Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Als kleine garnaal kom je niet meer in parlement
Hoe hoger op de lijst, hoe meer geld politici mogen uitgeven
De officiële cijfers liggen er eindelijk. Alles bijeen gaven de partijen bij de federale verkiezingen in 2014 10 miljoen uit in de campagne en ongeveer nog eens zoveel via de “persoonlijke uitgaven” van de kandidaten. “De regels helpen om de totale uitgaven onder controle te houden”, zegt professor Politieke Wetenschappen Bart Maddens (KUL), “maar ze houden de onbekende politici wel uit het parlement.”
Eén miljoen mogen politieke partijen officieel spenderen aan hun campagne, maar er zijn achterpoortjes. Zo mogen politici ook “eigen middelen” uitgeven, die in wezen ook gewoon uit de partijkas komen. En als een partij met een boegbeeld nationaal campagne voert, dan mag die een veelvoud van de gewone kandidaten spenderen aan zijn campagne (zie kader).
Bij de vorige campagne bijvoorbeeld, in 2014, mocht N-VA-voorzitter Bart De Wever – het boegbeeld bij uitstek – 53.526 euro aan zijn persoonlijke campagne hangen. Hij hield het volgens de officiële cijfers, die nu pas in de Kamer zijn neergelegd, op 49.232,11 euro. Provincie- en partijgenote Valerie Van Peel mocht maximaal tot 5.000 euro gaan.
“Dat is het perverse aan het huidige systeem”, zegt professor Politieke Wetenschappen Bart Maddens (KU Leuven), die de verkiezingsuitgaven elke stembusgang tegen het licht houdt. “De kopstukken kunnen al profiteren van een betere plaats op de lijst en mogen ook nog eens veel meer geld in hun campagne pompen. Op die manier is het als onbekende politicus bijna onbegonnen werk om nog op eigen houtje in het parlement te komen. In feite is dat discriminatie. Ze zouden die maximumbedragen moeten ge- lijkschakelen én indexeren om iedereen een betere kans te geven.”
Bart Maddens
Professor Politieke Wetenschappen (KUL)
‘‘De kopstukken profiteren van een betere plaats op de lijst én mogen ook nog eens meer uitgeven aan hun campagne.’’
Afhankelijk van giften
Niet dat het vroeger beter was. De huidige wet is er precies gekomen om te vermijden dat de partijen zich het faillissement in propagandeerden. Sinds 1989 mogen ze per partij een maximumbedrag uitgeven en via de omwegen nog wat. Dat bedrag wordt in elk verkiezingsjaar opnieuw vastgelegd. De vorige keer was dat 1 miljoen euro.
“Op zich werkt die wet wel”, zegt Maddens. “In de jaren ’80 stegen die campagne-uitgaven exponentieel. Partijen konden dat niet meer betalen en waren afhankelijk van giften van bedrijven. Sinds de wet is de stijging van de campagnekosten zelfs omgebogen tot een daling.”