Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik weet niet hoe goed ik nog ben”
Publiekslieveling Iljo Keisse wil weer Keizer van het Kuipke worden, maar zit toch met twijfels Deelnemers
De Keizer van het Kuipke is na een jaar afwezigheid terug en gebrand om zijn troon opnieuw op te eisen. Maar Iljo Keisse heeft bijna twee jaar geen competities betwist op de piste en wordt in december 36 jaar. “De piste was mijn speeltuin, maar er is toch veel veranderd. Het wordt elk jaar iets moeilijker.”
Door een operatie aan de pink moest Iljo Keisse vorig jaar gedwongen vanop de tribune toekijken tijdens de Gentse Zesdaagse.
“Ik ben er eigenlijk nog altijd niet goed van”, zegt de Gentenaar. “Ik zat daar niet als toeschouwer, maar als renner die niet kon koersen. Dat was eerder frustrerend dan leuk. En met alle respect voor de winnaars, maar vorig jaar was het echt een saaie editie. De Ketele en De Pauw hadden geen tegenstand. Ik bleef op mijn honger zitten en heb die duels tegen De Ketele en co gemist. Dat wil ik nu rechtzetten, samen met anderen. Want dit jaar zijn er veel topkoppels en met ook de terugkeer van Jasper De Buyst en de komst van enkele hongerige welpen kondigt zich een zware, maar leuke strijd aan.”
Keisse won al zes keer in Gent (de laatste keer in 2015) en staat te trappelen om weer Keizer van het Kuipke te worden. Maar toch zijn er wat twijfels.
“Ik weet niet hoe goed ik nog ben. Ik heb geen competitie meer gehad op de piste gedurende twee jaar. Het is geleden van de Zesdaagse van Bremen in januari 2017. Normaal kom je mekaar op wedstrijden tegen en weet je hoe je staat tegenover de concurrenten. De conditie lijkt oké, maar ik heb nog geen supergevoel op de piste. Dat is vervelend. Je traint ook alleen, want ploegmaat Elia Viviani arriveerde pas zondag. Je probeert zo diep mogelijk te gaan en je motor op toerental te krijgen. Ik heb de laatste dagen wel met enkele concurrenten getraind, maar dat is nog altijd geen koers.”
En er is de leeftijd. Op 21 december wordt Keisse 36.
“Als er vroeger honderd man aan het trainen was op de piste, dan vloog ik daar onderdoor, stoof ik erboven of ertussen. De piste was mijn speeltuin. Maar nu: als er vijftig man op de piste trainen, dan merk ik dat er dingen veranderen. Ik moet al eens meer op mijn pedaal gaan staan. Hopelijk geraak ik daar vanaf eens ik in de koers zit en kan ik mijn ding doen. Maar op dit moment is het gevoel nog niet helemaal terug.”
In het rood Keisse is ook al een tijdje geen
pistier meer die de weg erbij neemt, maar een wegrenner die nu en dan eens op de piste rijdt.
“Eigenlijk ben ik nog zes procent pistier. Maar de laatste weken werk ik naar die honderd procent. Ik heb niks anders gedaan dan op de piste getraind en op de rollen en de weg in functie van de Gentse Zesdaagse. Ik heb na de Ronde van Turkije niet gerust en meteen de focus gelegd op de piste. Ik doe het nog altijd graag, maar elk jaar wordt het iets moeilijker en kom ik iets vermoeider uit het wegseizoen. Het feit dat ik in de zomer acht weken niet heb kunnen koersen door een
longvliesontsteking
de Tour miste, red.)
(waardoor hij
is nu wel een voordeel. Zesdaagsen zijn ook korte intensieve wedstrijden waar je voortdurend in het rood zit. Dat kan je niet naspelen op training. Een klassieker voorbereiden kan je door – in mijn geval – drie, vier uur op kop te rijden en je wattage in de gaten te houden. Je kan die intensiteit goed inschatten. Maar in een zesdaagse is dat onmogelijk. Dat is vol gaan, iedere avond. En dat kan je niet trainen.”
Keisse hoopt de twijfels snel van zich af te fietsen.
“Want ik heb dat niet allemaal gedaan om vijfde te worden. Ik wil winnen. Het zal vooral die eerste avond afzien zijn. Dan worstel ik met dat klein verzetje. Maar dat heb je nodig in Gent, want als je te groot start, kom je na drie dagen jezelf tegen. Die eerste dag is verschrikkelijk, met krampen tot achter de oren. En ik heb anders bijna nooit krampen. Maar je moet je draai vinden en hopen dat je steeds beter wordt.”
Viviani aan de balustrade Keisse rekent ook op ploegmaat Elia Viviani. Het duo showt vandaag ook voor het eerst het
nieuwe shirt van DeceuninckQuick.Step. Vraag is: heeft de Italiaan, die zich met 18 zeges kroonde tot internationale zegekoning, het na het seizoen niet te veel laten hangen? Dat was in het verleden vaak een probleem.
“Het is de derde keer dat hij hier start”, zegt Keisse. “Bij zijn debuut kwam hij uit een rustperiode en is hij enorm geschrokken. Hij was niet goed voorbereid en heeft afgezien. Ik had mij nochtans een beetje met hem beziggehouden. Hoe en wanneer hij moest trainen en wat andere, specifieke dingen. Maar toen hij arriveerde, bleek dat hij niet had geluisterd. De eerste avond heeft hij meer aan de balustrade gehangen dan op de piste gereden. Vorig jaar reed hij met debutant Scartezzini, maar Elia was nog altijd niet op het niveau dat moest. En ik denk dat hij ook nu niet 100 procent zal zijn, maar hopelijk toch op niveau. Toen ik hem vroeg of hij met mij wilde rijden, zei hij meteen ja.
te
Om mee te doen of om presteren?,
Om te winnen.
En hij antwoordde: Laten we hopen. Maar wie ben ik om nu tegen de olympische kampioen te zeggen wat hij moet doen? Hij
vroeg ik.
heeft wel de Wereldbekers die eraan komen in december en hij wil daar presteren, want de Olympische Spelen komen beetje bij beetje opnieuw in zicht. Dus zal hij wel een goed niveau halen.”
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
1. Roger Kluge (Dui) Theo Reinhardt (Dui)
2. Kenny De Ketele - Robbe Ghys
3. Jasper De Buyst Tosh Van der Sande
4. Iljo Keisse - Elia Viviani (Ita)
5. Yoeri Havik (Ned) Wim Stroetinga (Ned)
6. Lindsay De Vylder Moreno De Pauw
7. Jonas Rickaert - Stijn Steels
8. Marc Hester (Den) Gerben Thijsssen
9. Nick Stöpler (Ned) Fabio Van Den Bossche
10. Otto Vergaerde - Jules Hesters
11. Jesper Morkov (Den) Roy Pieters (Ned)
12. Francesco Lamon (Ita) Michele Scartezzini (Ita)