Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De comeback kids van Deurne-Noord
Op achterstand komen? Geen probleem voor het Antwerp van dit seizoen. In Eupen zette het zaterdag een 1-0-achterstand in de tweede helft nog recht met goals van Refaelov en Rodrigues. “We weten nu dat een achterstand geen drama hoeft te zijn.”
“Bij de rust had ik er geen goed oog in.” Het was materiaalman Raymond De Witte die het na de wedstrijd zei. Maar er is dit seizoen iets veranderd bij de Great Old. De ploeg kan tegenwoordig ook nog punten pakken in een wedstrijd waarin ze op achterstand komt. Tegen Eupen werd er gewonnen na een 1-0-ruststand in het voordeel van de thuisploeg. Tegen Club Brugge en Anderlecht boog het een 1-0-achterstand nog om in een 1-1gelijkspel en tegen AA Gent kwam Antwerp zelfs tot twee keer toe terug van een achterstand. Slechts één keer bleek een achterstand dit seizoen fataal: op het veld van SintTruiden (2-0-verlies). Maar in tachtig procent van de gevallen kwam Antwerp nog terug nadat de tegenstander het eerste doelpunt uit de wedstrijd had gescoord.
Dat is een immens verschil met vorig seizoen. Toen kwam Antwerp in veertig competitieduels zeventien keer op achterstand en kon het slechts zes keer nog punten pakken. In 35 procent van de gevallen dus. De verklaring daarvoor moeten we niet al te ver zoeken. Antwerp had vorig seizoen weinig voetballend vermogen. Als het zelf eerst op voorsprong kwam, was het moeilijk om Antwerp nog te kloppen. Maar eens op achterstand had de ploeg geen wapens meer om de boel om te keren. Dat is nu anders. “We hebben meer aanvallende kwaliteiten”, zegt Dino Arslanagic. “Met Lior, Ivo, Geoff… Er zijn meer artiesten, betere voetballers en dus meer opties op aanvallend vlak. We voelen ons sterker als ploeg. Daardoor is het makkelijker om terug te keren. Misschien heeft de groep ook gewoon meer maturiteit. De jongeren hebben een jaar extra op het hoogste niveau in hun benen. Ook dat maakt een verschil.”
Laszlo Bölöni vindt dat we het huidige Antwerp niet met dat van vorig seizoen kunnen vergelijken. “De ploeg is zo sterk geëvolueerd… Vorig seizoen was verdedigen onze eerste en soms enige kwaliteit. Maar nu is dat anders.” Dus is het volgens Bölöni niet onlogisch dat je ook eens vaker terugkeert na een achterstand. “Met ons publiek worden we verplicht om onze schouders niet te laten zakken. Zij bepalen een beetje onze stijl van spelen. Zij geven niet af, wij ook niet.”
De mentale factor mag bij zo’n terugkeer na een achterstand niet onderschat worden. “Als je dat een paar keer hebt gedaan, dan voel je bij een volgende achterstand: ‘het is nog
niet gedaan’. Heel de groep weet dat nu”, zegt Jelle Van Damme. “We zijn niet meer het Antwerp van vorig seizoen. We zijn een grotere club en een betere ploeg geworden.”
Weten dat het kan, het is ook volgens Sinan Bolat een belangrijke factor. “Tegen Gent twee keer op achterstand, maar we weten dan in ons achterhoofd dat we het karakter en de kwaliteiten hebben om terug te komen. Dat was nu niet anders.”
Dus Witte, volgende keer bij een 1-0-achterstand hoef je niet te wanhopen.