Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De erfenis van Stephen Hawking
Ik heb één simpel doel in het leven: het volledige universum begrijpen.” Helemaal gelukt is het Stephen Hawking niet. Maar hij kwam wel een heel eind op weg. Een van de meest briljante geesten en de meest bekende wetenschapper van onze tijd is gisteren gestorven. Dag op dag 300 jaar na de dood van astronoom Galileo Galilei en uitgerekend ook nog eens op de geboortedag van Albert Einstein. Uiteraard is dat louter toeval. Hawking zelf zou dat als eerste onderschrijven. Maar het blijft een mooie kronkel van de geschiedenis, een speling van het lot die ongetwijfeld zal bijdragen tot de mythe van de man die al bij leven een legende was, en die ook zo ons collectief geheugen zal ingaan.
Dit stukje krant had ook kunnen gaan over de onrustwekkende luchtkwaliteit in de scholen, waar we het gros van onze kinderen vrijwel elke dag aan blootstellen. Over de Week van de Zorg en hoe zorgwekkend de toekomst binnen die sector wel niet oogt. Over de lening van 1 miljard die de ECB Vlaanderen zal toestaan om een deeltje Oosterweel te bouwen. Of over het gat van 1,4 miljard in de federale begroting. Een gat dat trouwens nogal wat overeenkomsten vertoont met de zwarte gaten die Stephen Hawking ontdekte: je weet dat het er is, niemand weet héél precies waar het vandaan komt, en al wat erin verdwijnt, komt er nooit meer uit. Soms is het goed om even afstand te nemen van de waan van de dag. Zelfrelativering kan deugd doen. Dat wist ook Hawking. “De mens is een geavanceerd apenras op een kleine planeet van een erg middelmatige ster.” En dus gaat dit stukje over hem. Stephen Hawking is de vader van de kosmologie. Hij slaagde er als eerste in om de kwantumfysica en de relativiteitstheorie samen te brengen in één theoretisch kader. Maar de manier waarop hij die aartsmoeilijke materie uitdroeg, is allicht een nog grotere verdienste. Hij liet ons zien hoe je de meest ongrijpbare concepten op een toegankelijke manier kunt vertellen, en dit steeds vanuit een groot maatschappelijk engagement. Een voorbeeld voor andere wetenschappers, maar net zo goed voor leraren, politici of – waarom niet – journalisten. Hij leerde ons dat dromen mag. Nee, móét! Maar dat die dromen nooit vrijblijvend kunnen zijn. Ze moeten ons doen nadenken over wie we zijn, waar we vandaan komen en waar we naartoe willen. Of zoals hij het zelf verwoordde: “Als je de sterren wilt zien, moet je niet naar je schoenen kijken.”