Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Een beetje Gaverbeek op het WK
Benjamin Pavard keek me aan alsof ik van een andere planeet kwam toen ik hem vrijdagavond na Uruguay Frankrijk aansprak. Maar ik kwam alleen maar uit België. En ik had hem net gevraagd of het klopte dat hij twee jaar geleden bijna bij Zulte Waregem zat. Hij antwoordde stomverbaasd dat het “nu echt niet het moment is daarover te spreken”.
Ik begreep perfect dat hij mij maar een rare snuiter vond. De brave jongen is 22 jaar. Heeft net met zijn land de halve finale van het WK bereikt. Dan heb je andere dingen aan je hoofd dan herinneringen ophalen aan Francky Dury en de tijd dat hij met de reserven in vierde klasse speelde. Maar, zo had ik hem uitvoerig willen uitleggen, dit is de wereldbeker. En de wereldbeker gaat over zoveel meer dan het winnen van een klomp goud van zes kilogram. De wereldbeker gaat over meeleven en genieten. Over mensen en emoties. Over onbenullen die helden worden en helden die weer onbenullen worden. Om die verhalen te vertellen, moeten journalisten bij voetballers gaan aankloppen. Beroepsschrijvers en beroepsvoetballers, het zal altijd een moeilijke relatie zijn. Eerder op het WK zagen we de Tunesiër Yohan Benalouane een journalist bijna een klap verkopen omdat die hem voor de training “uit zijn concentratie had gehaald”. We zijn dus nog goed weggekomen vrijdag. We hadden het graag over voor een beetje Gaverbeek op het WK.