Gazet van Antwerpen Stad en Rand

En plots is Roberto Martinez een tópcoach

Zoiets kan alleen in voetbal: in 90 minuten de transforma­tie van een naïeve koppigaard naar een vakman super de luxe. Roberto Martinez paste zich (tactisch) aan en het Belgische publiek sloot hem in de armen. De bondscoach is een held. Niet alleen omwille

-

Zo kenden we Roberto Martinez nog niet. Althans niet bij de Rode Duivels. Een aanpassing van zijn tactiek en dat op het goede moment. Wie hem echter al langer volgt, was niet verrast. Ook bij de Engelse clubs die hij trainde - Swansea, Wigan en Everton - kon hij zo verrassend uit de hoek komen. Hij heeft er zijn reputatie op gebouwd en kwam zo in 2013 bij topclub Everton terecht. Goed dat we dat ook bij de Rode Duivels eens mochten beleven, want tot vrijdag had de Catalaan - die vrijdag 45 jaar wordt - nog niet veel indruk gemaakt.

Nu kwam Martinez uit de kast. Hij is een coach die kan focussen op één hoogtepunt en daar voor de verrassing kan zorgen. Zo versloeg hij in 2013 met Wigan Athletic in de finale van de Engelse FA Cup Manchester City, terwijl hij enkele dagen later degradeerd­e uit de Premier League. Minder geschikt voor de lange, duurzame termijn, wel subliem in het pieken klonk het. Het was een reputatie die hem bij zijn aanstellin­g in augustus 2016 als bondscoach vergezelde, maar minder in de verf werd gezet.

Verrassen

Speelde de bondscoach in de aanloop naar Brazilië een beetje met onze voeten? Ja. Niet kwaad bedoeld en met als één doel: verrassen. Om zijn plan niet bekend te maken zei hij telkens “ja” toen we hem ongerust vroegen of hij nu echt met drie verdediger­s die sterke Braziliane­n wilde aanpakken. “Ik verander mijn systeem niet”.

Maar hij deed dat dus wél. Hij idealiseer­de zijn denkbeelde­n niet. Zijn plan dreigde in de praktijk niet te werken en hij gaf als coach een creatieve wending aan zijn strijdwijz­e. Bij balverlies werd de smeekbede van enkele wakkere analisten, ex-Rode Duivels en journalist­en gevolgd. Ook enkele spelers zouden duidelijke hints in die richting hebben gegeven. De Duivels plooiden terug en gingen bij balverlies met vier achteraan spelen. Meunier rechtsback, Fellaini hielp Meunier ook nog Neymar voor de voeten te lopen. Vooraan vonden we de grootste verrassing. Lukaku speelde op de rechterfla­nk in de rug van Marcelo. De Bruyne schoof, ook al tot vreugde van de analisten en zichzelf, een rijtje hoger en fungeerde als valse nummer negen.

Het viel natuurlijk ook allemaal wel wat mee voor de Duivels. Het was niet alléén de tactiek. De poging op de paal van Thiago Silva en het eigen doelpunt van Fernandinh­o waren meevallers, maar die heb je nodig om Brazilië te kloppen. Het doet geen afbreuk aan de verdienste van het plan van Martinez. Al was ook dát niet nieuw. Romelu Lukaku zei het: “Ik kende het systeem van bij Everton, ik heb het aan Hazard en De Bruyne moeten uitleggen”. Bij Everton heette de valse spits Naysmith, een Schot die niet het niveau heeft van De Bruyne.

Meer verdienste­n

Nog meer dan het tactische plan is de verdienste van Martinez dat hij al die vedetten eindelijk zo ver heeft gekregen tot het uiterste te gaan, uit de comfortzon­e te treden. Ze hebben natuurlijk allemaal de ideale leeftijd om te beseffen dat het stilaan ‘nu of nooit’ is. Maar De Bruyne vier wedstrijde­n in dienst van de ploeg verdedigen­d op het middenveld laten spelen, Lukaku in een match tegen Brazilië een grote kans ontnemen te scoren, Eden Hazard zo ver krijgen dat hij 100 procent gefocust op het veld staat en Fellaini alleen maar het vuile werk laten opknappen... Het is een prestatie van formaat.

Martinez heeft de spelers kunnen overtuigen en dat is heel sterk. En verrassend. Want in zijn communicat­ie naar buitenuit maakt hij niet altijd die indruk met onduidelij­ke antwoorden op nochtans duidelijke vragen. En na het succes van vrijdag zal het geloof van zijn spelers in hem alleen maar toenemen. Ook omdat hij na Brazilië zei: “Aan het tactisch bord win ik elke wedstrijd, het zijn de spelers die het moeten uitvoeren. Ik ben van hen afhankelij­k of het lukt of niet. Zij hebben het gedaan.”

Die bescheiden­heid siert hem. En wat meer is: ze is echt. We hebben al veel trainers gekend die het cliché koesteren dat ‘alleen het team belangrijk is’ maar bij de minste tegenslag naar de spelers wijzen en bij succes verduiveld vaak ‘ik’ zeggen. Bij Martinez is dat niet zo.

Buitenland­er

Dat we dit succes nu uitgereken­d met een buitenland­se bondscoach moeten beleven. Of is dat geen toeval? In het passeren van Radja Nainggolan kon Martinez nog verweten worden dat hij de gevoelighe­den van de Belgische voetballie­fhebber niet aanvoelde. Hij moet verrast geweest zijn door de storm die dat teweegbrac­ht.

De gevoelighe­den niet aanvoelen, kan ook een voordeel zijn. Martinez leest niet álles, kijkt niet naar de analyses in de praatprogr­amma’s. Behalve vrouw en kind heeft hij geen familieled­en, goede vrienden die hem erop wijzen wat er in de vaderlands­e pers verschijnt. Vorige (Belgische) coaches zoals Marc Wilmots, Georges Leekens, Robert Waseige, Aimé Anthuenis of René Vandereyck­en konden zich daar behoorlijk over opwinden. Of althans: hun familieled­en. En dat heeft altijd een weerslag, waardoor er onnodige spanningen ontstaan.

Martinez lijkt zich door de natuurlijk­e afstand die er bestaat veel minder druk te maken om wat er gezegd, geschreven, geroepen en getierd wordt. Eén keer liet hij zich ontvallen: “Kijk eens naar wat goed is, jullie Belgen focussen altijd op het slechte.” Dat was na de oefenwedst­rijd tegen Portugal (0-0), waarmee hij aangaf via persverant­woordelijk­e Stefan Van Loock toch op de hoogte te zijn van wat er in de kranten was verschenen. Het was de enige keer dat hij reageerde op wat in de media was verschenen. Bij vorige bondscoach­es was dat aan de lopende band.

 ?? FOTO PHOTO NEWS ??
FOTO PHOTO NEWS

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium