Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Voorin beschik ik over tweeënhalve spits”
Coach Laszlo Bölöni evalueert zijn ploeg
De transfermarkt is nog één week open en sinds het begin van de competitie haalde Antwerp nog maar één echte versterking: Omar Govea. Coach Laszlo Bölöni zit dus nog te wachten op een aantal ‘Bolaten’ die hij gevraagd had. “Als je onze ploeg analyseert, zie je dat we vooral in de aanval wat krap zitten.”
De verdediging
Door de aanslepende blessure van Dylan Batubinsika maakt Bölöni zich zorgen over zijn achterhoede. Matheus Borges moest deze week een aantal trainingen laten passeren, maar door de afwezigheid van de Fransman heeft de Antwerpcoach eigenlijk geen alternatief. “Natuurlijk stoort me dat. Zonder de blessure van Dylan hadden we nooit gepraat over versterking op die positie. Nu is een extra mandekker wel welkom”, aldus Bölöni. Batubinsika trainde vorige week weer voluit met de groep, speelde zelfs een oefenmatch, maar ondervond toch weer hinder. Daardoor moest hij zijn revalidatie weer wat afbouwen en zich beperken tot oefeningen met de kinesisten. “Vier maanden voor een spierscheur, dat is niet normaal”, zucht de 65-jarige Roemeen. “Hij heeft al van alles geprobeerd. Telkens komt hij met kleine stapjes terug, maar wanneer hij weer bij de groep mag aansluiten, loopt het fout. Ik denk dat we Dylan nu rustig moeten voorbereiden zodat hij definitief kan aanpikken. Zijn terugkeer zal pas voor in november zijn, vrees ik.”
Op de rechtsachter beschikt Bölöni met de terugkerende Buta binnenkort wel weer over een extra optie. “Maar dat moeten we eerst nog zien”, blijft Bölöni voorzichtig. “Er is een groot verschil tussen genezen zijn en klaar zijn voor een wedstrijd.” Over de linksachter hoeft hij zich voorlopig geen zorgen te maken. Simen Juklerod speelt daar alsof hij al jaren voor de Great Old voetbalt. “Een vlotte integratie hangt altijd samen met de prestaties. Simen gaat er altijd vlot voor, waardoor hij snel zijn plek in de ploeg heeft gevonden.”
Het middenveld
Met de komst van Omar Govea lijkt Antwerp zijn huiswerk qua middenvelders wel klaar te hebben. Al blijkt de jonge Mexicaan niet meteen klaar voor een basisplaats. “Welke indruk hij me heeft gegeven? Eerlijk gezegd heeft hij meer papierwerk moeten regelen dan dat ik hem op het trainingsveld heb gezien”, schertst Bölöni. “Maar we weten van vorig seizoen dat hij een toegevoegde waarde kan betekenen. Hij is een ideale ‘box-to-box’-middenvelder. Nu is het enkel nog wachten tot we echt met hem kunnen beginnen te werken.” Over hoe lang dat zal duren, durft de coach zich niet uit te spreken. “Dat hangt af van hemzelf, van zijn fysieke toestand én van de noden van de ploeg. Het is alvast een voordeel dat hij de Belgische competitie kent.” Maar behalve Govea blijft het wachten op versterking. “Hoeveel ‘Bolat-en’ ik nog nodig heb? Die heb je altijd nodig, hé.” Maar op het middenveld zit het dus wel goed. Bölöni wil wel nog iets kwijt over zijn twee werkmieren, Yatabaré en Haroun. “Over Yatabaré ben ik helemaal niet verrast. Hij is altijd een sleutelspeler geweest. Sambou en Faris hebben echt hun schouders onder deze ploeg gezet. Daar profiteert iedereen van.”
De aanval
Vooral voorin knelt voorlopig het schoentje bij dit Antwerp en dat beseft Bölöni beter dan wie ook. Met Bolingi en Owusu kom je wellicht tekort voor Play-Off 1. Voor het overige heb je enkel nog de voorlopig tegenvallende Mendy. “Als je onze kern analyseert, zitten we daar heel krap. Ik heb eigenlijk slechts tweeënhalve aanvaller. Daar moeten we ons dus versterken.” Obbi Oulare komt alvast zeker niet, die wordt verhuurd aan Standard. “Geen commentaar”, klinkt het bij de Roemeen. “Of ik dat jammer vind of niet, dat doet er toch niet toe?” Die andere naam die al een tijdje circuleert, Dieumerci Mbokani, kent Bölöni natuurlijk wel goed van hun periode bij Standard. “De Mbokani van toen was zeker een interessante speler. Als je begrijpt wat ik bedoel.”