Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“5 jaar samen maar ik heb hem slechts 1,5 jaar gezien”
Soldatenvrouw klaagt verplichte uithuizigheid van echtgenoot aan
Op Internationale Vrouwendag eerder deze week postte de militaire vakbond ACMP een opmerkelijke getuigenis van een Limburgse soldatenvrouw: “We zijn intussen vijf jaar samen, waarvan twee jaar getrouwd. En nog maar anderhalf jaar fysiek bij elkaar”, schrijft de vrouw. Uit haar brief blijken verdriet en boosheid op Defensie, dat ervoor zorgt dat haar man veel te vaak uithuizig is. Ze ondertekent met “een teleurgestelde partner van een militair”. “En ik hoor dat veel vrouwen van militairen zich in mijn woorden herkennen.”
Het T-shirt dat ze draagt vat het samen: “Half my heart is in the army.” Liefdevol noemt ze dat halve hart van haar “de liefde van mijn leven”. Twee jaar is soldatenvrouw Annelies nu getrouwd met een mili- tair die in een Limburgse kazerne werkt. Als hij tenminste alweer niet uithuizig is: “Buitenlandse missies, de straten bewaken in België en nu ook weer veel trainingen en manoeuvres”, zegt ze.
“Je wist toch waar je aan begon?”
Als ze bij vrienden of kennissen haar hart lucht om die professionele uithuizigheid, krijgt Annelies vaak hetzelfde te horen: Je wist toch waar je aan begon. “Dat ben ik zo beu. Ik kies er niet voor op wie ik verliefd word. En ik kies er ook niet voor dat hij zo veel weg is voor zijn werk. Ik leer daarmee omgaan, maar gewoon zal ik dat nooit worden. Vorig jaar heb ik een e-mail gestuurd naar de minister, via zijn e-mail op de N-VAwebsite. Ik heb nooit antwoord gekregen. Toen mijn man vorige week liet weten dat onze zomervakantie die ik aangevraagd heb op mijn werk, misschien weer in gevaar komt, werd het me te veel. Ik moest het kwijt. Maar bij wie? De vakbond, dacht ik uiteindelijk. Al kan het goed zijn dat het ergens weer in een lade verdwijnt. Maar via de Facebook van de vakbond komt er heel veel commentaar op. Die proporties had ik niet verwacht. Dat betekent dat velen hetzelfde meemaken.” “Natuurlijk heb ik hem gevraagd toen we elkaar leerden kennen of hij dan niet veel weg moest. Dat valt mee, zei hij toen. Af en toe een training, af en toe een missie. Maar vier maanden later zat hij al in Afrika, toen kwamen de aanslagen en nadien is het niet meer gestopt. Veel mensen weten niet dat militairen ’s avonds ook op de plaats blijven waar ze overdag de straat hebben bewaakt. Twee, drie, soms vier weken of langer aan een stuk. In die vijf jaar hebben we twee keer samen Nieuwjaar gevierd.”
Kinderwens
“Soms denk ik: nu is het genoeg. Anderzijds is mijn liefde voor hem groter dan de afgunst op het leger. Maar we hebben ook een kinderwens. Ik zelfs nog wat meer dan hij vermoedt. Maar ik kan mijn eisprong toch niet stopzetten als hij niet thuis is?” Haar man heeft al een dochter uit een vorige relatie. Zij komt om de week naar hier, maar vorig jaar heeft hij ze maar acht weken gezien. Toen ik hem leerde kennen, was hij een trotse militair. Nu speelt hij met het idee, zoals vele collega’s, om het leger vaarwel te zeggen. Maar hij is al zo lang militair. En wat kan hij? In een bos liggen en schieten. En het huis moet nog worden afbetaald.” Annelies is niet haar echte voornaam. Op haar vraag getuigt ze liever anoniem. “Ik heb anders schrik dat hij een mogelijke promotie zou kunnen mislopen.”
Geen antwoord bij Defensie
Luitenant-generaal Jan Hennes, directeur-generaal Human Resources, hebben we ondanks hardnekkige pogingen niet kunnen bereiken om op onze vragen te antwoorden. Zoals: zijn er bij het leger meer echtscheidingen dan in andere organisaties? En hoe evolueert attritie, het vroegtijdig vertrek uit het leger? Volgens Yves Huwart van legervakbond ACMP verbetert de uitval van Annelies de zaken alvast niet. “50% van de beroepsvrijwilligers, de soldaten dus, zijn na twee jaar alweer weg uit het leger.”