“Vergrijzing zorgt ook voor problemen in villawijken”

Voedselwoestijnen of buurten waar bewoners verder dan een kilometer van een bakker of supermarkt wonen, situeren zich per definitie in de armere wijken in steden. Jeroen Cant, onderzoeker van de Universiteit Antwerpen, berekende dat 170.000 Vlamingen (5%) uit achtergestelde wijken in stedelijke centra in een voedselwoestijn leeft. Het probleem van de onbereikbaarheid van verse producten zal door de vergrijzing exploderen, ook in de meer residentiële wijken in de rand rond steden.

“Tegen 2030 is 24% van de Vlaamse bevolking 65-plus, tegen 2035 25,5%. Volgens projecties zullen er dan amper nog gemeenten zijn waar het aantal gepensioneerden kleiner is dan 20%. Het probleem van de voedselwoestijnen zal zich dan ook voordoen in de typische villawijken in gemeenten als Schoten, Kontich, Brasschaat, maar ook in de Kempen of het Waasland. Die wijken met mooie, grote huizen in het groen noemen we ‘monofunctioneel’. Ze zijn qua werken en shoppen afgestemd op steden in de omgeving. Bewoners zijn verplicht de auto te nemen, wat geen probleem is gezien ze doorgaans zeer mobiel zijn, want niet arm. Wanneer die bewoners vanwege hun hoge leeftijd minder mobiel worden, wordt dat wel een probleem. Daarom moet onze overheid bij de ontwikkeling van nieuwe bouwprojecten meer planmatig werken en inzetten op multifunctionele mixing: wonen, met ook plaats voor detailhandel.”