We vliegen zelfs naar Frankrijk

Belgen gingen bijna 16 miljoen keer op reis in 2017

Op vakantie willen we een zachte matras, een avontuurlijk programma en een vrijkaart om een beetje te vervuilen. Dat blijkt uit nieuwe cijfers over ons reisgedrag. Conclusie: het vliegtuig blijft veruit het populairste transportmiddel, zelfs voor korte afstanden, en tegelijk zoeken we het steeds verder en steeds exotischer. Bestemmingen buiten de Europese Unie zitten in de lift. Al willen we ook daar in de eerste plaats een proper hotel.

11 miljoen keer. Zo vaak gingen we in 2017 op vakantie. Dat berekende het nationale statistiekbureau Statbel, in cijfers die gisteren werden gepubliceerd. We, dat zijn vooral de Vlamingen, want op reis gaan blijkt in de eerste plaats nog altijd een Vlaamse aangelegenheid. En vakantie, dat zijn niet de weekendjes weg, maar de reisjes van vier nachten en meer. De soort die we met het vliegtuig doen. Want vliegtuigen zijn opmerkelijk aanwezig in de cijfers: bij 41% van alle reizen het voorbije jaar was het vliegtuig het belangrijkste vervoermiddel. Zelfs voor korte afstanden naar Frankrijk werd nog 271.000 keer ingecheckt.

“Waarom zouden we het niet doen?”, zegt Robrecht Willaert, reisspecialist van Travel

Magazine. “Je kunt een halfjaar op voorhand een ticket boeken voor 39 of 59 euro. Dat is goedkoper dan met twee een dagschotel gaan eten. Het is de goedkoopste en snelste manier om ergens naartoe te gaan, dus zou het bijna idioot zijn het vliegtuig níét te nemen.”

Ook Belgische luchtvaartmaatschappij TUI ziet die trend. “Er wordt steeds meer gevlogen, dat is absoluut een feit”, zegt woordvoerder Piet Demeyere. “Mensen hebben minder vrije tijd, en met het vliegtuig reizen ze een stuk sneller. Bovendien is het vliegtuig vaak goedkoper dan de Thalys. Niet verantwoord voor zulke korte afstanden? Het vliegtuig is niet belastender voor het milieu dan wanneer iedereen zijn eigen wagen zou nemen.”

Verder uit de comfortzone

Nog een reden waarom we onbevreesd blijven vliegen: onze bestemmingen. Die liggen steeds verder uit onze Europese comfortzo-

ne. In 2017 gingen we 503.502 keer op vakantie naar Afrika, tegenover 333.000 keer naar Duitsland. “Afrika en Azië waren vroeger bestemd voor avontuurlijke mensen”, zegt toerisme-expert Britta Baeke, hoofdredacteur van Travel Express. “Maar nu zijn mensen gewoon zelf avontuurlijker geworden. We zien dat ook aan de markt, die zich aanpast. Er worden reizen speciaal op maat van het hele gezin gemaakt, zodat je met de kinderen ook olifanten kunt gaan voederen in Afrika. Namibië is de laatste tijd veel po- pulairder, bijvoorbeeld. Of Indonesië.”

“En ook hier speelt het financiële mee”, zegt Willaert. “Verre bestemmingen zijn door lagekostenmaatschappijen veel goedkoper geworden. Vroeger moest je duizenden franken neerleggen om in Australië te geraken, nu vlieg je voor 600 euro over en weer.”

Handdoeken en koffiekoeken

Voor onze slaapplaatsen moet het dan weer níét te avontuurlijk zijn. Alleen in Nederland kamperen we liever dan dat we er op hotel gaan, en ook in Frankrijk kiezen we nog veel voor de camping. Maar voor de rest willen we propere handdoeken en elke ochtend koffiekoeken. “Tja, wij zijn hoteldieren”, zegt Willaert. “Wij willen goeie service en lekker eten. Belgen besteden graag geld aan kwaliteit.”

“Hotel blijft inderdaad de nummer één”, bevestigt ook Baeke. “Mensen willen graag helemaal ontspannen als ze op vakantie gaan. Al zoeken ze daarbij ook wel vaker naar authentieke, kleinere hotelletjes.”

Robrecht Willaert Travel Magazine “Het vliegtuig is de goedkoopste en snelste manier om ergens naartoe te gaan, dus zou het bijna idioot zijn om het vliegtuig níét te nemen.”