Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Hadden we niet ingegrepen, dan reden we nu de Strade een week voor de Ronde”
Hoe Wouter Vandenhaute het Vlaamse voorjaar in tien jaar helemaal veranderde
In 2008 koopt Wouter Vandenhaute de Ronde van Vlaanderen. De televisiemaker is voortaan hét gezicht van de Vlaamse koers. Met grote gevolgen. Tien jaar later is niets nog wat het was in het Vlaamse voorjaar.
“Wat het voordeel is van Vandenhaute? Hij kan vijanden maken. Wie dat niet durft, krijgt nooit iets voor mekaar. En: hij blijft achter zijn beslissingen staan. Omdat hij weet dat elke crisis overwaait. De mensen kunnen toch maar 48 uur onthouden. Dan hebben ze weer een andere crisis en zijn ze de rest vergeten.”
Aan het woord is Patrick Lefevere. De baas van Quick-Step Floors heeft ze de jongste tien jaar allemaal zien passeren. De kleine, maar vooral grote ingrepen waarmee Vandenhaute niet zelden de wielerwereld door mekaar schudde. De kalenderwijzigingen waar hij op aandrong. De Ronde die niet langer in Meerbeke aankwam, maar in Oudenaarde – zonder Muur en Bosberg. De Brabantse Pijl weg uit Alsemberg. Het toenemende aantal viptenten. Brugge inruilen voor Antwerpen. De oude Ronde-finale plots weer in de Omloop Het Nieuwsblad. Het lijstje is lang en laat zich lezen als een opsomming van de grootste wielerrelletjes van de jongste tien jaar.
“Maar heeft dit het Vlaamse voorjaar sterker gemaakt?”, vraagt de vroegere UCI-voorzitter Pat McQuaid zich af. “Absoluut. In de koers is er weinig verandering. Hij heeft wel gedurfd om te moderniseren. Vlaanderen had dat nodig.”
Piet De Smet, organisator van de Scheldeprijs, vult aan: “En ik denk dat je het elke organisator mag vragen: het blijft knokken, maar financieel zitten we allemaal toch iets meer op ons gemak.”
Dat laatste blijkt uit de rondvraag die uw krant vorig jaar hield. Geen enkele koers die in grote weelde leeft, maar de boekhouding van de Vlaamse voorjaarsklassiekers wordt wel overal in zwarte cijfers geschreven. Met budgetten die de jongste tien jaar vaak verdubbeld tot verdrievoudigd zijn – soms tot ruim over het miljoen euro.
Is dat alleen de verdienste van Vandenhaute? Neen. Zelf verwijst de topman van Flanders Classics graag naar “de lokale dynamiek” van de verschillende wedstrijden. Begrijp: Dwars door Vlaanderen had ook zonder hem vast de weg naar de professionalisering gevonden, net zoals Gent - Wevelgem en de Scheldeprijs al voor hun aansluiting bij Flanders Classics lucratieve viptenten aan het parcours hadden staan. Maar dat zijn stempel op het Vlaamse voorjaar gigantisch is geweest, lijdt geen twijfel.
Van woensdag naar zondag
Internationaal is Flanders Classics na Tourorganisator ASO en Giro-eigenaar RCS de derde grote speler. Een partner waarmee de UCI rekening moet houden. Door hun commerciële krachten te bundelen, hebben alle wedstrijden extra financiële middelen gekregen. Net zoals ze door de onderlinge samenwerking net wat beter de marktprijzen kennen. Bijvoorbeeld: vóór Flanders Classics kreeg de Scheldeprijs 12.500 euro van aankomstplaats Schoten. Toen ze daar hoorden wat andere wedstrijden kregen, werd dat snel opgeschroefd tot 50.000 euro.
Door de verschuivingen op de kalender hebben alle wedstrijden een sterker deelnemersveld en – zo erkennen vriend en vijand – zit er veel meer sportieve logica in de kalender. De Brabantse Pijl is vandaag het aangewezen opstapje richting Amstel Gold Race. De Scheldeprijs kan door zijn ligging tussen Ronde en Roubaix nu wel op het klassieke peloton rekenen. “Het motto is: hou de renners hier”, zegt Piet De Smet van de Scheldeprijs. “Eenmaal Milaan - Sanremo voorbij, moet je ze drie weken in Vlaanderen houden. Dat is grotendeels gelukt.”
