Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“In 2020 hebben wij weer de gouden generatie”
Ronald de Boer voorspelde voor aanvang van het WK dat Rode Duivels bij de laatste vier zouden zijn maar...
“In een goeie dag kunnen de Rode Duivels Brazilië verslaan.” Ere wie ere toekomt: Ronald de Boer (48) voorspelde al voor het WK tot waar de Belgen minstens zouden geraken. Twintig jaar geleden behoorde de middenvelder tot de beste Nederlandse generatie die nooit de finale van een WK bereikte. Zonder zijn gemiste penalty tegen Brazilië was misschien niet Frankrijk maar Nederland voor het eerst wereldkampioen geworden.
België speelde gisteren zijn tweede halve finale in de WKhistorie. Wat een contrast met Nederland: in tien WK-deelnames stond Oranje vijf keer in de halve finales en drie keer in de finale. Ronald de Boer behoorde tot de enige Nederlandse topgeneratie die nooit de finale van een groot tornooi bereikte. “Het is lastig om generaties te vergelijken en je mag de prestaties van een ploeg die de finale haalt nooit bagatelliseren”, zegt De Boer. “Maar als je de spelers tegenover elkaar zou zetten, heb ik ook het gevoel dat wij in 1998 meer kwaliteit hadden dan het Nederlandse team dat in 2010 in de finale stond. Wij hadden op elke positie spelers van wereldklasse, die op een goeie leeftijd waren: 27, 28 jaar. Drie jaar daarvoor hadden we de wereld verbaasd door met Ajax de Champions League te winnen. Dan is het doodjammer dat je met die lichting geen prijs hebt gepakt. Op Euro 2000 gebeurde net hetzelfde: we waren zoveel beter dan Italië, maar ook daar grepen we naast de finale.”
Amsterdam baadt in de zon en Ronald de Boer heeft een plaatsje op het terras uitgekozen. Het duurt niet lang voordat een auto stopt en de chauffeur het raampje naar beneden draait. “Hey, Ronald, ben je je broer kwijt?”, roept de lolbroek hem toe. “Ja, ik ben op zoek naar mijn broer”, zegt De Boer minzaam. En dan tot ons, met een uitgestreken gezicht: “Erg leuk grapje.”
Philippe Albert
Zelden waren de internationale carrières van twee voetballende broers zo met elkaar verbonden als die van de tweeling De Boer. Frank was een verdediger, Ronald eerst een spits en nadien een middenvelder. De omslag heeft hij te danken aan één bepaalde man: Philippe Albert, zijn rechtstreekse tegenstander in de wedstrijd België - Nederland op het WK 1994. “Ruud Gullit was gestopt als international. Om welke reden is nooit helemaal duidelijk geworden. Hij zei dat hij zich niet meer kon vinden in het systeem van Dick Advocaat. Hij werd wat ouder, dus wilde hij misschien een systeem dat hem op het lijf was geschreven. Toen werd ik als jong de spits van Oranje.
jochie Die keuze was logisch, omdat ik het bij Ajax niet slecht had gedaan. Tegen België hadden wij het gevoel dat we beter waren. Jullie hadden wel kwaliteiten met Marc Degryse, Luc Nilis en Enzo Scifo, maar wij hadden meer bravoure en frivoliteit.”
De wedstrijd in het snikhete Orlando zou uitdraaien op een verrassende 1-0-zege voor België. Ronald de Boer moest er aan de rust af voor Rob Witsche. Philippe Albert scoorde in de tweede helft door een fout van Jan Wouters. De ervaren middenvelder zette aan de eerste paal een stap opzij, waardoor de bal onder zijn voet in doel verdween. “Het was vreselijk, maar we durfden Wouters niet aan te pakken. Hij was een ervaren rot en wij waren jonge jochies. De nederlaag tegen België was een koude douche. Gelukkig ook letterlijk, want de gevoelstemperatuur van die wedstrijd was misschien vijftig graden. Onlangs heb ik de beelden ervan teruggezien. Het leek wel slow motion. Niet normaal.”
De Boer zou op dat WK niet meer in actie komen. Advocaat koos in de resterende matchen voor ex- Anderlechtspits Peter van Vossen.
“Het WK 1994 betekende mijn einde als spits, maar ik herontdekte mezelf als middenvelder. Omdat we op training elf tegen elf oefenden en we met Van Vossen en John Bosman al twee spitsen hadden, stond ik in het schaduwelftal op rechtshalf. Ik had nog nooit eerder op het middenveld gespeeld, maar er ging een wereld open. Ik was eindelijk verlost van die grote gasten als Philippe Albert die in je nek lopen te hijgen en kon één op één naar de tegenstander gaan. Ik strooide met passes en heerste op het middenveld. Ik dacht: ‘Jezus,
dit is gewoon mijn plek’.” “Louis van Gaal, die mijn trainer bij Ajax was, was meegereisd naar Amerika. Ik zei hem: ‘Trainer, je moet me bij Ajax rechtshalf zetten’. Louis was sceptisch en wist dat ik een nonchalante speler was. ‘Ga jij dan achter je tegenstander aan in de omschakeling?’ Ik zei: ‘Tuurlijk wel. Zet mij daar maar, het is gewoon mijn plek. Een spits van Ajax moet er 25 inschieten op een seizoen en zo’n spits ben ik niet. Ik scoor er misschien twaalf’.”
“In de eerste wedstrijd van het nieuwe seizoen zette Van Gaal me op rechts en ik speelde een wereldmatch in de Supercup tegen Feyenoord. We wonnen met 3-0 en ik had mijn plek. We waren vertrokken voor een seizoen waarin we de Champions League wonnen.”
