Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Vlaamse handelaars willen sperperiode behouden, Waalse winkeliers willen ervan af
Onderzoek van Ipsos belooft moeilijke onderhandelingen
Bijna zeven op de tien van de Vlaamse kleding- en schoenenwinkels willen de sperperiode voor de solden behouden. Dat blijkt uit een onderzoek van het bureau Ipsos. De Waalse handelaars willen dat de sperperiode wordt afgeschaft.
Elk jaar zijn het in januari en juli solden. Winkels mogen dan scherpe kortingen aanbieden en verkopen met verlies.
In december en juni worden de solden voorafgegaan door een sperperiode. In die periode mogen kleding-, schoenen en lederwarenwinkels geen prijsverminderingen op één product aankondigen. Kortingen mogen enkel bij koppelverkoop, dus bijvoorbeeld als u twee broeken koopt in plaats van één. Fluistersolden zijn wel mogelijk. De handelaar mag u dus in het geniep een korting geven, maar hij mag er niet openlijk reclame voor maken.
Zelfstandigenorganisaties zoals Unizo en NSZ pleiten er al lang voor om de sperperiode te behouden, zodat ook de solden kunnen blijven bestaan. Maar federaal minister van Economie Kris Peeters (CD&V) liet eerder verstaan dat hij de sperperiode wil afschaffen, omdat die door de koppelverkoop en fluistersolden wordt uitgehold.
Communautaire splijtzwam
Uit een studie van het bureau Ipsos bij driehonderd handelaars uit de kleding-, schoenen en lederwarensector blijkt nu dat de Vlaamse en Waalse handelaars een totaal andere mening hebben over de sperperiode. 68% van de Vlaamse handelaars wil de sperperiode behouden. Bij de Brusselse handelaars is dat 61%, maar bij de Waalse handelaars wil maar 35% dat de sperperiode blijft.
De Vlaamse handelaars willen de sperperiode vooral behouden omdat ze vrezen dat de solden anders niet meer succesvol zullen zijn. Mensen zijn de grote kortingen dan al gewend, waardoor ze in januari of juli niet meer massaal naar de winkels hollen.
Niet alleen de communautaire splijtzwam is een probleem. Uit het onderzoek blijkt ook dat handelaars niet altijd begrijpen wat er in de sperperiode precies verboden is en wat niet.
Peeters gaat moeilijke onderhandelingen tegemoet met handelaars die aan beide kanten van de taalgrens totaal tegengestelde meningen hebben. Een oplossing lijkt niet voor morgen.