Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Sympathieke mensen blijven langer alert
Levensstijl speelt beperkte rol
Wetenschappers ontrafelen stilaan het geheim waarom sommige senioren tot ver na hun tachtigste scherp en alert blijven. Het type hersencellen dat u in staat stelt om vrienden te maken en begripvol te zijn, blijkt een rol te spelen. Hoe meer u er heeft, hoe meer kans om supersenior te worden, ongezonde levensstijl of niet.
Waarom toch wordt de één een verward en seniel oud besje, en blijft de ander na zijn tachtigste mentaal scherp en fris als een twintiger? Een team van Amerikaanse wetenschappers heeft onderzoek gedaan naar de zogenaamde “superouderen”, om te zien wat hun geheim is. Een stofje dat ons sympathiek en begripvol maakt, speelt daarbij een rol.
“We hebben de hersenen van tien zogenaamde superagers onderzocht na hun overlijden. Dat zijn tachtigplussers die over een betere mentale fitheid en een beter geheugen beschikken dan een gemiddelde vijftigjarige”, zegt Emily Rogalski, professor cognitieve neurologie van de universiteit van Chicago. “De superouderen bleken allemaal een grotere hoeveelheid van één bepaald type hersencellen te hebben: de zogenaamde Von Economo-neuronen.”
Dat zijn cellen die de communicatie tussen de verschillende delen van de hersenen bevorderen. “En ze hebben ook te maken met onze sociale contacten”, zegt professor Neurologie Rik Vandenberghe (UZ Leuven). “Ze helpen ons om empathisch te zijn en inlevingsvermogen te tonen.”
Cellen dus die ons helpen een betere mens te zijn en vrienden te maken. “Het onderzoek heeft alleszins ook getoond dat die superouderen vaker een beter netwerk van vrienden hebben om op terug te vallen”, zegt Rogalski. “Dat wil niet zeggen dat je nooit alzheimer zal krijgen als je maar genoeg maten hebt, maar het ondersteunt alleszins de theorie dat een goed sociaal netwerk helpt tegen mentale aftakeling op latere leeftijd.”
En kan u nu zelf iets doen om meer van die vriendelijke neuronen in uw hersenen te krijgen en mentaal fris te blijven? “Helaas”, zegt Rik Vandenberghe. “Je wordt ermee geboren. Al kan het zijn dat ze bij superouderen beter behouden blijven.”
Goede genen
Puur geluk dus, en blijkbaar zelfs belangrijker dan levensstijl. Want de superbejaarden in kwestie bleken zeker geen kluizenaars. “71% had tijdens zijn leven gerookt en 83% dronk geregeld een glas”, zegt Rogalski. “Dat betekent echter niet dat we iedereen maar een ongezonde levensstijl moeten aanpraten. Waarschijnlijk hadden de bejaarden ook op dat vlak het geluk dat ze over goede genen beschikten.”