Maar vooral hebben alle wedstrijden op zich aan waarde gewonnen. Wouter Vandenhaute: “Vandaag is Dwars door Vlaanderen of de E3 Harelbeke winnen belangrijker dan tien jaar geleden. Vroeger was er alleen de Ronde. Elke wedstrijd die eraan voorafging, was een training op die Ronde.”
De sleutelzet in die verankering van dat Vlaamse voorjaar noemt Vandenhaute zelf nog altijd de verhuizing van Gent - Wevelgem van woensdag naar zondag. “Hoeveel weekends telt het klassieke voorjaar van Milaan - Sanremo tot Luik - Bastenaken - Luik? Zes. Hoeveel heeft Vlaanderen er daarvan? Twee. Wat deden wij voorheen? Op het tweede weekend reden we de Ronde van Vlaanderen. En in het eerste stoomden we ons in de E3 Harelbeke en de Brabantse Pijl klaar voor die Ronde.”
“Ik heb van meet af aan gezegd: laten we proberen die twee weekends volwaardig uit te spelen. Voor mij was er dan maar één wedstrijd die daarvoor in aanmerking kwam: Gent - Wevelgem. Niet omdat ik per se meer sympathie had voor die koers dan voor de E3 Harelbeke. Wel omdat het qua type wedstrijd een heel andere koers was dan de Ronde van Vlaanderen.”
“Ik weet zeker: zonder die wijziging zouden we vandaag veel zwakker staan. Dan zou er vandaag gigantisch veel druk gekomen zijn om de Strade Bianche op die plaats te zetten. Zo’n raar lijstje zou het niet zijn. Milaan - Sanremo, Strade, Ronde van Vlaanderen, Roubaix… Ik ga meer zeggen: veel renners zouden het een goed idee gevonden hebben. Terwijl dat nu ondenkbaar is. Vandaag krijg je Gent - Wevelgem daar nooit meer weg.”
Karren en paarden
Dat hij op zijn weg vijanden heeft gemaakt, beseft Vandenhaute. De E3 Harelbeke, geen wedstrijd van Flanders Classics, moest onder zijn druk wijken van zaterdag naar vrijdag. Ze zullen nooit de beste vrienden worden. Net zoals het in De Panne en Koksijde nog even zal duren vooraleer ze hun verhuis op de kalender – van de week voor de Ronde naar de week voor Gent - Wevelgem – verteerd hebben. “Maar”, merkt bondsvoorzitter Tom Van Damme op, “zelfs de wedstrijden die niet tot Flanders Classic behoren, kunnen niet ontkennen dat ze mee profiteren van de schwung die Wouter in de koers heeft gebracht. Iedereen is professioneler gaan werken. Van Nokere Koerse via E3 Harelbeke tot De Panne.”
Dat ook het publiek zijn ingrepen niet altijd smaakte, realiseert Vandenhaute zich eveneens. Zijn vertrouwenspersoon Patrick Lefevere meldt “dat hij dat zich meer aantrekt dan hij laat zien.” Maar zelf zegt Vandenhaute daarover dat veranderingen zelden overal op applaus worden onthaald. “Zeker in de sport regeert de emotie. Iedereen vecht altijd voor zijn eigen morzel grond, logisch.”
Waarbij hij zijn schouders ophaalt. Het is nochtans niet niks wat hem de afgelopen tien jaar naar het hoofd is geslingerd. Hij zou de doodgraver van de koers zijn. Een geldwolf. Maar wie we het ook vragen, Van Damme, McQuaid, Piet De Smet of Lefevere, allemaal schudden ze daarbij het hoofd. “Natuurlijk wil hij er geen geld aan verliezen. Maar zijn drijfveer is het zeker niet. Dat is de passie voor de sport.”
