Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Op zoek naar zeldzame ‘waterdraken’
Kamsalamander laten zich niet zomaar vangen
Fer Meyer (21) is derdejaars student toegepaste biologie en brengt voor het Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide de zeldzame kamsalamander in kaart.
keren per week trekt Fer Meyer met zes fuiken erop uit in het natuurgebied. Zijn opdracht: zo veel mogelijk kamsalamanders vangen. Zo krijgt de beheerder van het natuurgebied een beter zicht op de populatie in het Grenspark. Kamsalamanders zijn zeldzaam. De kans dat u er zomaar eentje tegenkomt op een wandeling is bijna onbestaande.
“In een eerste fase bezoek ik 21 poelen en zet ik telkens twee fuiken uit. Twee dagen later ga ik kijken wat erin zit. Van elke kamsalamander fotografeer ik de buik. Typisch aan deze soort is de geeloranje buik met zwarte vlekken en de donkere keel met witte spikkels. Je kunt die buik vergelijken met vingerafdrukken. Geen kamsalamander is hetzelfde”, zegt Fer Meyer. Hij noteert waar de salamander gevangen is en zet het diertje dan terug.
“Het project is verdeeld in vier fases. Nu ben ik toe aan fase twee en tot nu toe heb ik slechts vier kamsalamanders in beeld geVerscheidene bracht. Voor de laatste fases ga ik alleen nog naar de poelen waar eerder al een kamsalamander is gevangen. Aan de hand van de foto’s zien we of er nieuwe kamsalamanders in de fuiken zitten”, legt Fer uit.
“De kamsalamander is de grootste watersalamander die we hier aantreffen. Mannetjes lijken in de paartijd met hun hoge en gekartelde rugkam op een waterdraakje. Het is belangrijk om te blijven opvolgen hoe het gesteld is met de populatie. De dieren hebben een voorkeur voor kleinschalige landschappen. Gebieden met een dicht netwerk van poelen zijn erg geliefd. Struikgewas en open bos in de nabijheid van het voortplantingswater zijn noodzakelijk. Ook houtkanten, vermolmde boomstronken en stroken met ruigtekruiden zijn erg in trek bij de kamsalamanders”, vertelt Fer.
“Tot nu werden er in zeven vennen kamsalamanders gevonden. Vorig jaar werd de soort voor het eerst ook gevangen aan de Vlaamse kant van het natuurgebied. In 2005 en 2006 vingen we er 41, in 2014 elf, in 2015 38 en in 2016 maar negen. Maar concluderen dat er een dalende trend is, is te kort door de bocht”, legt Ignace Ledegen van het Grenspark uit. “Klimatologische omstandigheden hebben een grote invloed. Tijdens een koud voorjaar als nu, is de soort later actief. Bij een droog voorjaar is het water in de vennen geslonken en dat vergroot dan weer de kans om kamsalamanders te vangen, omdat hun leefgebied veel kleiner wordt dan bij een nat voorjaar.”