Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Maar ik panikeer niet. Zondag op het EK zal ik wel weer goed zijn”
De ongenaakbare Mathieu van der Poel (23) zakte er op de Koppenberg opeens helemaal doorheen. Van in de eerste ronde pufte hij maar wat in het rond. “Ik was zo slecht dat ik mezelf niet eens kon pijn doen”, legde hij uit.
Mathieu van der Poel won de voorbije weken altijd en overal en toch had vader Adrie de offday op Allerheiligen voelen aankomen. “Bij Mathieu zie je alles meteen op zijn gezicht”, vertelde hij nog in de eerste ronde. “Vanochtend in de camper was hij al niet happy.”
Blijkt dat Van der Poel niet houdt van de Koppenbergcross. “Van bij de jeugd kom ik hier al niet graag”, zo vertelde hij. “Waarom niet? Ik hou niet van de wei hier, dat is geen geheim. Te veel bulten, het is zoals rijden met de botsauto’s, ja.”
Van der Poel won vorig jaar nochtans op de Koppenberg, maar in het verleden ging het ook vaak fout in Melden. In 2013 keken hij en Wout van Aert als belofte zo nadrukkelijk naar elkaar dat ze Laurens Sweeck lieten wegrijden. In 2016 was de vijftiende plaats op de Koppenberg ook al de grote negatieve uitschieter van zijn seizoen.
Gisteren was het allemaal nog een slag erger. Van der Poel pufte van bij de eerste ronde en finishte pas op de 21ste plaats, op vier minuten en twaalf seconden van winnaar Toon Aerts. “Van bij de eerste beklimming zakte ik er door”, zei Van der Poel na de cross. “Ik ben nu niet eens vermoeid. Ik was zo slecht dat ik mezelf geen pijn kon doen.”
Van der Poel was niet alleen niet vermoeid, hij zag er ook helemaal niet gefrustreerd uit. Het was gewoon “een onverklaarbare offday”. Hij voelde zich niet ziek en maakte zich ook helemaal geen zorgen over het EK van zondag in Rosmalen. “Zo’n slechte dag als vandaag heb ik hooguit vijf keer meegemaakt in mijn carrière, maar ik panikeer niet meer. Op het EK in Glasgow moest ik op dinsdag afstappen in het mountainbike en was ik zondag op de weg wel heel goed. Ik verwacht dat het zondag gewoon opnieuw goed gaat.”
Van der Poel wuifde nadrukkelijk weg dat er een meer structurele reden zou kunnen bestaan voor zijn slechte dag. Dat wegwielrennen én mountainbiken én een crosskalender zonder compromissen te veel van het goede zou kunnen zijn, gelooft hij niet. “Van bij de jeugd al koers ik zo veel mogelijk. Dat kan ook bij de profs. Vorige week in Ruddervoorde was mijn conditie nog heel goed. Ik wil geen crossen uitkiezen in het seizoen. Ik wil gewoon zo constant mogelijk zijn. Maar toegegeven: vandaag is dat niet gelukt.”