Zelfs over Vandenhautes stijl zijn veel kanttekeningen te maken. Dat hij soms erg weinig tegenspraak duldt, heet het
Patrick Lefevere, manager QuickStep Floors “Het voordeel van Vandenhaute? Hij kan vijanden maken. Wie dat niet durft, krijgt nooit iets voor mekaar. ”
Piet De Smet, organisator Scheldeprijs “Je mag het elke organisator vragen: het blijft knokken, maar financieel zitten we allemaal toch iets meer op ons gemak.”
soms. Iemand die graag zijn zin doorduwt, vaak tegen de publieke opinie in – zie de komst van Lance Armstrong volgende week. Volgens een organisator: “Dan kan hij een klein Napoleoneke zijn.”
Zelf nuanceert Vandenhaute dat. Had hij de aankomst van de Scheldeprijs liever in Antwerpen gezien? Mogelijk. Vindt hij Wevelgem niet noodzakelijk de beste finish voor Gent - Wevelgem? Kan zijn. Vindt hij de Plugstreets het beste idee? Wellicht niet. “Maar ik weet dat ik rekening moet houden met de lokale dynamiek. Soms is de tijd geschikt om zaken te doen, soms is hij nog niet rijp. En soms zal hij nooit rijp zijn. Ik ben daar niet fanatiek in.”
Dat laatste beaamt ook Luc Gheysens van Gent - Wevelgem. “Hij durft tenminste beslissingen nemen. Ik herinner mij de editie van Gent - Wevelgem in 2013. Het was rotslecht weer. Allemaal twijfelden we: Wat moeten we doen? Toen stond Wouter op. Dat we toch geen koers wilden zoals Milaan - Sanremo een paar
weken eerder, zeker? Daar hadden ze de renners laten starten, maar door de sneeuw waren die honderd kilometer verderop in een bus gestapt om een paar uur en een verplaatsing later opnieuw te starten. Een heel circus. Wilden we dat? Ter plekke stelde hij voor om de start van Deinze naar Gistel te verhuizen. Daar was lef voor nodig. Maar het is uiteindelijk een van onze mooiste edities geworden.”
En Gheysens besluit: “Ik heb geleerd dat je in het leven karren en paarden hebt. Mensen die geleid moeten worden en mensen die zelf leiden. Vandenhaute is zo’n paard. De Vlaamse koers is er echt niet slechter van geworden.”
De eerste tien jaar zijn bijna achter de rug. In Vlaanderen is niets nog wat het was. Maar is het huiswerk nu af? Wouter Vandenhaute: “Mijn plan van twaalf jaar geleden blijft actueler dan ooit. Het blijft heel moeilijk om sommige mensen echt te doen nadenken over de toekomst van onze sport.” Als je terugblikt, schrik je dan van de mate waarin alles is omgegooid?
“Ik heb er nooit op die manier over gedacht. Het is één grote puzzel geweest. Vandaag lijkt dat logisch, maar het was vooral voortschrijdend inzicht. Had jij mij in 2009 gezegd dat het er zo zou uitzien in 2018, ik zou het zelf niet geweten hebben. Ook nu nog. Plots komt er heel veel samen. Maar dat is ook een kwestie van actie en reactie. De keuze voor Antwerpen als nieuwe startplaats voor de Ronde heeft getriggerd dat we met de Scheldeprijs naar Terneuzen zijn gegaan. Omdat Dwars door Vlaanderen WorldTour werd, konden we naar de woensdag voor de Ronde. Waardoor we voor Dwars door Vlaanderen heel bewust op zoek zijn gegaan naar andere hellingen dan die van de Ronde. Enzovoort. Plots passen al die stukjes in mekaar.”
Iedereen is het erover eens dat de Vlaamse wedstrijden erop vooruit zijn gegaan vergeleken met tien jaar geleden.
