Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Weinig afvalhinder in Aartselaar, Hove en Brasschaat
Iedere soort gemeente heeft een eigen doelstelling
Steeds meer gemeenten voert het elektronisch wegen van restafval in, onder impuls van de overkoepelende afvalintercommunales. Intussen gebeurt het al in 45 van de 70 Antwerpse gemeenten. Maar ook het systeem van zakken voor restafval past in het DIFTARverhaal: een gedifferentieerd tarief volgens het motto ‘de vervuiler betaalt’. Afval is een geldzaak.
Hoe minder restafval (dat niet gerecycleerd wordt, maar verbrand), hoe beter. De 29 gemeenten die aangesloten zijn bij de Kempense afvalintercommunale IOK scoren gemiddeld het best in Vlaanderen. Voor de duidelijkheid: restafval is het niet-gesorteerde afval dat bij huishoudens wordt verzameld, plus het afval uit de openbare vuilnisbakken en veegafval (zwerfvuil). “Gemiddeld kom je in Vlaanderen aan 150 kg per inwoner per jaar, een vroegere doelstelling die zowat alle gemeenten haalden”, legt Jan Verheyen, woordvoerder van afnatuurlijk valstoffenmaatschappij OVAM uit. “Zo’n gemiddelde zegt natuurlijk niet veel, want je kunt pakweg Antwerpen niet met een kleine plattelandsgemeente vergelijken. Daarom hebben we in 2016 een systeem opgezet met doelstellingen per type gemeente.”
Voor een ‘erg landelijke gemeente met sterke vergrijzing’ is de doelstelling voor 2022 bijvoorbeeld 144 kg per inwoner per jaar. Voor een ‘grote en regionale stad’ is dat 197 kg per inwoner per jaar. En voor een kustgemeente 258 kg per inwoner per jaar.
Sorteren
“Gemiddeld wordt er 3 kg zwerfvuil per Vlaming per jaar geraapt”, weet Verheyen. “Een aantoonbaar verband tussen het DIFTAR-systeem en meer zwerfvuil is niet aangetoond. Anderzijds is het opletten: als je overdrijft met de tarieven, dan verhoogt het gevaar op afvaltoerisme, zwerfvuil en sluikstort wél. Al heeft zwerfvuil meer met mentaliteit en omgevingsdruk te maken. Sluikstort is doelbewuster.”
Gemiddeld genomen is de Belg bij de beste sorteerders in Europa. Is een risico ook niet dat het sorteren zo ver wordt doorgedreven, dat hij gaat afhaken? “We moeten een duurzame gedragswijziging bekomen”, vindt Verheyen. “Dat doen we door handhaving, campagnes, participatie en juiste infrastructuur. Zo zullen we almaar meer doorgroeien naar publieke sorteerstraten en minirecyclageparken.”
Afval is geld
Meer dan de helft van het huishoudelijk afval wordt gerecycleerd, en dat brengt op. Daarnaast betalen we ook veel om te ‘mogen’ sorteren: ‘vervuilers’ zijn we immers allemaal. Tussen gemeenten is er hoe langer hoe minder verschil. Gemeenten staan hun beleidsverantwoordelijkheid immers af aan intercommunales, die het beleid homogeniseren. Als ergens een containerpark nog gratis afval aanvaardt, heeft het daar zogenaamd nadeel bij in vergelijking met andere recyclageparken, en dus worden de duurdere regels overgenomen. Zo is het afvalbeleid een slang die haar eigen staart opeet.