Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Te koop: embryo van 70.000 euro
Van Bruce Springsteen tot Bill Gates: waarom miljonairs zelfs voor ongeboren veulens van Belgische stambomen grof geld betalen
In de paardensport zijn Belgische genen steeds meer waard. Onlangs werd via een onlineveiling een embryo – zo groot als een erwt – verkocht voor een recordbedrag van 70.000 euro. Zelfs ongeboren veulens gelden dus als verstandige investeringen, zolang ze maar een Belgische stamboom bezitten.
België (lees: Vlaanderen) fungeert steeds nadrukkelijker als mondiaal centrum voor de paardensport. Dertig procent van de springpaarden op de Olympische Spelen van Rio 2016 kwam uit ons land. België telt vijf ruiters bij de eerste dertig op de wereldranking. Vier van ’s werelds beste tien paarden zijn hier geboren en getogen, met als primus Halifax van het Kluizenbos.
De toenemende interesse voor Vlaamse embryo’s bevestigt die reputatie. Sinds kort worden die ongeboren vruchten via onlineveilingen wereldwijd te koop aangeboden. Gegadigden uit de vijf continenten brengen hun bod uit op Belgische embryo’s. Het Limburgse stamboek Zangersheide geldt hierbij als het hippische equivalent van Sotheby’s, het befaamde veilinghuis voor kunst.
Ingevroren sperma van Baloubet
Het verhaal is bekend, hoe de dochters van Amerikaanse miljardairs als Bruce Springsteen, Bill Gates en Steve Jobs in Vlaamse stallen de allerbeste dieren voor hun hobby komen wegkopen. Ook Arabische oliesjeiks en Russische gasbonzen bieden fortuinen voor onze elitepaarden.
Die internationale koopdrift jaagt de prijzen de hoogte in, waardoor ook jonge veulens steeds duurder worden en de belangstelling voor (goedkopere) embryo’s groeit. Het voorbije jaar werden zo’n 150 ongeboren vruchten via onlineveilingen aan de man gebracht, een aantal dat de volgende jaren ongetwijfeld nog zal toenemen. Vader van het duurste embryo was overigens Baloubet du Rouet, het paard waarmee de Braziliaan Rodrigo Pessoa tweemaal olympisch goud won. Baloubet was al overleden toen zijn ingevroren sperma een merrie bevruchtte. De voorraad van dat ‘witte goud’ was dus beperkt.
Wie een embryo koopt, krijgt twee keuzes. Ofwel laat hij de drachtige merrie drie weken voor de bevalling naar zijn eigen land overvliegen, ofwel laat hij het veulen in Vlaanderen ter wereld komen en opgroeien. Optie twee krijgt meestal de voorkeur. Het Belgische klimaat is veel geschikter voor veulens én onze maneges fungeren als gespecialiseerde kraamklinieken.
Draagmoeder of slachthuis
In de paardensport draait alles rond stambomen en genen. Het sperma van een tophengst wordt via kunstmatige inseminatie bij een gereputeerde merrie ingebracht. Als na zeven dagen blijkt dat de vrucht levensvatbaar is, vindt een spoeling plaats: het embryo wordt getransfereerd naar een draagmerrie. Vaak zijn dat Franse dravers met afgebotte snelheid, die normaal gezien naar het slachthuis zou- den worden overgebracht. In Vlaanderen krijgen die dieren – zo zijn er ondertussen honderden – een tweede leven als draagmoeder.
Door de techniek van embryotransfers kunnen de topmerries drie keer meer veulens op de wereld zetten. Drie weken na de bevruchting begint de veiling al. Het embryo is op dat moment zo groot als een erwt, weegt amper een handvol gram, maar is toch al een klein fortuin waard. De gegadigden beschikken dan wel over de zekerheid dat beide ouders genetisch topmateriaal leverden, ze bieden toch op een ongeboren leven, zonder garantie over het latere verloop van de dracht. Zoals een insider verklaart: men koopt dus hoop.