Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik ben veel constanter geworden”
Met een vierde plaats zondag in een interclubwedstrijd in het Nederlandse Koewacht en een tweede plaats dinsdag in Merchtem liet Viktor Van den Branden zich afgelopen dagen twee keer opmerken.
“In Koewacht geraakte ik zondag op een veertigtal kilometer van het einde met een groepje voorop”, zegt de 25-jarige renner van R.Antwerp BC. “Uiteindelijk geraakte Benjamin Verraes nog tot bij ons. Die sprong in de laatste ronde weg om solo te zegevieren. Twee andere renners moesten in de slotronde nog afhaken op de laatste kasseistrook, zodat ik met de twee anderen mocht spurten voor een podiumplaats. Maar ik heb jammer genoeg geen snelle benen, zodat ik uiteindelijk vierde werd.”
Dat spurten niet meteen op het lijf geschreven is van Van den Branden, kwam ook dinsdag in Merchtem tot uiting. “In de finale geraakte ik samen met naamgenoot Julien Van den Brande voorop, maar in de spurt kwam ik er alweer niet aan te pas. Dat blijft mijn grootste minpunt. Winnen blijft op die manier dan ook moeilijk voor mij.”
Wil Van den Branden in de toekomst dan toch eens de zege palen, moet hij zijn heil misschien zoeken in het tijdrijden. In het PK tijdrijden voor eliterenners zonder contract haalde hij met een derde plaats het podium.
“Tijdrijden is iets dat ik graag doe en ook vrij goed kan. Daar komt geen spurt aan te pas, hé. (lacht) Maar nog belangrijker in mijn ogen is dat ik het gevoel heb dat ik constanter ben geworden in vergelijking met vorige jaren. Niet dat al mijn uitslagen zo geweldig zijn, maar een uitslag zegt ook niet altijd alles. In de Arden Challenge bijvoorbeeld reed ik met een groepje van zeven aan de leiding als we op een kilometer van de streep nog werden ingerekend door het peloton. Meteen was die mooie uitslag weg. Volgende week rijden we met de ploeg een kasseikoers in Noord-Frankrijk. Dat spreekt me wel aan. Ook de wedstrijden die we met de club voor de Beker van België rijden, staan bij mij aangestipt. Op het BK tijdrijden eind juni wil ik dan weer graag zien hoever ik daar kan geraken. Vorig jaar werd het een dertiende plaats, dat moet dit jaar beter kunnen.”