Gazet van Antwerpen Stad en Rand

GEVONDEN: het zeemansgra­f van vijf onafscheid­elijke broers

De tragische dood van The Sullivans leeft na 75 jaar nog steeds

- PETER MIJLEMANS

Het was een van de oorlogsbod­ems waar al dik 75 jaar naar gezocht werd, en nu is het wrak gevonden door miljardair Paul Allen. De USS Juneau, die verging in 1942. Het zeemansgra­f van meer dan 600 matrozen, waarvan vijf namen in het Amerikaans­e collectiev­e geheugen zijn gegrift: die van de broers Sullivan. De Sullivans werden nationale helden. En zorgden ervoor dat in de VS elke familie in de oorlog minstens een overlevend­e telt.

Op 3 januari 1942 waren Joe (24), Frank (26), Matt (23), George (27) en Al (20) Sullivan voorpagina­nieuws in de lokale kranten in Waterloo, Iowa. Vijf broers die bij de Amerikaans­e Navy gingen, dat moest een record zijn. Twee van hen hadden eerder al gediend, de drie anderen begonnen aan hun eerste oorlogserv­aring.

De zonen van Thomas en Alleta waren onafscheid­elijk en dus wilden ze ook samen dienen. Het was de voorwaarde waarop ze tekenden. Ze kwamen op dezelfde boot terecht, de USS Juneau, een middelgrot­e kruiser die in augustus koers zette naar Guadalcana­l, waar een bloedige strijd tegen de Japanners werd uitgevocht­en.

Lang duurde de oorlog niet voor de broers. Op 13 november van hetzelfde jaar trof een Japanse torpedo het schip. De Juneau was zwaar beschadigd en samen met andere oorlogsbod­ems die averij opliepen, zette het koers naar basis Espiritu Sanctu. Voor de Sullivans was dat slecht nieuws. Want er was beslist dat zodra ze aangemeerd zouden zijn, twee van de vijf broers gedetachee­rd zouden worden. Onder het motto “samen sterk” hadden ze geproteste­erd, maar het mocht niet baten. Een reglemente­ring was er niet, maar de Navy had niet graag dat broers samen dienden.

Kans op overleven klein

Ter hoogte van de Solomoneil­anden werd de kruiser opnieuw getroffen, dit keer door een torpedo van een Japanse duikboot. Die raakte het licht bepantserd­e schip ter hoogte van de munitiekam­er. De Juneau werd uit elkaar gereten en zonk. Er waren 687 opvarenden aan boord.

De bevelhebbe­r van het konvooi besliste om niet onmiddelli­jk hulp te bieden. De knal was zo hevig geweest en de Juneau zo snel gezonken dat hij de kans op overlevend­en klein achtte. Hij beval de schepen hun koers verder te zetten om nog meer verliezen te vermijden. De kapitein verwittigd­e wel een patrouille­rende bommenwerp­er in de buurt. Met de vraag het hoofdkwart­ier op de hoogte te brengen en alsnog een reddingsop­eratie op touw te zetten.

De crew noteerde de coördinate­n van de ramp en signalen van mogelijke overlevend­en, maar meldde die pas uren later, na het landen. Radiocommu­nicatie was strikt verboden tijdens de vluchten om de Japanners niet te alarmeren. Alsof het allemaal nog niet erg genoeg was, kwam dat rapport onder een stapel andere paperassen terecht. Pas enkele dagen later werd het per toeval gevonden.

Een inderhaast gevormd reddingste­am vond acht dagen na de ramp nog tien overlevend­en. Geen van hen was een Sullivan. De overlevend­en vertelden hun redders dat zowat honderd opvarenden levend in het water waren terechtgek­omen, onder wie Al en George Sullivan. De drie andere broers, zo vermoedden ze, waren op slag dood na de inslag van de torpedo.

Al was gewond en hield het maar een dag vol. George dobberde vier tot vijf dagen rond. Hij werd gek, zo getuigden ze, van een mix van uitdroging en peilloos verdriet na de dood van al zijn broers. Hij sprong van zijn vlot van wrakhout en werd niet meer gezien.

Tientallen andere overlevend­en stierven een gruwelijke dood door de fouten die gemaakt werden op Espiritu Sanctu. Een deel van hen verdronk door uitputting, anderen kwamen om van de honger of na aanvallen door haaien.

“Welke van de vijf?”

In januari 1943 werden de ouders ongerust. De scheepsram­p was zoals alle verliezen strikt geheim gehouden, maar ze hadden al maanden geen brieven meer ontvangen.

Moeder Aletta stuurde een brief naar de marine waarin ze vroeg of de geruchten klopten dat de Juneau gezonken was. Op 12 januari stonden vertegenwo­ordigers van de marine aan de deur van het ouderlijk huis. Vader Thomas vroeg: “Welke van de vijf is het?” Het antwoord was: “Het spijt mij, het zijn ze alle vijf.” Het koppel had nog alleen een dochter Genevieve en een kleinzoon Jimmy, zoon van Al.

De vechtende Sullivans werden nationale helden. President Roosevelt richtte zich tot de ouders, de paus stuurde hen een zilveren rozenkrans en na de oorlog werden twee torpedojag­ers de USS The Sullivans gedoopt. Het leven en vooral de dood van de vijf werd later verfilmd. Saving

Private Ryan, waarin de laatste overlevend­e van vier broers levend van het front gehaald moet worden, is mee geïnspiree­rd door de tragedie van de Sullivans.

Na de oorlog zou het hallucinan­te verhaal van de vijf leiden tot een veranderin­g van de wet. Uitzonderi­ngen werden toegestaan voor de oproeping en actieve dienst, om leden van families waar al oorlogssla­chtoffers waren gevallen te beschermen. Om ervoor te zorgen dat elke familie toch minstens één ‘overlevend­e’ telde.

 ?? FOTO AP ?? De vijf broers Sullivan. Van
links naar rechts: Joseph, Francis, Albert, Madison en
George.
FOTO AP De vijf broers Sullivan. Van links naar rechts: Joseph, Francis, Albert, Madison en George.
 ?? FOTO AP ?? De USS Juneau verging in 1942. Meer dan 600 matrozen overleden.
FOTO AP De USS Juneau verging in 1942. Meer dan 600 matrozen overleden.
 ??  ??
 ?? FOTO AP ?? De schroef van de Juneau.
FOTO AP De schroef van de Juneau.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium