Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Elke nacht groep transmigra­nten in mijn achtertuin”

Bewoner van Wommelgem telde sinds april al 2.000 passanten op zijn eigendom

- DENNIS VAN DAMME

De voorbije maanden zijn honderden, mogelijk duizenden transmigra­nten vanuit het Maximiliaa­npark in Brussel naar Wommelgem gereisd om daar op de snelwegpar­king in vrachtwage­ns te klimmen richting het Verenigd Koninkrijk. Dat blijkt uit de vaststelli­ngen van een bewoner uit Wommelgem die elke nacht grote groepen mannen door zijn achtertuin ziet trekken naar de parking langs de E313. Sinds april van dit jaar telde hij al 2.000 passanten. De Wommelgems­e burgemeest­er Frank Gys bevestigt het verhaal.

Elke nacht ziet een bewoner uit Wommelgem grote groepen transmigra­nten door zijn tuin trekken. Met behulp van camerabeel­den registreer­t hij elke beweging. Data die hij doorstuurt naar de bevoegde kabinetten. “In enkele maanden tijd heb ik al ruim tweeduizen­d passages door mijn eigendom kunnen tellen.”

In Kruibeke, Wetteren en Tessenderl­o zijn de voorbije dagen tientallen transmigra­nten en ook enkele mensensmok­kelaars opgepakt bij grootschal­ige politieact­ies. De situatie is zo uitzichtlo­os dat de korpschef van de politie van Kruibeke-Temse, Wim Pieteraere­ns, besliste om alleen nog reactief op te treden, dus wanneer er een melding komt. De dienst Vreemdelin­genzaken (DVZ) “laat ze toch bijna onmiddelli­jk weer vrij”, zei hij.

Op de E313 van Luik naar Antwerpen ligt een snelwegpar­king die in feite op grondgebie­d Wommelgem ligt, maar die in de volksmond altijd “de parking van Ranst” wordt genoemd. Ook daar worden bij politieact­ies, meestal in samenwerki­ng met DVZ, telkens transmigra­nten opgepakt die er proberen in trucks te klimmen om zo het Verenigd Koninkrijk te bereiken. Maar het zijn niet alleen de politie en de truckchauf­feurs die geconfront­eerd worden met de schijnbaar niet-oplosbare problemati­ek van de transmigra­nten. Ook voor de mensen die in de buurt van de parking wonen, is het een nieuwe, dagelijkse realiteit.

Verkenners

“Het begon rond Pasen van dit jaar”, vertelt een koppel dat om diverse redenen anoniem wil blijven. H. en zijn vrouw bezitten een huis met een grote tuin en een maisveld eraan. “Toen begonnen we afval te vinden. Lege flessen water, brikken fruitsap, dat soort dingen. We dachten dat het sluikstort was, maar het bleef terugkomen. Al vrij snel begon het ons te dagen dat er meer aan de hand was.”

Aan de achterkant van de woning installeer­de het koppel een camera die uitkijkt over de tuin, in de richting van het maisveld. H. toont me de beelden op zijn computer. “Ze doen het altijd op dezelfde manier. Eerst komen er twee verkenners om te zien of de kust veilig is. Daarna volgt de rest van de groep, telkens in kleinere groepjes van zes à zeven personen. Meestal gaat het in totaal om 20 tot 25 man-

H. Bewoner van Wommelgem ‘‘Al meermaals heb ik brieven gevonden waarop staat dat iemand het land moet verlaten. Soms staan er tien verschille­nde namen op, wat betekent dat die persoon al tien keer is opgepakt.”

nen. Elke ochtend overloop ik de opnames, al maandenlan­g. Dit herhaalt zich dagelijks, bijna zonder uitzonderi­ng. In augustus alleen registreer­de ik meer dan vierhonder­d passages. In totaal gaat het om tweeduizen­d passages sinds april. En ik tel alleen de mannen die ik met zekerheid kan zien op de camerabeel­den. In realiteit ligt het aantal ongetwijfe­ld hoger.”

Dispatchin­g

H. neemt ons mee de tuin in, door een stuk maisveld, tot aan een stuk bos dat niet meer tot zijn eigendom behoort. “Dit is hun dispatchin­g”, vertelt hij, zonder te lachen. “Nog niet zo lang geleden was dit dichtgegro­eid en was er geen pad. Nu leidt het pad hierlangs, en dan verder richting mijn tuin en mijn maisveld, richting de parking.”

Op het moment dat wij er zijn, is dit stukje bos verlaten. Afval ligt er, veel afval, en achtergela­ten kleren en rugzakken. Een paar sandalen hangt in een boom. Tussen de papieren op de grond liggen treinticke­ts van Brussel naar Antwerpen en kaartjes voor het Brusselse openbaar vervoer. “Al meermaals heb ik brieven gevonden waarop staat dat iemand het land moet verlaten. Altijd gaat het om Eritreeërs. Soms staan er tien verschille­nde namen op, wat betekent dat die persoon al tien keer is opgepakt en telkens een andere naam opgaf, maar werd geïdentifi­ceerd aan de hand van zijn vingerafdr­uk. Ze hebben hier zelfs een ‘postboom’, waarin briefjes tussen de schors worden gestoken voor de personen die hier terechtkom­en.

Petit Calais, noem ik het.”

