Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Moestuin zonder vergif: het bewijs zie je hier”
Een grote spin. Of nee, een kever, want het heeft zes poten! De brievenbus die aan de bakstenen schuur van weduwnaar Daniël Willaeys hangt, tegen de rand van het Zoerselbos in Halle-Zoersel, gaat helemaal in de natuur op.
Achter de schuur staat de hoeve, en achter de hoeve in de tuin zit Daniël op een stoel boontjes te doppen onder een appelboom. Buiten draait de wereld door, met de Rode Duivels en Rock Werchter, maar hier is het leven vredig.
Het duurt even vooraleer Daniël op de naam komt van de smid die de brievenbus twintig jaar geleden gemaakt heeft. “Nu weet ik het weer! Jos Wouters. Hij was zo’n beetje een hippie en had een biokruidenierswinkel in Wijnegem, waar wij klant waren. Jos was bezig met macrobiotische voeding. Op een gegeven moment is hij in Wijnegem vertrokken en ging hij in een centrum in Orval werken, waar ze gespecialiseerd waren in macrobiotiek.” “Ik ben zelf medestichter van Velt, de vereniging voor ecologisch leven en tuinieren. Het landelijk secretariaat van Velt was lange tijd gevestigd in deze boerderij. Jos had een mooi smeedijzeren bord gemaakt voor Velt. Omdat we op een gegeven moment een nieuwe brievenbus nodig hadden, vroegen we of hij iets wou smeden dat bij de omgeving paste. Intussen zou Jos Wouters zelf in Zoersel wonen.”
Geen pastoor geworden
Als West-Vlaamse boerenzoon kreeg Willaeys de kans om aan het college te studeren. “Ze wilden een pastoor van mij maken, maar dat is niet gelukt. Ik werd psycholoog en was lange tijd directeur van een PMS-centrum in Antwerpen. We woonden in een appartement in Deurne, maar dat was niks voor ons. Ik had bijna het sashuis in Nijlen gekocht tijdens een openbare verkoop, maar het werd ingehouden door de eigenaar omdat de biedingen niet hoog genoeg gingen.” “Gelukkig bracht de broer van mijn vrouw, die stage deed bij het kadaster, het blad van de notarissen mee met de openbare verkopen. Daarin stond deze hoeve. We zijn met de fiets komen kijken, want met de auto geraakte je hier niet. Ik spreek nu over 1962. Het was nog een aardenweg. De boer was zestig jaar en moest stoppen door hartproblemen.”
“Hier achter de boerderij groeide niks meer. Alles was kapotgespoten, zoals toen gebruikelijk was. Als je prei wil hebben, moet je spuiten, zei die boer. Mijn vrouw Aleide was overtuigd dat het ook zonder kon. En zie: we hebben bewezen dat het kan, een moestuin zonder vergif.” Daniël en Aleide – die in 2014 overleden is – maakten er een groen paradijs van. “De hoeve werd gebouwd op de linkeroever van de Schijn, die in Malle ontspringt. In 1976 was de stroom uitgedroogd. Ik zou er niet van opkijken als dat deze zomer opnieuw gebeurt.”
In de jaren tachtig begon Willaeys de eerste fruitwerkgroep van Velt. Liefst tweehonderd verschillende appelrassen en een twintigtal perenrassen groeien er nu in de tuin in Halle. “Ik ben een fruitmens en heb een appelsoort naar mijn echtgenote vernoemd. Die boom draagt dit jaar veel vruchten.”
Hij plukt nog wat gele frambozen voor ons. Lekker! Intussen is er iemand gearriveerd om mee te komen mediteren in de tuin. De fruitmens schuift zijn emmer aan de kant. Die boontjes kunnen wachten.