“Ik botste op een muur van wind”

Paulien Couckuyt Belgisch beloftekampioene 400 meter horden

Paulien Couckuyt veroverde zondag in Moeskroen goud bij de beloften op de 400 meter horden na een mooi duel met Emma Van Laer. Voor Couckuyt is de titel een bekroning van een beresterk seizoen.

Zoals verwacht draaide de titelstrijd uit op een duel tussen Emma Van Laer (Ac Kapellen) en Paulien Couckuyt (AVKA). Couckuyt trok aan het langste eind. Ze hield Van Laer vijftien honderdsten achter zich. De klok bleef stilstaan op 1’01”21. Geen supertijd, maar wel voldoende voor goud. “De eerste drie horden gingen nog goed, maar dan botste ik op een muur van wind”, aldus Couckuyt. “Ik stond bijna stil na de vierde horde. Het werd een hele moeilijke race. Ik ben het echt moeten gaan zoeken”.

De 21-jarige atlete uit Kontich bleef bijna twee seconden boven haar record van 59”29. “Achteraf gezien ben ik niet zo blij met de tijd. Ik voelde me heel goed in vorm. Eigenlijk was ik naar het BK gekomen met de hoop mijn record te verbeteren. Dat is niet gelukt, maar het eerste doel was om nog eens een Belgisch titel binnen te halen en dat lukte wel. Het is intussen alweer drie jaar geleden dat ik Belgisch kampioene werd. Afgelopen winter haalde ik nog wel zilver op de 400 meter indoor. Vorig jaar nam ik niet deel aan het BK beloften omdat het toen pas eind september viel en dat vond ik te laat op het seizoen.”

De studente draaide een prima seizoen met ook toptijden op de 400 meter (55”65) en de 200 meter (24”98). “Sinds dit jaar draait het opnieuw heel goed. Ik train nu al twee jaar heel goed bij Rudi Diels. Het afgelopen jaar ben ik meer op weerstand gaan focussen. Dat heeft duidelijk z’n vruchten afgeworpen. Vroeger viel ik altijd stil na 300 meter en leek mijn laatste 100 meter meestal nergens op. Ik merk nu dat mijn laatste stuk enorm hard verbeterd is. Ik heb een goed seizoen achter de rug en kijk er nu al naar uit om volgend jaar opnieuw sterke tijden te lopen. Deze zomer zal ik geen 400 meter of 400 meter horden meer lopen, maar misschien pik ik op een meeting nog wel een 200 meter mee.”