Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Een topper, maar niet zonder slag of stoot
Eden Hazard eindigt op 3 december wellicht in de top drie van de Gouden Bal, de officiële trofee voor de beste voetballer ter wereld. Geen enkele Belg deed hem dat dan ooit voor. Maar de nu 27-jarige balkunstenaar is niet zonder slag of stoot op dit hoge niveau geraakt. Dat hij talent had, wist iedereen. Maar zijn speelse natuur leek even zijn ‘Grote Doorbraak’ in de weg te staan. Sportjournalist Frank Van de Winkel schreef een boek waarin haarfijn uit de doeken wordt gedaan hoe de speelvogel van weleer uitgroeide tot absolute wereldtop. In een voorpublicatie van de biografie “Eden Hazard, tussen de lijnen” blikken we terug op zijn eerste stappen in de A-kern van Lille OSC en het befaamde hamburgerincident bij de Rode Duivels. WIE NIET HOREN WIL, MOET VOELEN Het is 2007. Eden Hazard is 16 jaar en komt in de A-kern van de Franse eersteklasser Lille OSC. Dat gebeurt niet zonder slag of stoot. Of net wel.
Eden Hazard moest blijkbaar zijn plaats kennen. Die les zou hij hardhandig leren. Voormalig Lillespits Cris Makiese getuigde erover in het RTBf-programma Trajectoires.
“Het enige wat je hem kon verwijten, waren zijn nonchalance en onbezorgdheid, die de oudere spelers konden irriteren. Wat je in een kleedkamer recht van spreken geeft, zijn de matchen die je gespeeld hebt en je statistieken. Een jongere heeft die niet. Dus als een ancien je zegt om de bal of een kegel te nemen, doe je dat, en zwijg je in de kleedkamer. Eden heeft die regels nooit gerespecteerd. De ouderen zeurden daar wat over, maar tegelijk beschermden ze hem omdat hij een diamant was. Als hij geblesseerd was of wat minder goed speelde, vertroetelde iedereen hem.”
Cris Makiese vertelt niet het hele verhaal, wat twee ploegmaats wel doen. Zo zei voormalig Lilleverdediger Nicolas Plestan in het programma Le Vestiaire op SFR Sport dat hij de tien jaar jongere Eden eens een klap had verkocht. “Hij was jong en kwam in de kleedkamer toen hij nog niets bewezen had. Hij trainde soms met de CFA; dan weer mocht hij met ons spelen. Toen hij naar de CFA afzakte, praatte hij over ons. Ja, slecht. Ik wist het van een maat (in de CFA) die me zei: Eerlijk, il
vous massacre. Op een dag geeft hij (Eden) me ’s morgens een
hand. Ik zeg: Je geeft me een hand maar achter mijn rug roddel je over
mij. Daarop sist hij tssjjjjj. Ik geef hem een klap. Ik was daar helemaal niet trots op. Het is iets wat deel van de kleedkamer uitmaakt. Het ging me om een gebrek aan respect. Ik denk dat hij twee weken voordien een gebrek aan respect voor een andere speler had, voor Franck Béria. Maar het is niet daarom dat ik het gedaan heb. Het kwam vanzelf. De volgende dag zeiden we elkaar weer goeiedag en was de zaak afgelopen. Het is iemand die ik waardeer, want toen hij begrepen had dat hij moest werken, was hij supercharmant en is hij ook beginnen te werken.” Waarover ging het andere akkefietje met Franck Béria? In een andere aflevering van Le
Vestiaire onthulde Grégory Tafforeau, ook verdediger, dat het niet bij één klap was gebleven. “De eerste trainingen kwamen eraan en het kereltje komt ongelooflijk ontspannen toe. Hij begint aan de trainingssessie met afgezakte kousen, zijn veters niet gestrikt, zonder scheenbeschermers. Om nog over zijn niveau te zwijgen: hij oefende zoals een veteraan. Onze oudere spelers zat dat dwars. Komt er een dinsdagochtend aan. Ik was in het krachthonk en hoorde dat elders de toon de hoogte in gaat en in echt lawaai overgaat. Nog voor ik aankom, hoor ik een luide klak. Een enorm lawaai. Ik kom binnen en zie dat Eden zijn wang ondersteunt. En ik zie Franck Béria. Een crème van een gast, je vindt geen vriendelijker iemand dan hij. Francks ogen? Bloeddoorlopen. Hij bedreigde Eden. Het is de laatste keer dat je me zo stangt, voor iedereen, in het openbaar.
De spanning was te snijden, Eden was natuurlijk geschokt. Hij was Franck met zijn vrouw en kinderen tegen het lijf gelopen, in de stad, geloof ik, en had hem zitten stangen waar iedereen bij was, ook voorbijgangers.”
