Gazet van Antwerpen Stad en Rand
CAMPAGNEBUDGETTEN Hoe werkt het?
Voor elke verkiezing verbinden de politieke partijen zich ertoe om niet meer uit te geven aan hun campagne dan een vastgelegd bedrag. In 2014 was dat voor de federale verkiezingen 1 miljoen euro per partij.
De limiet geldt alleen tijdens de sperperiode. Dat zijn de laatste maanden voor de verkiezingen, wanneer strenge restricties gelden voor politieke communicatie. Voor de verkiezingen van 2019 zal die vier maanden duren. In 2014 was dat nog drie maanden.
Alle mogelijke propaganda, van affiches tot social-mediacampagnes, moeten met dat vastgelegd bedrag bekostigd worden.
Partijen voeren bijna standaard ook al pre-campagnes voor de sperperiode. Die zijn niet aan limieten onderhevig, maar zijn ook meestal niet zo intensief.
Partijen mogen zelf kiezen hoeveel van het vastgelegde bedrag ze opmaken, maar de meesten gaan zo dicht mogelijk tegen de limiet.
Elke kandidaat mag ook een persoonlijke inbreng doen in zijn eigen campagne. De vorige keer bedroeg die som 5.000 euro. Dat geld komt eigenlijk ook uit de partijkas. De partijen sluizen het door naar hun provinciale werkingen en het gaat van daar naar de persoonlijke campagnes.
Een partij kan enkele mensen per kieslijst aanstippen als ‘boegbeeld’. Dan moet ze wel bewijzen dat die passen in de nationale campagne van de partij.
Die boegbeelden mogen een pak meer geld uitgeven. Dat varieert van provincie tot provincie op basis van het aantal kiezers. In de provincie Antwerpen wonen de meeste mensen. Daar mochten de boegbeelden in 2014 tot 53.526 euro gaan. In de provincie Limburg was dat maar tot 30.365 euro.
Ook hier mogen de partijen en boegbeelden zelf kiezen hoeveel van dat geld ze opmaken. De meeste boegbeelden gaan zo dicht mogelijk tegen de limiet, maar hier zie je bijvoorbeeld Groen en PVDA geen of weinig van dat geld opmaken.