Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Lepel in de onderbroek tegen genitale verminking
Brussels staatssecretaris wil luchthavenpersoneel inzetten tegen vrouwenbesnijdenis
Een lepel in de onderbroek: daarmee wil Brussels staatssecretaris voor Gelijke Kansen Bianca Debaets (CD&V) meisjes beschermen die vrezen dat ze in hun land van herkomst besneden zullen worden. “Als ze daarmee in Zaventem de metaaldetector passeren, gaat die af en kan het luchthavenpersoneel ingrijpen”, luidt de uitleg. Een eenvoudige truc, maar volgens experts niet meteen de meest doeltreffende.
De cijfers zijn schrijnend. Hoewel de praktijk in België bij wet verboden is, blijft het aantal besneden vrouwen stijgen. In 2012 waren er in ons land 13.112 meisjes en vrouwen van alle leeftijden die zeer waarschijnlijk besneden waren, en 4.984 meisjes die een risico liepen. In 2016 waren naar schatting al 17.273 meisjes en vrouwen zeer waarschijnlijk besneden en liepen meer dan 8.600 meisjes een risico, zo blijkt uit gegevens van de organisaties tegen genitale verminking GAMS en Intact. Omdat er beter geregistreerd wordt, maar ook door toegenomen migratie. Die besnijdenissen gebeuren veelal in het land van herkomst. “De vakantie die nu voor de deur staat, is daarom een risicomoment”, zegt Bianca Debaets. De staatssecretaris wil daarom samenwerken met de federale overheid, de luchthaven en de douane om alert te zijn voor een trucje. “Een metalen voorwerp zoals een lepel in de slip, kan de douaniers de kans geven om het meisje apart te nemen en haar weg van haar familie te ondervragen en op te vangen”, zegt ze.
Debaets haalt daarvoor de mosterd bij de Zweedse stad Göteborg, waar dezelfde maatregel tien dagen geleden werd aangereikt. Eerder deed een Britse vzw dezelfde oproep, en verscheen de tip ook op Reddit. Alleen is de vraag of de methode ook effectief is. “Misschien is het niet ideaal, maar misschien zijn er toch een paar vrouwen mee geholpen”, luidde het gisteren nog het kabinet van Debaets. “En dan is het eigenlijk al geslaagd.”
Laatste redmiddel Dat zegt ook de organisatie GAMS. “Het is eerder een laatste redmiddel dan een manier om aan
preventie te doen”, zegt Katrien De Koster. “Omdat de ouders niet de vijand zijn. Dikwijls zijn ze zelf geen voorstander van genitale verminking, maar doen ze het omdat ze zich ter plekke laten meeslepen door familie of omdat ze het beste willen voor hun dochter. Ze geloven dat het meisje anders uitgesloten wordt of onhuwbaar zal zijn. Wij zetten in op bemiddeling vooraf, door samen te werken met hulpverleners, met Kind en Gezin, met kleuterleiders of leerkrachten. Als een van hen een signaal krijgt dat het meisje een risico loopt, dan nemen ze contact op met ons. We gaan dan langs om met de ouders te praten en hen duidelijk te maken hoe de wetten bij ons zijn. Vaak is dat voldoende. Indien niet, dan kan er daarna een juridische weg worden gevolgd.”
De kans dat er effectief meisjes de lepeltruc zullen toepassen is dan ook klein. “Omdat genitale verminking voorkomt bij kinderen tussen 0 en 12 jaar. Wat moeten ze dan doen eens de luchthavenpolitie hen apart neemt? De lepel is eerder een manier voor oudere meisjes om te ontsnappen aan een gedwongen huwelijk of gedwongen prostitutie. Maar kom, het kan geen kwaad om het te proberen.”