Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Opeenstapeling van foutjes”
Vincent De Lil baalt om nipte nederlaag Trainer Bart De Roover (Cappellen) “Onzuiver in de passing”
Net als in de bekerwedstrijd voor aanvang van het seizoen keerde Cappellen met lege handen terug van Wijgmaal. Het verschil tussen beide ploegen was dit keer evenwel een stuk kleiner. “We hadden een punt moeten meepakken”, zegt Vincent De Lil.
Wijgmaal eiste van bij de aftrap de bal op, maar doelgevaar kwam daar niet uit voort. Het was integendeel Bavon Tshibuabua die met een schot vanuit de tweede lijn voor het eerste gevaar zorgde. Meteen het sein voor de thuisploeg om nog een tandje bij te steken. Da Silva miste twee keer een goede kans, maar uiteindelijk zou een flodderdoelpunt over winst en verlies beslissen. “Dat doelpunt mocht er niet komen”, sakkert Vincent De Lil. “Het was een opeenstapeling van kleine foutjes en brute pech. Een hoekschop werd niet goed weggewerkt en het schot dat daaruit volgde, kon beter afgeblokt worden. De bal caprioleerde dan nog ongelukkig tot bij een thuisspeler, die volledig vrijstaand uit randje buitenspel kon scoren. De hoekschop die eraan voorafging werd trouwens ten onrechte toegekend. Wesley Geuens liet de bal lopen omdat hij, en hij niet alleen, ervan overtuigd was dat we een doeltrap zouden krijgen. Op basis van het spelverloop in de eerste helft zou je kunnen stellen dat de lokale voorsprong niet onlogisch was, maar dan doet de manier waarop toch extra pijn.”
“Na rust hebben we ons over de opdoffer heengezet. De trainer stuurde bij in de veldbezetting en we zijn scherper uit de kleedkamer gekomen. Onze lopende mensen vingen de thuisspelers beter op, zodat we beter de angel uit de acties konden halen. Door het veld heel breed te houden had de thuisploeg ons in de eerste helft enkele keren in een lastig parket gebracht. Na de rust konden we zelf de lijnen uitzetten en was Wijgmaal verplicht om terug te plooien. Uitgespeelde kansen leverde dat te weinig op. Het was enkele keren net niet, ondanks de inspanningen die we leverden. In de slotfase namen we grote risico’s en moesten we enkele keren diep gaan om bressen te dichten bij tegenstoten, maar in de drive om nog een punt uit de brand te slepen voel je de vermoeidheid niet. Jammer genoeg wou de bal niet goed vallen, waardoor de inspanningen niet beloond werden.”
“Op basis van onze tweede helft hadden we zeker een punt verdiend”, vindt de Cappelse linksachter. “In de klassering betekent dat niet zoveel, maar het zou een welgekomen mentale opsteker betekend hebben.”
kon niet profiteren.
Het krappe verlies zat Bart De Roover niet lekker. “Ik miste vooral in de eerste helft de nodige agressiviteit,” blikt de Cappelse trainer terug. “Niet alleen in de duels, maar ook in het gretig de bal vragen en de wil om die vast te houden. Bovendien waren we heel onzuiver in de passing, met het gevolg dat we de thuisploeg zelf in de wedstrijd brachten. Door het gebrek aan zuiverheid konden we ook het tempo niet in de wedstrijd houden. Aan een gebrek aan goede wil lag dat zeker niet. Wel aan een tekort aan trainingsarbeid waartoe de jongeren veroordeeld zijn. Automatismen kan je alleen maar onderhouden door collectief te trainen en dat zit er door de schoolverplichtingen van de meeste jongens niet in. Natuurlijk geen verwijt, alleen een spijtige vaststelling, waarbij ik nogmaals wil benadrukken dat de studies prioriteit genieten.”
“Hoewel we zeker niet onze beste wedstrijd speelden, was het toch een teken aan de wand dat de thuisploeg zich na rust aan ons gingen aanpassen. De gelijkmaker hoorde zeker tot de mogelijkheden, maar bij de risico’s die we moesten nemen, hing natuurlijk ook wel een tweede Wijgmaals doelpunt in de lucht.”