Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De minister en die ene persoon
Het wordt maandag misschien wel de laatste eerste schooldag voor minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V). De rapporten over haar verwezenlijkingen vliegen haar rond de oren. Nipt gebuisd, zegt de ene expert. Nipt voldoende, meent de andere. Niemand geeft een staande ovatie, maar algemene afkeuring is er evenmin.
De kiezer, althans in de gedaante van respondent van peilingen, is veel genereuzer. In een populariteitspoll van De Standaard in maart was Crevits derde, met 5% minder dan Charles Michel, maar slechts 1% minder dan de zo succesvol op migratiegolven surfende Theo Francken. De WestVlaamse politica is meer nog dan Kris Peeters en Wouter Beke de CD&V-hoop in de komende verkiezingsslagen.
De matige tot negatieve beoordelingen van de staat van ons onderwijs pareert Crevits in interviews met een optimisme dat niet altijd geschraagd wordt door een samenhangende analyse. Op de vraag wat de grote hervorming van het secundair onderwijs nu eigenlijk voorstelt, komt geen duidelijk antwoord. Op andere vragen is de reactie verschillende keren dat er studies aan de gang zijn over het probleem. Na vier jaar regeren zouden zulke onderzoeken al achter de rug mogen zijn.
Kunnen onze studenten nu minder goed begrijpend lezen en helder schrijven dan een tijd geleden? De vraag is nog hangende.
Wat doe je met de achterstand van allochtone leerlingen? Een duidelijke strategie blijft uit. De laatste grote ambitie voor dit schooljaar is een loopbaanpact voor leerkrachten. Een paar maatregelen zijn al genomen, maar de kans op een finaal akkoord over zo’n pact nog voor de verkiezingen in mei is klein.
De grootste tegenstander van Hilde Crevits zit soms in de eigen coalitie. De N-VA heeft een nogal afwijkende visie op onderwijs en dat ondermijnt natuurlijk haar slagkracht.
Op één punt heeft de minister overschot van gelijk. Maandag stappen alleen al in de provincie Antwerpen 40.000 leerkrachten weer door de schoolpoorten, klaar om meer dan 330.000 leerlingen van 3 tot 18 jaar (en soms iets ouder) te begeleiden op weg naar hun volwassen leven. Wat ze doen is ontzettend belangrijk, zoals elke ouder maandagochtend zal bedenken. En ze doen het heel vaak goed en met een onwaarschijnlijke inzet van tijd en energie. Dat verdient beter dan alleen maar kritisch gezeur. Wie er ook minister van Onderwijs is, in welk onderwijssysteem dan ook, met welke eindtermen ook, het blijft mensenwerk. Die ene persoon voor de klas die er hart en ziel insteekt, van hem of haar hangt zo veel af. Crevits weet dat. Dat is dan weer een voldoende op haar rapport.