Het verhaal is nog niet afgelopen, zegt Grégory Tafforeau. “Twee dagen later. Eden geeft Nicolas Plestan een hand en hetzelfde doet zich voor. Twee keer op een week tijd. Hij huilde en was van slag. Iets vergelijkbaars, een gebrek aan respect. Een beetje in het verlengde van zijn gedrag dat hij bij zijn begin in het A-elftal vertoonde. Hij was er wel wat van aangedaan. Daarna hebben we een verandering gezien: de trainingen met afgezakte kousen en nietgestrikte veters waren afgelopen. Hij heeft zich herpakt en is een beetje (sic) beginnen te trainen. Ik zeg niet dat hij zijn huidige niveau niet zou hebben bereikt zonder wat er toen gebeurd is, maar ik denk wel dat het hem geholpen heeft, en de andere jongeren ook. Ze hebben begrepen dat je een minimum aan ernst en respect voor de collega’s moet tonen.”
Rio Mavuba, na een tijd kapitein, nam Eden onder zijn hoede. Met Mavuba en Yohan Cabaye verstond Hazard zich het best, net als met zijn vriend Yannis Salibur, maar die zou nooit met de eerste ploeg meespelen. Mavuba op zijn website: “Ik probeerde hem weer op het goede pad te krijgen wanneer hij te nonchalant was, wat twee of drie keer gebeurd is. Ik zei hem tijdens de opwarming bijvoorbeeld dat hij niet goed bezig was. Maak
je geen zorgen, zei hij, en scoorde twee keer. Het was een grapjas die niet ophield met onzin te vertellen. Hij hield van grappen maken, maar kon ook incasseren als anderen hem eens in het ootje namen. Zo heeft hij een paar mooie plagerijen teruggekregen – waar ik soms ook wel iets mee te maken had. Die grapjasserij en plaagstoten waren nodig, en het deed hem goed. Talent dwingt respect af en omdat hij niemand vanuit de hoogte bekeek, werd hij zeer gewaardeerd. Eden en ik zijn het contact niet verloren: we spreken elkaar niet elke dag, maar we kletsen geregeld bij, over alles en niets, over onze gezinnen. En God weet dat het zijne voor hem belangrijk is.”
Mavuba zette hem soms ook op zijn plaats als Eden een trofee krijgt: “Als hij met een onderscheiding terugkeert, is hij dikwijls een paar dagen weg van de wereld, zweeft hij. Dan moet je hem snel weer op zijn plaats zetten.”
Eden heeft zijn les geleerd. Hij zal respect afdwingen op zijn manier: met de voeten.
HAMBURGERGATE
Op 3 juni 2011 komt het tot een explosie tussen Eden Hazard en bondscoach Georges Leekens. Leekens vervangt Hazard alweer terwijl hij van zichzelf vond dat hij goed in de wedstrijd zat.
Bij zijn vervanging kijkt Hazard zeer verbaasd. Hij is niet geïnteresseerd in het gebruikelijke handjeklap met de coach, negeert Leekens en duikt de kleedkamer in. Daar houdt het niet bij op. Er duiken tv-beelden op waarop te zien is dat Eden in het gezelschap van zijn vader een hamburger eet aan een kraam in de buurt van het stadion. Zoiets doe je als speler nooit: je blijft tot na de wedstrijd op de bank of minstens in het stadion om naar de wedstrijd te kijken en solidair met de ploeg te zijn. Wat Hazard doet, is zijn middelvinger naar Leekens en zijn ploegmaats opsteken. Eden heeft niemand vermoord, maar brengt zijn onberispelijke imago schade toe. Hamburgergate is geboren, zelfs al kwam hij opnieuw het stadion in en zocht hij zijn ploegmaats op.
Timmy Simons: “Die hamburger die Hazard gegeten had? Ik stond toen nog op het veld en wij wisten natuurlijk niet wat er gebeurd was; dat hebben we nadien pas gehoord. Na de match ga je uit elkaar, keer je terug naar de club en ga je over tot de orde van de
dag. Ik denk niet dat er een probleem was omdat Eden een hamburger at. Maar als je het bij een wissel vertikt om de coach een hand te geven en je de collega’s voor schut zet: daar heb ik wel een probleem mee.”
In het tv-programma La beauté
du Diable vertelde Hazard over het
voorval.
“De coach beslist om me te vervangen. Twee minuten eerder had ik voor een mooie actie gezorgd: ik schakel tegenstanders uit en trap slechts een beetje over het doel”, zei hij op RTL TVI. ‘En daarna zie ik dat ik vervangen word. Ik zeg tegen mezelf: Neen, toch! Ik vermoedde dat er gedacht werd dat ik niet genoeg gedaan had en het was de periode waarin men sprak over Edens laatste kans, dat hij niet
goed trainde enzovoort. Ik stuurde een bericht naar mijn vader, vroeg hem te vertrekken. Maar opeens had ik veel honger, wat normaal is na een wedstrijd.” Hij besluit schuldbewust: “Zelfs al is het waar dat het dom is wat ik gedaan heb. Het is een goede les geweest.”