Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Legt een scheidsrechter meer kilometers af dan een lijnrechter of een veldspeler?
Op het WK in Rusland wordt voor het eerst EPTS (Electronic Performance and Tracking Systems)
gebruikt: tablets voor alle teams waarmee ze live (met slechts 30 seconden vertraging) alle mogelijke data van hun spelers op het terrein kunnen volgen, vanop de bank. Positie, snelheid, passes, druk, tackles… Het wordt allemaal geregistreerd en meteen naar de ‘Martinez-en’ van deze wereld gestuurd.
En dus vind je ook van alle wedstrijden en elke speler op dit WK een statistisch rapport, inclusief het aantal kilometers dat ze afleggen op een veld. Collectief én individueel. Zo leren we dat in de groepsfase Rusland de kampioen was van het ‘rennen’ op dit WK. In de openingswedstrijd tegen Saudi-Arabië zetten ze meteen het record neer: collectief liepen de Russen 118 km tijdens die wedstrijd. En ook tegen Egypte hielden ze dat vol: nóg eens 115 km met het hele team.
Ter vergelijking: de Rode Duivels hielden het in hun eerste twee wedstrijden op 102 (Panama) en 110 kilometer (Tunesië). En niet geheel verrassend, de slaapverwekkende wedstrijd tussen Japan en Polen klokte af op een diepterecord: de Japanners liepen nog 83 km, de Polen slechts 80 km. En individueel? De topper in de groepsfase was - hoe kan het ook anders - de Rus Alexander Golovin, met alleen al in de eerste twee wedstrijden 12,7 en 12,5 km op de teller. Hij wordt op de voet gevolgd door de Deen Christian Eriksen, met 12,2 en 12,7 km na twee wedstrijden. Ook een andere Rus, Iury Gazinski, klokte af op - of net boven - twaalf gelopen kilometers tijdens zijn matchen. De Rode Duivels halen zo’n statistieken niet. Behalve Thomas Meunier, toploper bij de Belgen én in de top tien van het WK: zowel tegen Panama als Tunesië liep hij meer dan 11 km (enkel Witsel bleef in die wedstrijden nog een beetje in z’n spoor met iets meer dan 10 km). Tegen Japan ‘scoorde’ Meunier zelfs net geen
12 km. Maar in die laatste wedstrijd waren er wel meer Belgen die meer liepen dan in de andere wedstrijden: Ook Witsel en De Bruyne gingen voorbij de 11 km. Lukaku loopt het minst van alle Belgen: zowel tegen Panama als tegen Japan rond de 8 km. Maar hij hoeft zich niet te schamen. Andere toppers/voorspelers scoren niet beter: Messi kwam slechts één keer boven de 8 km dit WK. Ook Ronaldo blijft tussen de 8,5 en 9 km hangen.
En de scheidsrechters dan, horen we u denken? Wel, helaas zijn er (nog) geen exacte statistieken van de scheidsrechters op dit WK beschikbaar. En moeten we het met de wetenschap doen. Gelukkig hebben de universiteiten van Rome en Londen het in een gezamenlijke studie van enkele jaren geleden meteen grondig gedaan: ze monitorden
68 scheidsrechters en 170 assistenten tijdens
328 wedstrijden in onder andere de Champions League en de Premier League. En wat blijkt: de gemiddelde scheidsrechter loopt tussen de 11,3 km (in ‘gewone’ matchen) en 11,9 km (topmatchen) per wedstrijd. Een derde van die afstand zijn ze bovendien écht aan het lópen - en dus niet joggen tot zelfs sprinten (meer dan 25 km/u). Dat is méér dan ongeveer elke speler op dit WK, uitgezonderd de reeds genoemde toppers. Enkel de assistenten/ lijnrechters hebben het iets ‘makkelijker’: uit het onderzoek bleek dat ze gemiddeld tussen de 6,4 en 6,6 km liepen tijdens een wedstrijd, waarvan
75 procent wandelend of ‘joggend’.