Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Wachten op het volgende rapport
Als we de opwarming van de aarde willen beperken tot 1,5 graden, moeten er wereldwijd zeer dringend zeer ingrijpende maatregelen worden genomen. Dat is de belangrijkste conclusie van het nieuwe VN-rapport. Het wordt voor de wereld zoals die nu draait een bijna onmogelijke opdracht. De hoop die was ontstaan in 2015 na de klimaatconferentie van Parijs, waar alle grote landen van de wereld zich hadden geëngageerd voor een beter milieu, heeft een fikse deuk opgelopen. Donald Trump is inmiddels uit het akkoord gestapt en wellicht doet de nieuwe president van Brazilië hetzelfde. Die kan niet wachten om het Amazonewoud, dé grootste groene long van de aarde, verder te exploiteren. Hoe meer de gevolgen van de klimaatopwarming zich laten voelen, hoe hardnekkiger sommige politici die opwarming ontkennen of op zijn minst relativeren. En hoewel iedereen weet dat fossiele brandstoffen in deze overbevolkte wereld geen garantie voor de toekomst zijn, houden de machtige lobby’s van de steenkool- en olie-industrie de politiek in hun greep. Het is om moedeloos van te worden, ook in eigen land. In zijn State of the Union gisteren wijdde premier Charles Michel gelukkig toch een paragraaf aan het energiebeleid. Hij had het meer bepaald over een “gecontroleerde (kern)uitstap op een realistisch ritme met de nodige monitoring.” Met andere woorden: we beslissen niets en we blijven verder sukkelen met de kerncentrales die we hebben. Over extra investeringen in duurzame energie had hij het niet eens. En om helemaal duidelijk te maken dat deze regering niet van plan is een politiek op lange termijn te voeren, voegde Michel er nog aan toe dat de bevolking niet ongerust hoeft te zijn over een mogelijke black-out. Angela Merkel heeft namelijk beloofd dat Duitsland ons ter hulp zal schieten. Alsof daarmee alle problemen van de baan zijn.
Met deze politieke kortzichtigheid halen we uiteraard nooit de doelstellingen van Parijs. Het volstaat niet om het stijgende water, de gekapte bossen en de vervuilde lucht ‘op een realistisch ritme’ te ‘monitoren’. Politici mogen niet achter de feiten aanhollen, ze moeten juist voorop lopen. Maar het valt te vrezen dat veel politieke leiders dit alarmerende rapport ook weer naast zich neer zullen leggen. Het heeft in ieder geval weinigen van hen kunnen verleiden tot goede voornemens of mooie beloften. Wachten op het volgende rapport dan maar? Of dat daarna?