Roberto Carlos
Op 24 mei 1995 versloeg Ajax AC Milan met 1-0 in het Ernst Happelstadion van Wenen. Frank
‘‘Na die gemiste penalty tegen Brazilië wilde ik een week lang onder een steen kruipen.” Ronald de Boer Gewezen international Oranje
en Ronald de Boer zaten nog steeds bij Ajax toen in 1998 het WK aanbrak. Guus Hiddink was intussen bondscoach geworden en de selectie van 23 was misschien de strafste verzameling Nederlandse voetballers ooit.
In doel stond Edwin van der Sar. De centrale as bestond uit Jaap Stam en Frank de Boer achteraan, Clarence Seedorf en Edgar Davids - of Wim Jonk - op het middenveld en Dennis Bergkamp en Patrick Kluivert in de aanval. Op de flanken liepen Ronald de Boer en Phillip Cocu. Michael Reiziger en Arthur Numan waren de backs, kleppers als Marc Overmars, Pierre van Hooijdonk, Roy Makaay, Boudewijn Zenden en Giovanni van Bronckhorst zaten meestal op de bank. “Laatst zei mijn broer: ‘Kijk eens terug naar die beelden. Dat was echt van heel hoog niveau’. Je zal vandaag niet veel ploegen vinden die attractiever spelen dan wij toen. Want attractiviteit is toch belangrijk. Iedereen spreekt vandaag nog over de Europese titels van Barcelona, maar wie herinnert zich over enkele jaren nog de drie titels op rij van Real Madrid?”
De beste match die Oranje speelde, was de halve finale tegen het Brazilië van Roberto Carlos, Leonardo, Rivaldo, Bebeto en Ronaldo. “Het was echt een geweldige wedstrijd als je die beelden terugkijkt. Soms hadden wij de overhand, soms zij. Maar het eindigde op 1-1 en penalty’s. Daar waren we nooit echt goed in.”
Phillip Cocu miste de derde, Ronald de Boer de vierde en beslissende penalty. “Wij hadden eigenlijk maar één specialist en dat was Pierre van Hooijdonk. Dat legt druk op de andere spelers. Na die gemiste penalty wilde ik een week lang onder een steen kruipen. Er was ook een fase vroeg in de wedstrijd. Boudewijn Zenden zette voor en ik gleed samen met Roberto Carlos naar de bal. De keeper was geklopt en Carlos tikte die bal net voor me weg. Als ik daar een honderdste van een seconde scherper was geweest, tikte ik hem zo binnen en stonden we op 1-0. Aan die fase denk ik nog vaker terug dan aan die gemiste penalty.”
“We hadden in 1998 zeker een team dat verdiende in de finale te staan. Achteraf hoorde ik van de Fransen dat ze meer schrik hadden van ons dan van Brazilië. Want in de finale was de focus weg bij de Brazilianen. Ik denk er nog altijd met afgrijzen aan terug. Die halve finale in Frankrijk en de verloren Champions League-finale tegen Juventus in 1996: dat zijn afspraken met de geschiedenis die je laat liggen.”
Terwijl zijn broer Frank met vallen en opstaan een trainerscarrière uitbouwt, is Ronald vandaag tv-analist. Hij volgt het interlandvoetbal op de voet. “Wij zijn een fervente fan van de Belgische ploeg. Ik kijk er echt graag naar en we zijn echt benieuwd. Het vorige WK en EK was een aanloopperiode. Ik verwachtte toen veel, maar had ook twijfels. Deze keer heb ik het gevoel van: ‘Jullie moeten nu echt gaan oogsten’. Een ploeg die zowel aantrekkelijk als volwassen is. Spelers die alles al hebben meegemaakt, die met geweldige trainers hebben gewerkt.”
Visjes kweken
En Nederland? “We hebben in een dieper dal gezeten, hoor. We bekijken het opnieuw positief nu we met Ronald Koeman tegen Portugal hebben gewonnen met iets dat weer op voetbal lijkt. Er komen weer grote talenten aan. Ik verwacht heel veel van jongens als De Ligt, Kluivert, Van de Beek, Bergwijn en Stengs. Ze zijn allemaal tussen de 18 en de 21. Alleen moet je hen nog tijd geven. Ik was 23 toen ik het voetbal begon te snappen en ik was 25 toen ik de Champions League won. Onze leiders waren Rijkaard, die 32 was, en Blind, die 33 was. De druk op jonge voetballers stijgt. België en Nederland kweken de visjes voor de grote competities. We kunnen nooit een team bouwen.”
Clubs misschien niet, maar onze nationale ploegen wel. “Ik zei twee jaar geleden al dat het EK 2020 ons doel moet zijn. Wat Koeman doet met 5-3-2, vind ik heel realistisch, want we hebben de spelers niet voor een 4-3-3. Tegenwoordig moet je meerdere systemen kunnen spelen.”
Ruud Vormer
“Zo’n Ruud Vormer doet het geweldig bij Club Brugge. Die heeft bij jullie zoveel vlieguren gemaakt dat hij meekan bij Oranje. Ruudje zal bij het Nederlands elftal geen flaters maken. Of hij nu exceptioneel is en het Nederlands elftal bij de hand neemt, dat betwijfel ik. Maar ik denk wel dat hij van waarde is en het team zeker niet verzwakt. Ik vergelijk hem een beetje met Dirk Kuijt. Je kan je afvragen wat er zo geweldig is aan hem. Zulke types worden toch minder gewaardeerd in Nederland.”
“Generaties komen en gaan. Ook Frankrijk en Duitsland maken dat mee. Jullie zijn nu aan zet, maar binnen twee jaar hebben wij weer de gouden generatie.” BART LAGAE