Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Afscheid van artiest Hernan Losada: “Ja, ik zal een traantje laten”
Gracias Hernan. Beerschot Wilrijk neemt zaterdag afscheid van een clubmonument. Hernan Pablo Losada (36), de Argentijnse generalisimo van het Olympisch Stadion, zwaait na zeven bewogen jaren – verdeeld over drie passages zijn geliefde Beerschotpubliek als speler uit. Voor hij zich volledig stort op een toekomst als trainer wacht hem morgen nog een onvergetelijk eresaluut tijdens zijn allerlaatste match in het paars en wit. Hasta luego, Hernan.
De match staat morgen volledig in het teken van jouw afscheid. Een eer die maar weinig spelers te beurt valt.
“Ik ben dan ook heel dankbaar voor de erkenning die ik krijg vanuit de club. Ik besef hoe uitzonderlijk dit is. Er zijn ook maar weinig spelers die zeven seizoenen voor één club hebben gespeeld. En dan nog onder drie verschillende namen. Zeven seizoenen is tegenwoordig een eeuwigheid in het voetbal. Zeker voor een buitenlander. Ik heb hier zoveel wedstrijden gespeeld en zoveel goede en slechte momenten meegemaakt. Dit was voor mij het ideale moment om te stoppen.”
De laatste die zo een afscheid kreeg was Marc Degryse in 2002. Je komt terecht in de galerij der monumenten naast iconen als Coppens, Lozano en Degryse.
“(bescheiden lachje) Dat zijn grote namen hé. Voor iedereen met een hart voor Beerschot zijn dat namen die ze nooit zullen vergeten. De club zal eeuwig hun stempel blijven meedragen. Dat is toch iets unieks. Daarom dat ik ook zo trots ben dat ik op dezelfde manier afscheid kan nemen.”
Je werd al wat emotioneel tijdens de voorstelling van je afscheidstruitje. Gaan er tranen vloeien?
“Zaterdag zeker. Wat de club allemaal van plan is, weet ik niet precies. Ik laat me verrassen. Maar dat het emotioneel zal worden, weet ik nu al. Ik ben nu eenmaal een passioneel man. Als je zoveel van je sport houdt, is het normaal dat er emoties bij komen kijken.”
Je blijft wel zeker van je beslissing?
“Absoluut. In mijn hoofd heb ik de klik al gemaakt. Ik vind het belangrijk dat ik de keuze zelf heb gemaakt en dat ik niet ben moeten stoppen door een blessure of een beslissing van de club. Ik stop op een mooi moment. Maandag werd ik op het gala van de Pro League door de trainers en de spelers nog verkozen tot een van de drie beste spelers van de competitie. Een beter moment om afscheid te nemen is er niet.”
Tenzij met een promotie naar 1A misschien?
“Toen ik drie seizoenen geleden terugkeerde zat de club in derde klasse. Toen zei ik dat het mijn doel was om ze opnieuw naar eerste klasse te brengen. Iedereen verklaarde me voor gek, maar uiteindelijk zijn we op twee minuten van mijn doel gestrand. Ik kan alleen maar trots zijn dat we er zo dichtbij zijn gekomen ondanks onze beperkte middelen.”
Twaalf jaar geleden kwam je naar hier. Was het liefde op het eerste gezicht?
“Met de stad Antwerpen wel. Met de manier van trainen en denken over voetbal minder. Ik had een aanpassingsperiode nodig. Ik herinner me dat ik in het begin nauwelijks speelde, maar door schorsingen en blessures voor het eerst mocht starten in een match tegen Moeskroen. We wonnen 6-2 en ik scoorde een hattrick. Dat was het grote kantelmoment van mijn carrière.
Opeens wist iedereen wie ik was. Zonder die wedstrijd had ik hier nu wellicht niet gezeten.” Waren je eerste twee seizoenen bij Germinal Beerschot de beste uit je carrière?
“(denkt na) Ik vind van niet. Oké, we zijn toen wel vijfde en zesde geëindigd, maar toen ik in 2011 een eerste keer terugkwam naar Beerschot AC kenden we ook een mooi seizoen. Met dertien goals was dat mijn meest productieve jaar in eerste klasse. Het tweede jaar was door het faillissement natuurlijk veel minder leuk. En bij Beerschot Wilrijk heb ik elk seizoen meer dan tien doelpunten gescoord als middenvelder. Ik vind het moeilijk om er één seizoen uit te pikken, maar mijn beste jaren waren altijd met deze club.”
Je maakte de ondergang mee van Beerschot AC. Nu is het de beurt aan je ex-club Lierse. Raakt je dat?
“Ik vind het verschrikkelijk dat mooie traditieclubs door één iemand helemaal kapot gemaakt kunnen worden. Dat zou niet mogen. Op dat vlak is er nood aan veel strengere regels. Het kan toch niet dat een buitenlander zomaar een club kan opkopen en mag spelen met de gevoelens van al die duizenden supporters?”
Voel je je ondertussen meer Belg dan Argentijn?
“Ik voel me een Argentijn die heel goed geïntegreerd is in jullie mooie land en jullie manier van leven. Anders kon ik dit interview niet in het Nederlands geven
(lacht). Ik heb altijd enorm mijn best gedaan om me aan te passen aan jullie cultuur. Voor mij is dat een teken van respect. Argentinië zal altijd mijn vaderland blijven, maar ik ben België wel eeuwig dankbaar.”
Hoe verklaar je je liefde voor de stad Antwerpen?
“Ik kom uit Buenos Aires, een stad met meer dan tien miljoen inwoners. Voor mij is Antwerpen dus een klein stadje waar toch enorm veel te zien is en te beleven valt. Het karakter van een typische Antwerpenaar trekt ook op dat van een Argentijn. Vriendelijk maar ook een tikje arrogant (lacht).”
Volgend seizoen word je hier coach van de beloften. Coaches met een verleden als speler zeggen vaak dat er niets beter is dan zelf op het veld staan.
“Het zal anders zijn. Dat weet ik. Maar anders kan ook leuk zijn. Toen ik twee jaar geleden ben begonnen met mijn trainerscursus, voelde ik al snel dat ik absoluut in het voetbal wilde blijven. Bij de beloften krijg ik de kans om al mijn ideeën in praktijk om te zetten.
Daar kijk ik enorm naar uit.” Iedereen verwacht dat het lang zal duren voor je de kans krijgt om T1 te worden.
“Zelf ben ik van plan om het rustig aan te doen en mijn eigen parcours te rijden. Zoals ik ook altijd als speler heb gedaan. Maar als de kans zich zou voordoen, moet ik wel zorgen dat ik klaar ben voor de uitdagingen die de job met zich meebrengt.”
De onvermijdelijke slotvraag: wat was nu hét absolute hoogtepunt van je carrière?
“(denkt even na) Ik ben een positivo: het beste moet nog komen (lacht). Ik heb al veel mooie dingen meegemaakt, maar het absolute hoogtepunt dat komt er nog aan.”