Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Missiewerk, maar dan in omgekeerde richting
Indische priester moet tekort aan Belgische priesters opvangen (en hij is niet de enige)
De 35-jarige Abraham Rayappan werd onlangs in ons land opnieuw tot priester benoemd. De man komt uit het zuidoosten van India en werd naar onze regio gestuurd om het tekort aan priesters op te vullen. En hij is niet de enige in onze regio.
werd geboren in het zuidoosten van India, in de streek Trichy, een overwegend katholieke regio. Hij liep er school en ontdekte via een parochiepriester zijn roeping. Hij trad in bij de Salesianen en op 15-jarige leeftijd ging hij naar het seminarie.
“Ik ben altijd misdienaar geweest en de Bijbelverhalen die ik hoorde, trokken me sterk aan. Na mijn opleiding werd ik in februari 2009 tot priester gewijd. Ik studeerde onder meer Engels en filosofie. Ik ben drie jaar onderpastoor geweest in India. Daarna heb ik nog een masterdiploma sociaal werk behaald”, zegt Rayappan.
Vanuit de congregatie waar Rayappan deel van uitmaakte, worden geregeld priesters naar het buitenland gestuurd. “Je kunt ons gerust missionarissen noemen. Het is een beetje de omgekeerde wereld in vergelijking met vroeger. Vanuit onze congregatie gaan er priesters naar de rest van de wereld om aan de slag te gaan op plaatsen waar een tekort aan priesters is. Zo ben ik op uitnodi- ging van de bisschop hier in Brasschaat terechtgekomen. Er zijn zes parochies in deze gemeente en maar twee priesters. Ik ben intussen ook benoemd als priester in Kalmthout en Essen. Mijn Indische collega’s zitten overal in de wereld: van Canada tot Australië”, zegt Abraham Rayappan.
“Gesloten Belgen”
De Indiër is intussen al drie jaar in België en hij spreek prima Nederlands. “Dat was in het begin het grootste probleem. Ik heb taallessen gevolgd aan de Antwerpse universiteit. Daarna heb ik nog lessen dictie gevolgd.”
Donderdag verhuist Rayappan naar Essen, waar hij in een team priesters tien parochies zal bedienen: vijf in Essen en vijf in Kalmthout. “In mijn streek in India zitten de kerken vol. Hier is dat anders. Ik zal proberen zoveel mogelijk jongeren aan te spreken. Omdat ik zelf nog redelijk jong ben, gaat dat misschien beter. Maar ik heb wel al ondervonden dat de mensen in België meer gesloten zijn. Je moet iedere keer een drempel over. Maar ik ben wel overal meteen aanvaard.”
De priester gaat één keer per jaar naar zijn familie in India. “Het afscheid was wel moeilijk, maar nu ik hier goed ingeburgerd ben, gaat het veel vlotter. Er is ook Skype om het contact met de familie te onderhouden. Ik heb hier een contract van tien jaar. Dan ga ik terug naar India. Maar als ze me vragen om mijn werk hier verder te zetten, dan zal ik dat met plezier doen. Een keer per maand komen wij met alle Indiërs uit de reRayappan gio samen. We houden dan een misviering. Vorige week zijn we nog met de groep naar Orval geweest, op retraite: heel mooi daar. Er zijn nog twee andere Indische priesters in de provincie Antwerpen. Eén woont in Kasterlee, de andere in Mol.”
In zijn schaarse vrije tijd doet de priester aan sport. Ik ga vaak wandelen en probeer ook al eens een toertje te lopen. Ik heb ook al een beetje gereisd. Zo ben ik in Lourdes geweest en in het Bosnische Medjugorje. Maar ik ga ook graag naar de Belgische en Nederlandse kust. Het klimaat was in het begin ook wel een beetje een probleem, maar daar ben ik aan gewend geraakt. Ik heb het hier volledig naar mijn zin.”
Abraham Rayappan
Priester
‘‘De taal was in het begin een probleem, maar ik heb lessen Nederlands gevolgd aan de universiteit, en lessen dictie.’’