Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“In Oostende was ik de eigenaar, hier ben ik een huurder”
Sebastien Siani moet op Bosuil opnieuw status verwerven
De komst van Siani was een kleine verrassing. De 31jarige Kameroener probeerde al langer het slot richting de uitgang van de
Versluys Arena te forceren, maar drong toch vooral aan op een verhuis naar het buitenland.
“Klopt”, geeft Siani toe. “Eerlijk, na vijf jaar was ik een beetje uitgekeken op KV Oostende. Ik heb er mooie tijden beleefd, maar ik had nieuwe lucht nodig om mezelf uit te dagen. En ik loop toch
al een tijdje in België rond (Siani kwam in 2005 naar Anderlecht, red.). Qatar en Griekenland waren opties, maar iedere keer dat een buitenlandse club zich meldde, vroeg Oostende een enorm transferbedrag. Dat wilden die ploegen uiteraard liever niet betalen.”
“Een tijdje geleden had ik een goed gesprek met Luciano D’Onofrio en ik dacht:
waarom niet nog een club in België aan mijn lijstje toevoegen? Financieel is er een grote kloof tussen Qatar en Antwerp, maar op sportief vlak kan ik hier een nieuwe uitdaging aangaan. Dat Antwerp er nu beter voorstaat dan Oostende maakte de keuze ook iets makkelijker.”
Aan de kust was Siani uitgegroeid tot een van de patrons. In zijn tweede seizoen kreeg de verdedigende middenvelder al de aanvoerdersband rond de arm. Op de Bosuil start hij weer vanaf nul. “In Oostende was ik de eigenaar, hier ben ik een huurder”, klinkt het met een kwinkslag. “Het is aan mij om een nieuwe status te verwerven. Nu ben ik nog een kleine jongen, maar ik wil hier groot worden. Dat er in deze kern al verscheidene leiders zitten, vind ik net een goede zaak. Dat zal me niet tegenhouden. Als er eentje het wat moeilijker heeft, dan kan de andere de draad oppikken. Dat is het verschil met andere clubs. Een ploeg met één leider, dat is veel te weinig.”
Toen Siani vijf jaar geleden in Oostende neerstreek, was de club net gepromoveerd. Dit jaar is Antwerp het ‘groentje’ in eerste klasse. Siani, die in afwachting van een woonst in Antwerpen in Brugge blijft wonen, kan beide situaties dan ook goed vergelijken.
“Oostende is een mooi voorbeeld van een kleine Belgische club die gegroeid is. Antwerp mag dan wel een grote geschiedenis hebben, vandaag is het een jonge club in eerste klasse. Het eerste jaar verloopt goed, maar de club mag geen stappen overslaan. Je mag niet te veel in één keer willen. Vergelijk het met een vogel die te snel groeit. Als zijn vleugels het niet meer aankunnen, dan valt hij naar beneden.”
“Uiteraard staat Antwerp al wel wat verder in zijn proces. In Oostende hebben we drie jaar nodig gehad om ons stadion te verbouwen, hier is het allemaal wat sneller gegaan. Maar je mag beide situaties niet vergelijken. Dat is het contrast van een grote ten opzichte van een kleine stad. Hier is het allemaal wat groter.”
Sébastien Siani
‘‘Dat er in deze kern al verscheidene leiders zitten, vind ik net een goede zaak. Dat zal me niet tegenhouden.’’