“Dat is altijd de opzet geweest. De kracht van de Ronde van Vlaanderen gebruiken om de andere wedstrijden mee op te liften. Ik geloof daar heel erg in. De grootste bepaalt wat er gebeurt. Ofwel probeert die de andere mee groot te maken, ofwel wil hij ze vooral klein houden. Dat is het fundamentele verschil tussen Flanders Classics en Tourorganisator ASO. Daar vinden ze dat de Tour de grootste, de belangrijkste en eigenlijk de enige wedstrijd ter wereld moet zijn. Dat is jammer, want ik ben ervan overtuigd dat ook de Tour daar beter van zal worden. Het zou nog altijd dezelfde wedstrijd zijn: drie weken, in Frankrijk, in juli. Maar terwijl dat nu het hoogtepunt van een kleine sport is, zou het dan het orgelpunt van een grote sport zijn.”
Eén van de redenen waarom je met Flanders Classics gestart bent, was omdat je internationaal meer gehoord zou worden. Is dat gelukt?
“Dat plan van toen is vandaag actueler dan ooit. Nog altijd leeft de koers met het organisatiemodel van de jaren 60 van de vorige eeuw. Er is zo weinig echte ver- nieuwing. We hebben nog altijd drie gro- te rondes, nog altijd Parijs - Nice, Tirreno - Adriatico, Romandië… Heel dat oude Europese circuit is onveranderd. Er zijn alleen een boel wedstrijden bijgekomen. Met als enig resultaat dat een kat haar jongen er niet meer in terugvindt.”
De WorldTour heeft geen oplossing geboden?
“Wat is dat: de WorldTour? Dat is geen vlaggenschip. Dat is hooguit een vlag, waar iedereen onder vaart. Maar waar die vlag naartoe gaat? Waar staat de WorldTour voor? Dat weet niemand. Het gevolg is dat je binnen die WorldTour vandaag een ASO-circuit hebt, naast een RCS-circuit, naast een Flanders Classicscircuit. Met nauwelijks raakvlakken tussen al die circuits. Het logische, sportieffinanciële concept waar ik twaalf jaar geleden al voor pleitte, is er nog steeds niet.”
“Twee spelers zijn winstgevend: ASO en RCS. Je ziet overal wedstrijden verschijnen die goed zijn voor de commerce van die twee, maar sportief niets bijbrengen. Voor de rest heb je nog altijd heel veel kleine organisatoren die vanuit hun eigen fierheid alles doen om hun wedstrijd in leven te houden. Dat is verdienstelijk, maar daar bouw je je sport op lange termijn niet mee uit. Er is nauwelijks stabiliteit.”
“Neem de ploegen. BMC heeft met Porte en Van Avermaet een van de beste ronderenners en een van de besten in het klassieke werk in huis. Maar hun ploeg kan niet eens zeggen of ze volgend seizoen nog bestaan. Of Quick-Step, een ploeg met een gigantische traditie en track record. Maar het kostte Lefevere wel bloed, zweet en tranen om vorige zomer te kunnen aankondigen dat hij in het peloton blijft. Daar kan je toch niet vrolijk van worden?”
Misschien moet Flanders Classics internationaler worden. Bondsvoorzitter Tom Van Damme oppert om, zoals ASO in Oman doet of RCS in Abu Dhabi, ook wedstrijden in het buitenland te gaan ondersteunen.
“Er zijn al zoveel wedstrijden. Dat heeft geen zin. Flanders Classics is vandaag een gezond bedrijf. We kunnen in onze wedstrijden investeren, we kunnen ze laten evolueren en we maken winst. Door onze challengersrol, ambitie en dynamiek zijn we erin geslaagd om ons in de wielerwereld als organisator nummer drie te profileren. Maar binnen dat grotere geheel blijven wij een kleine speler en stellen we weinig voor. De nummers één en twee halen we nooit in. Niet economisch, niet qua slagkracht.”
Dat klinkt pessimistisch.
“Ik stel slechts vast dat de conservatieve krachten heel groot blijven. Het blijft heel moeilijk om sommigen echt te doen nadenken over de toekomst van onze sport.”
Wouter Vandenhaute, Flanders Classics “QuickStep is een ploeg met een gigantische traditie, maar het kostte Lefevere wel bloed, zweet en tranen om vorige zomer te kunnen aankondigen dat hij in het peloton blijft. Daar kan je toch niet vrolijk van worden?”