Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Hebberigheid doet Europa de das om
Oud-premier en fractieleider van de Europese liberalen Guy Verhofstadt is een van de drie Europese Parlementsleden die de meeste extra’s verdienen met bijklussen. In de voorbije vier jaar ontving hij met zijn lezingen en bestuursfuncties ongeveer een miljoen euro. Dat bedrag komt bovenop zijn maandelijkse brutoloon als fractieleider van 13.000 euro per maand. Verhofstadt verdient zijn extra’s bij investeringsmaatschappijen en bedrijven die jonge ondernemers steunen. De Italiaan Ranato Soru maakt het wat betreft bonter. Hij is naast Europees Parlementslid ook directeur van het telecombedrijf Tiscali en stemt dus mee over de Europese wetgeving die zijn bedrijf moet naleven. Dat ruikt sterk naar belangenvermenging.
Dat Verhofstadt als fractieleider 13.000 euro bruto per maand verdient (gewone europarlementsleden verdienen 8.611 euro bruto per maand), is nog enigszins te verantwoorden. De meeste Europese politici werken zeer hard. En hun loon valt niet te vergelijken met dat van pakweg topvoetballer Kevin De Bruyne, die bij zijn club Manchester City gemiddeld 360.000 euro bruto per week (!) op zijn rekening mag bijschrijven.
Het probleem zit in het feit dat te veel Europese politici bovenop hun maandinkomen zoveel extra’s verdienen dat ze de voeling met de realiteit dreigen kwijt te spelen. Kan een politicus die een miljoen euro extra verdient in vier jaar tijd nog geloofwaardige ideeën hebben over armoedebestrijding? En wie verdient zo snel zoveel in bijberoep?
Nog erger is dat de leiding van het Europese Parlement vorige week een reeks voorstellen heeft weggestemd om meer transparantie te geven over de onkostenvergoeding van 4.600 euro per maand die Europese Parlementsleden bovenop hun brutolonen ontvangen. De parlementsleden gebruiken dat geld onder meer voor werklunches en het huren van kantoren. Maar niemand kan nu controleren hoe ze dat geld precies uitgeven. Met andere woorden: als Guy Verhofstadt of zijn collega’s met ons belastinggeld in dure restaurants willen eten, dan doen ze dat gewoon. Zou een parlementslid beter worden geïnformeerd bij een driegangenmenu in een sterrenrestaurant dan bij een broodje?
Het gebrek aan transparantie over het besteden van de onkostenvergoeding is negatief voor het imago van Europa. Nochtans zorgt een verenigd Europa voor goedkopere producten in de supermarkt, meer jobs en lagere beltarieven in het buitenland. Een lidstaat die uit de Europese Unie wil stappen, doet zichzelf de das om. De Britten zullen dat nog ondervinden. Maar als sommige Europese politici hun hebberigheid niet aan banden leggen, wordt de weg voor eurosceptische partijen meer dan ooit vrijgemaakt.