 01 en na de intensieve trainingsweken zie je duidelijker de hand van Hein Vanhaezebrouck. Het grote probleem blijft de efficiëntie. En meestrijden voor de prijzen zal met Ganvoula en Teodorczyk als spitsen niet lukken. Maar de missie voor Hein luidt toch: ‘Make Anderlecht Great Again’.
Hij zal gevloekt hebben toen Club Brugge in het slot op Antwerp nog gelijkmaakte. Hein Vanhaezebrouck wilde het niet luidop zeggen. “We zijn het al gewoon dat Club Brugge in de slotminuten nog punten pakt. Het is al de vijfde of de zesde keer en met die punten bouwden ze hun voorsprong in het klassement uit. Al is het ook hun verdienste. Maar ik keek niet naar hun wedstrijdeinde. Anderlecht moet naar zichzelf kijken.”
Chiroleider
Vanhaezebrouck heeft zijn team als doel gesteld om collectief beter te gaan voetballen. Op Genk lukte dat aardig. Er waren goeie looplijnen en zeker de acties op de flanken waren veel beter. Appiah leverde zowaar voorzetten en nieuwkomer Kenny Saief deed het elftal - en ook Hanni - beter draaien. “Ik wist dat we een type als Saief nodig hadden. Hij heeft volume, recupereert de bal, maakt de actie... Straf dat Kenny dit al 90 minuten deed, want bij Gent zat hij vooral op de bank. We moeten opletten dat hij zich niet forceert.”
Anderlecht had dit keer dus vleugels, maar scoorde via Hanni toch maar één keer uit een flankactie. Gerkens en co misten vooral veel mogelijkheden. “Soms speelden we het zo mooi uit - aanvallen uit het boekje - maar we maken de match niet dood. Dat is toch het grote minpunt van vandaag.”
Laten we
eerlijk
zijn:
Anderlecht
heeft geen spitsen meer. Sylvère Ganvoula begon gisteren zowaar in de basis, terwijl ze bij KV Mechelen juichten dat ze ervan af waren. Dat moet vooral een enorme domper geweest zijn voor Teodorczyk, die als een soort van chiroleider tussen de tieners op de bank mocht plaatsnemen. Als zelfs
al de voorkeur krijgt, terwijl die grossierde in de fouten, dat komt aan. Al ging Hein niet helemaal akkoord. “Het was niet allemaal geslaagd, maar Ganvoula werkte hard en speelde verdienstelijk. Vergeet niet dat hij bij KV Mechelen vaak naast jullie journalisten op de perstribune zat, hé. Hij deed het goed op stage en ik maakte een keuze. Geef hem wat tijd.”
Misschien wilde HVH zijn bestuur tonen dat zijn team wel progressie boekt, maar dat er geen afwerkers zijn en dat er dus dringend een spits moet bijkomen, of het
den Beir’
‘Sylvère wordt hopeloos. “Tja, je kent onze situatie”, vervolgde de trainer. “We zijn bezig aan onze ‘Tour de France’. Elke dag van de transfermarkt rijden we een etappe en we zullen zien waar we op 31 januari eindigen. We hadden hier al controle over de match, maar zeker tegen tien man hadden we meer moeten scoren. Genk had ons nog pijn kunnen doen als er voor hen eens een bal goed was gevallen.”
Niet te koop
Want dat is ook nog een werkpunt bij Anderlecht. De opbouw is behoorlijk, maar de offensieve impulsen zorgen soms nog voor een wankele verdediging. Zeker als Dendoncker niet gefocust is - zoals in de eerste helft - en te veel met zijn transfer naar Engeland bezig is, toonde paars-wit zich kwetsbaar. Na de rust was het beter.
“We moeten opletten dat we geen bepalende spelers meer verliezen”, wist Vanhaezebrouck nog. “Bij sommigen zou ik willen zetten: ‘Niet te koop’. Maar uiteindelijk beslis ik dat niet. Voorlopig is het rustig, maar op de transfermarkt weet je nooit. Ik wil dat Anderlecht vooral groeit als team en dan hebben we jongens nodig die ons ook in moeilijke momenten vooruithelpen.”
Toch is Vanhaezebrouck in 2018 goed aan zijn missie begonnen. “Ik zag veel positieve punten, ja. We evolueren van team die het gewoon was om met 40 procent balbezit te spelen naar een ploeg die nu 60 procent balbezit heeft. Maar met balbezit alleen win je geen matchen. We zijn er dus nog lang niet, maar het komt.”
‘Make Anderlecht Great Again’.
gebeurt niet op één-twee-drie.
Neen, dat