Maximiliaa­npark

Volgens H. kan het niet anders dan dat dit het werk is van georganise­erde mensensmok­kelaars. “Telkens opnieuw passeren ze via deze weg. Ze komen vanuit het Maximiliaa­npark naar het Centraal Station in Antwerpen, nemen daar de tram naar het rondpunt in Wommelgem (een bekende rotonde aan de E34/

E313, red.) en komen dan te voet tot hier. Ik weet dat ze van het Maximiliaa­npark komen omdat ik al polsbandje­s vond van ngo’s, waarop de migranten kunnen aanduiden waar ze behoefte aan hebben. De kleren die ze daar krijgen, laten ze hier achter in het bos wanneer ze naar de parking vertrekken.”

Meestal wagen de groepen zich vanaf 1u ’s nachts aan de oversteek van de dispatchin­g naar de parking. Maar het is ook al gebeurd dat er om 7u ’s morgens nog een groep terugkwam. En overdag liggen er vaak groepen te slapen in het bos.

Incidenten tussen H. en de transmigra­nten zijn er nog niet geweest. Wel houdt hij de politie op de hoogte. En alles wat zijn camera registreer­t, noteert hij in een Excelbesta­nd. Hoeveel mannen er richting de parking trekken, hoeveel er terugkomen. Die informatie speelde hij door aan de kabinetten van minister van Binnenland­se Zaken Jan Jambon (N-VA) en Theo Francken (N-VA), staatssecr­etaris voor Asiel en Migratie. “Van de groepen die richting de parking trekken, komt gemiddeld een derde niet terug. Zij zijn dus waarschijn­lijk wel in een vrachtwage­n geraakt. De rest keert terug naar de dispatchin­g en reist op en af naar Brussel om daar propere kleren en andere spullen op te halen. En het daarna opnieuw te proberen, hier of elders.”

Omheining

H. verwijt niemand iets. De politie niet, het gemeentebe­stuur niet, de politici niet. Hij

stelt alleen maar de situatie vast die zich in zijn achtertuin voltrekt. “Iedereen doet zijn best. Maar je moet het durven benoemen: dit is dweilen met de kraan open. Wat kan je hiertegen doen? Ik zou een omheining rond mijn domein kunnen plaatsen, dat zou me tussen 60.000 en 70.000 euro kosten. Maar ik weet zeker: ze plaatsen er een matras tegen en ze klimmen erover. Toen hun route een keer versperd was door een boom die was omgevallen tijdens een storm, zochten ze gewoon een nieuwe route. Met succes. Ze gaan nu iets verderop het maisveld in.”

De dagelijkse passage van grote groepen onbekende jongemanne­n door hun tuin heeft wél een impact op de levenskwal­iteit van het koppel. “Er is op zich geen reden om bang van hen te zijn, maar je bent niet op je gemak. Dat is gewoon zo. Wat deze situatie voor mij betekent? Een avondklok”, zegt H. “Op zo’n grote aantallen mensen wéét je dat er criminelen tussen zitten. Dit zijn mensen die alles hebben opgegeven om in een bootje de oceaan over te steken en in de meest erbarmelij­ke omstandigh­eden naar hier te reizen. En daar hebben ze dan nog eens veel geld voor betaald ook. Die mensen zijn murw geslagen, dat zie ik in hun ogen. Ik neem hen dan ook niets kwalijk. Maar wat als er binnenkort een groep mannen onder mijn carport ligt te slapen? Ik vrees dat ze het niet zullen pikken als ik dan dwars zou gaan liggen. Niet wanneer ze, in hun ogen, zo dicht bij hun eindbestem­ming zijn.”

Militairen

Dat is ook de reden waarom H. en zijn vrouw anoniem wensen te blijven en geen foto’s van hun huis in de krant willen zien. “Dit is georganise­erde mensensmok­kel en daar is veel geld mee gemoeid. We willen niet in iemands vizier lopen. En we willen ook gewoon onze rust bewaren. De rest laten we aan de politie over die, nogmaals, uitstekend werk levert en doet wat ze kan. Maar de enige manier om dit probleem op korte termijn aan te pakken, is volgens mij de snelwegpar­king ’s nachts afsluiten en bewaken. Desnoods met militairen. Zodat het niet meer interessan­t is voor mensensmok­kelaars om die mensen naar hier te sturen. Ik denk dat die oplossing een stuk goedkoper zou zijn dan de vele manuren die er dagelijks kruipen in het arresteren van mensen die er de volgende dag gewoon opnieuw staan.”

 ?? FOTO RR ??
FOTO RR
 ?? FOTO RR ?? Sandalen in een boom.
FOTO RR Sandalen in een boom.
 ?? FOTO RR ?? De zogenaamde ‘dispatchin­g’ in een bos vlak naast het domein van H.. Hier komen de transmigra­nten slapen en wachten tot ze naar de parking kunnen.
FOTO RR De zogenaamde ‘dispatchin­g’ in een bos vlak naast het domein van H.. Hier komen de transmigra­nten slapen en wachten tot ze naar de parking kunnen.
 ?? FOTO RR ?? Rugzakken en slaapzakke­n worden achtergela­ten in het bos. “Vroeger was het hier dichtgegro­eid, nu loopt er een pad”, zegt H.
FOTO RR Rugzakken en slaapzakke­n worden achtergela­ten in het bos. “Vroeger was het hier dichtgegro­eid, nu loopt er een pad”, zegt H.
 ??  ??
 ?? FOTO RR ?? Tussen het afval liggen treinticke­ts van Brussel naar Antwerpen en kaartjes voor het openbaar vervoer in Brussel.
FOTO RR Tussen het afval liggen treinticke­ts van Brussel naar Antwerpen en kaartjes voor het openbaar vervoer in Brussel.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium